Daarnaast speelt nog het feit, dat de overheid zich beur telings bedient van zowel privaatrechtelijke als publiek rechtelijke methoden, wat de duidelijkheid van de totale rechtstoestand niet ten goede komt. Zo zijn er nog vele vormen van eigendomsbeperkingen op onroerende goederen te noemen, die niet of slecht (toegankelijk) worden geregistreerd. Kortom, met de registratie van beperkingen inzake het particuliere eigen dom op onroerende goederen is het slecht gesteld. Een slechte registratie van wat ik gemakshalve maar de publiekrechtelijke rechtstoestand blijf noemen, heeft consequenties voor de duidelijkheid van de private rech ten op onroerende goederen. De sterke groei van eigendomsbeperkende maatregelen, welke onder andere voortkomen uit ruimtelijke bestem ming, inrichting en gebruik/beheer, is de oorzaak van het feit, dat de private rechten van minder doorslag gevend belang dreigen te worden. Thans is reeds duidelijk een tendens waarneembaar, dat aspirant-kopers zich in eerste instantie wenden tot de lokale overheid voor informatie over de publiekrechte lijke rechtstoestand, alvorens zij aandacht schenken aan de burgerrechtelijke aspecten van de rechtstoestand. Dat is ook verklaarbaar, omdat de burger door de jaren heen is gaan inzien, dat bijvoorbeeld een erfdienstbaar heid veelal aanzienlijk minder ingrijpt in de rechtstoe stand dan de publiekrechtelijke beperkingen van het par ticuliere eigendom. De zich langzaam voltrekkende kentering in de verhou ding tussen privaatrechtelijke rechtstoestand van het on roerend goed en de daarop inwerkende publiekrechte lijke beperkingen van het eigendom èn de daaruit voort vloeiende noodzaak van een goede registratie ter zake, zijn binnen de overheid nog in onvoldoende mate door gedrongen. De cumulatie van beperkingen verdringt het belang van de privaatrechtelijke rechtstoestand op onroerende goe deren in toenemende mate en het einde daarvan is mijns inziens voorlopig nog niet in zicht. Uit het feit, dat de overheid zonder enige limitatieve be lemmering overvloeding gebruik kan maken van de vele vormen van eigendomsbeperkende maatregelen, be hoort eigenlijk te volgen, dat de overheid ook verplicht is een behoorlijke registratie ter zake te voeren. Men dient echter te bedenken, dat een landelijke rege ling met betrekking tot de registratie van de publiek rechtelijke rechtstoestand van het onroerend goed niet eenvoudig is te verwezenlijken en dat derhalve in het komende tijdvak van een dergelijke landelijke registratie bijkans geen sprake kan zijn. Het laat zich aanzien, dat de eerste aanzet om te komen tot de hierbedoelde registratie zich dan ook op lokaal niveau zal ontwikkelen. Zo zullen over enige tijd meer dere gemeenten beschikken over een systeem, waarin vrijwel de totale rechtstoestand van het onroerend goed per kadastraal perceel is vastgelegd. Het College van Burgemeester en Wethouders van Amsterdam heeft in zijn vergadering van 6 juni 1982 besloten tot de bouw van een geautomatiseerd gemeen telijk kadastraal systeem, waarin naast de privaatrechte lijke rechtstoestand tevens de door haar opgelegde publiekrechtelijke beperkingen ten aanzien van onroe rende goederen worden aangegeven. Het nieuwe ge meentelijk kadastraal systeem zal tevens zodanig moe ten worden opgezet, dat daarin de massale output (pro ject AKR) kan worden verwerkt. 334 Onder het „aangeven van publiekrechtelijke beperkin gen" dient in dit verband te worden verstaan, dat aan het kadastraal perceel codes worden toegevoegd, die aangeven welke soorten beperkingen door de gemeente aan de onroerende zaak zijn opgelegd. Dit betekent, dat met een code wordt aangegeven, dat de onroerende zaak is belast met bijvoorbeeld „gemeentelijk monu ment", doch de daarmee verband houdende reden gevende beschrijving en aanverwante zaken worden niet meegenomen. Aan dit nieuwe gemeentelijk kadastraal systeem zijn wel voorwaarden verbonden. Zo zullen beperkingen alleen worden opgenomen als deze op kadastraal perceels niveau zijn te registreren, ondanks het feit, dat veelal de voorkeur wordt uitgesproken voor een registratie met straat en huisnummer als systeemingang. Nog afge zien van het feit, dat huisnummers veel frequenter mute ren dan kadastrale perceelnummers, is het plaatselijk adres tevens ongeschikt, omdat zelfs in Amsterdam minimaal 60 a 70% van het grondoppervlak niet is be bouwd. Trouwens, een relatie met huisnummer is zo no dig altijd nog via een koppelingstabel te maken. Een andere voorwaarde is bijvoorbeeld, dat beperkingen met een te algemene strekking niet voor opname in het kadastraal systeem in aanmerking komen. Niettemin zal dit gemeentelijk kadastraal systeem een grote verbete ring zijn, omdat het overgrote deel van de beperkingen zal worden aangegeven. De gebruiksmogelijkheden van een kadastrale registratie met publiekrechtelijke belemmeringen zijn legio. Zo wordt gedacht aan de mogelijkheid van persoonlijke kennisgeving aan rechthebbenden op onroerende goe deren bij voorbereiding van een bestemmingsplan ex. art. 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) of bij het ter visie gaan van een ontwerp-bestemmingsplan. Ook in het kader van stadsvernieuwingsactiviteiten en mogelijk in de toekomst bij stedelijke herverkaveling bestaat de mogelijkheid tot persoonlijke berichtgeving. Uiteindelijk kan dan door het notariaat „publiekrechtelijk titelonderzoek" worden verricht [3], zij het dat ter zake geen bescherming kan worden geboden aan hen die op deze informatie afgaan. Daarvoor blijft raadpleging van het brondocument voorlopig noodzakelijk. Het gemeentelijk kadastraal systeem zal in een aantal ge vallen dus een intermediaire functie vervullen, door mid del waarvan men gericht brondocumenten kan raad plegen. Nu te verwachten valt dat, na de gemeente Amsterdam, ook andere gemeenten zullen overwegen publiekrechte lijke beperkingen in een kadastraal systeem op te nemen en wetende dat de onderwerpelijke beperkingen voor namelijk door de lokale overheid worden opgelegd, kan men zich afvragen, of het bijhouden van een registratie van publiekrechtelijke beperkingen op onroerende zaken niet een specifieke taak dient te zijn van de lokale over heid. Een soortgelijke vraag is ook al gerezen ten aanzien van de registratie van de relatie tussen objectadressen en kadastrale perceelskenmerken. Het Gemeentekadaster zou in beide gevallen een nuttige taak kunnen vervullen en er zijn ook signalen in die rich ting gegeven. Zo heeft De Haan meerdere malen, recen telijk nog in het jubileumboek „Op goede gronden", ge wezen op het feit, dat Gemeentekadasters verder moe ten worden uitgebouwd, overigens zonder aan te geven waaruit deze uitbouw dient te bestaan [11. NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 8