Uitbreiding van het Systeem Detail
meting '76 met lijncodering
door ing. J. van Raamsdonk, directie Landmeetkunde en Kartografie van de Dienst van
het Kadaster en de Openbare Registers te Apeldoorn.
SUMMARY
„Systeem Detailmeting '76" extended with linecoding
„Systeem Detailmeting '76" has been set up to enable in the first place efficient processing of survey
measurements of cadastral boundaries. The Netherlands Cadastral Service gets increasingly involved in
terrestrial measurements on behalf of the production and maintenance of the Netherlands Large Scale
Basic Map, in analogue as well as in digital form.
„Systeem Detailmeting '76" has been extended with the feature of linecoding to carry out these exten
sive topographical projects. Linecoding involves automated coding of all measured objects. The system
produces and maintains a digital databank for topographical objects: the so-called topobank. Not only
information on lines is stored in the databank but also semantic information.
SAMENVATTING
Verwerking van topografische metingen met het „Systeem Detailmeting '76"
Het Systeem Detailmeting '76 is in eerste instantie ingericht voor een efficiënte verwerking met de
computer van detailmetingen voor de vastlegging van kadastrale rechtsgrenzen.
In toenemende mate worden door de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers terrestrische
metingen uitgevoerd voor de vervaardiging en de bijhouding van de Grootschalige Basiskaart van Neder
land in analoge of digitale vorm. Voor een efficiënte verwerking van deze omvangrijke topografische pro
jecten is het systeem uitgebreid met lijncodering, d.i. een automatische codering van de opgenomen
objecten.
Het systeem voorziet in de vorming en bijhouding van een digitaal bestand voor topografische objecten:
de topobank. In dit bestand zal naast lijninformatie in de vorm van lijnstrings ook semantische informatie
worden opgenomen.
1. Inleiding
Het Systeem Detailmeting '76 is primair ingericht voor
een efficiënte verwerking met de computer van „kadas
trale" detailmetingen. Dit betreft metingen voor de vast
legging van de kadastrale situatie in landinrichtings- en
uitbreidingsgebieden, en metingen van mutaties in de
kadastrale situatie [1]*). Daarnaast worden door de
Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers in
toenemende mate terrestrische metingen verricht voor
de vervaardiging en bijhouding van de Grootschalige
Basiskaart van Nederland (GBKN) in analoge of digitale
vorm.
In dit artikel wordt de aanpassing van het Systeem De
tailmeting '76 besproken, die nodig was om uitgebreide
topografische projecten efficiënt met dit systeem te kun
nen verwerken. Deze aanpassing bestond in het alge
meen uit de toevoeging van nieuwe programma's. Voor
alsnog is getracht zo weinig mogelijk overhoop te halen
in de bestaande programmatuur.
In het kader van het automatiseringsproject Landmeet
kundige en Kartografische Informatieverwerking (ont
wikkeling LKI-systeem) zal een nieuw systeem Detail
meting worden ontworpen [2]. Dit subsysteem van LKI
zal volledig worden aangepast aan de huidige mogelijk
heden van de computerapparatuur.
De in dit artikel geschetste uitbreiding van het huidige
systeem met lijncodering is vanzelfsprekend volledig af
gestemd op de bovengenoemde toekomstige ontwikke
lingen. De ontwikkelde protocollen voor gegevensinwin-
ning zullen in het LKI-systeem zoveel mogelijk intact
worden gelaten.
De nummers [1] t.m. [3] verwijzen naar „Literatuur" op p. 206
aan het eind van dit artikel.
NGT GEODESIA 84
2. Methode puntcodering
Zoals in hoofdstuk 1 al is vermeld, is het Systeem Detail
meting '76 in eerste instantie ingericht voor de verwer
king van kadastrale detailmetingen. Voor de aanmeting
van de knikpunten van de kadastrale objecten, zoals
rechtsgrenzen en hoofdgebouwen, is een aantal meet-
constructies beschikbaar. In [1] is van de volgende con
structies een beschrijving gegeven:
- voerstraalmeting met vaste standplaats (rekencodes
01, 02 en 04);
- voerstraalmeting met vrije standplaats (rekencodes
01, 03 en 04);
- vrije meetlijn (rekencodes 10 en 11).
Verder kent het systeem nog een aantal constructies
voor de aanmeting van detailpunten en voor controle
van deze punten, zoals:
- het verlengde van een lijnstuk (rekencode 12);
- de evenwijdige verschuiving van een polygoon (re
kencodes 13 en 14);
- het snijpunt van twee lijnstukken (rekencode 20);
- het bogensnijpunt (rekencode 21);
- de rechthoekige polygoon voor de verwerking van
blokmaten (rekencodes 30 en 31);
- de controlemaat (rekencode 40);
- de collineariteitscontrole (rekencode 41).
Bij de kadastrale detailmeting neemt het veldwerk (zie
fig. 1), als basisdocument van de meting, een centrale
plaats in. Aan de hand van de op deze terreinschets ge
noteerde puntnummers worden op kantoor de kadas
trale objecten gecodeerd. Dit gebeurt door het op een
ponsdocument in de juiste volgorde vermelden van de
knikpunten van het object (zie fig. 2).
De nummering van de kadastrale detailpunten is geba
seerd op het veldwerkarchief, nl. kadastrale gemeente -
sectie - veldwerk. De punten worden per veldwerk ge-
201