De registratie van de „publiekrechtelijke rechtstoestand" inzake onroerend goed door R. B. M. ten Kroode, hoofd bureau Gemeentekadaster en tekenkamer secretarie Amsterdam. SUMMARY Owing to changed social, economic, cultural and legal attitudes, the rights appertaining to real estate have changed greatly in recent decades. As a result of these changed attitudes the government is per mitted a firmer grip on these rights. The number of possibilities in administrative laws, on the basis of which the government can proceed to take measures restricting the rights of ownership, disposition and enjoyment, are considerable and generally lead to muddled accumulation of restrictions on ownership. In this article it is pointed out that the majority of restrictions on ownership are imposed by the local authorities and that consequently it is they whose duty it is to ensure that the registration is effective and accessible. In view of the fact that a statutory ruling to this effect is not expected in the foreseeable future, the muni cipality of Amsterdam has decided to entrust this task to the Municipal land registry. ledereen, of men nu notaris, makelaar, huurder, pach ter, recreant of desnoods kraker is, komt in meer of min dere mate in aanraking met de verschillende aspecten van het onroerend goed. Deze verbondenheid van het onroerend goed met het maatschappelijk leven heeft er toe geleid, dat het eigendomsrecht op dit goed in de laatste decennia door gewijzigde opvattingen in sociale, economische en culturele dan wel in juridische zin, sterk aan veranderingen onderhevig is geweest. De overheid heeft als gevolg van deze opvattingen een grotere greep op het onroerend goed. Een grotere greep, die voornamelijk is gecreëerd via verruiming van het bestuursinstrumentarium. In hoeverre deze greep een doel op zich vormt of voortkomt uit publiekrechtelijke belangenbehartiging, laat ik hierbij in het midden. In ieder geval is het zeker, dat de overheid een beleid voert, dat is gericht op beperking van het particuliere eigendom op onroerende goederen. De eigendomsbeperkende maatregelen ten aanzien van het vastgoed vallen in de hedendaagse samenleving dan ook niet meer weg te denken. Het aantal aan de private rechten op onroerende goederen opgelegde beperkin gen neemt nog steeds toe. Hoe ver men kan gaan met het opleggen van beper kingen is moeilijk aan te geven, omdat duidelijke grenzen ter zake ontbreken. Het moet dan ook niet onmogelijk worden geacht, dat het aantal beperkingen op een on roerende zaak dermate omvangrijk wordt, dat het gebied van de onteigening wordt betreden [2]*). Ook is het denkbaar, dat de rechten op een onroerende zaak op een dusdanige wijze worden beperkt, dat het betreffen de goed mogelijk niet meer vatbaar zal zijn voor hypo theek. Deze veronderstellingen zijn niet nieuw en vor men dan ook geen toevoeging aan hetgeen over dit onderwerp reeds is gezegd en geschreven. Met de registratie van eigendomsbeperkende maatrege len ofte wel de publiekrechtelijke rechtstoestand van het onroerend goed is het slecht gesteld. Weliswaar worden soms in de kadastrale legger aantekeningen geplaatst welke voortvloeien uit bijvoorbeeld de Deltawet, de Be- lemmeringenwet Privaatrecht, de Belemmeringenwet Landverdediging en de Monumentenwet, doch daarbij is De nummers [1] t.m. [5] verwijzen naar „Literatuur" op p. 335 aan het eind van dit artikel. NGT GEODESIA 84 van inzicht in het geheel van eigendomsbeperkingen geenszins sprake. Integendeel, het aantal aantekeningen in de kadastrale legger staat in geen enkele verhouding tot het totaal aantal beperkingen welke aan onroerende zaken zijn opgelegd. Het aantal vormen van beperking met betrekking tot het particuliere eigendom op onroerende goederen is ook zéér omvangrijk en divers. Zo waren bijvoorbeeld de rechten en verplichtingen tussen eigenaren van naburige erven uitsluitend civielrechtelijk geregeld, doch daar naast is, voortvloeiend uit sociale rechtsbescherming, thans een geheel nieuw soort burenrecht ontstaan, dat door Van Zundert zo kernachtig is vervat in de term „publiekrechtelijk burenrecht" [2]. In het kader van een AROB-beroep kan een eigenaar of gebruiker van een onroerend goed immers invloed uit oefenen op overheidshandelingen, bijvoorbeeld bij ver gunningverlening ten aanzien van een naburig erf. Een overzichtelijke openbare registratie van deze vorm van eigendomsbeperking ontbreekt, terwijl de betreffende administratie ter zake slecht is te raadplegen. Een soortgelijke situatie speelt bij de gemeentelijke gronduitgifte. Bij uitgifte in erfpacht heeft de gemeente door het vaststellen van algemene en bijzondere bepa lingen, waartoe art. 782 van het Burgerlijk Wetboek de mogelijkheid biedt, een blijvende invloed op de aard en het gebruik van de grond en de opstallen, welke invloed normaliter publiekrechtelijk wordt geregeld. Vooral in de beginfase van de stedelijke erfpacht is dit „oneigenlijk" gebruik van de agrarische erfpacht gehanteerd om dat gene te bereiken, wat de wetgeving op het gebied van de ruimtelijke ordening (nog) niet had voorgeschreven, doch niettemin door de overheid als noodzakelijk werd ervaren. De in erfpachtscontracten vastgelegde bepalingen in zake de ruimtelijke inrichting en het ruimtelijk beheer van onroerende goederen zijn alleen te raadplegen via de openbare registratie van zakelijke rechtsfeiten. Dit geldt trouwens ook voor onroerende zaken die zijn belast met de zogeheten „maatschappelijk gebonden eigendom men" (kettingbedingen, verkoopregulerende bepalin gen, sociale statuten, vormen van boeteclausules enz.), waarbij alleen de overgeschreven akte de enige informa tiebron vormt. Het raadplegen van de akten in de open bare registers, zeker in die gevallen waarbij meerdere en veelal vernummerde kadastrale percelen in het geding zijn, is tijdrovend en uiterst omslachtig. 333

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 7