NGL 25 jaar
Inleiding
Het is natuurlijk een grote eer om als voorzitter van het NGL bij dit jubileum het woord
te mogen voeren.
Velen van de NGL-ers hebben al heel wat meerjaren actief meegedaan binnen het NGL
dan ik. Om het nog duidelijker te zeggen: met mijn nu bijna negen dienstjaren in het NGL
ben ik voor velen nog maar een beginneling. Juist daarom wil ik beginnen met al mijn
voorgangers, en dan bedoel ik alle oud NGL-ers dank te zeggen voor hun diensten
bewezen aan het NGL, of om het nog aardiger te zeggen: hen te bedanken voor ,,hun
diensten ter bevordering van de kennis der landmeetkunde", zo is namelijk de doelstel
ling van onze stichting, geformuleerd in artikel 2 van de statuten. Het is nu ruim 25 jaar
geleden dat over deze doelstelling werd gesproken.
Al lezend in oude notulen heb ik een indruk gekregen van de problemen van die tijd,
maar vooral ook van de beweegredenen van de mensen van het eerste uur om te komen
tot een nieuwe stichting. Vooral de wens om ,,te komen tot een universeel landmeet
kundig vakblad op z.g. middelbaar niveau om voorlichting te geven aan allen die op
welke wijze dan ook de landmeetkunde op dit niveau beoefenen" was de drijfveer bij
de oprichting van de stichting NGL. Voor alle duidelijkheid heb ik deze wens wat ge
accentueerd, omdat hij is ontleend aan de circulaire waarmee de besturen van de VTAK,
de VVL en de VMDR indertijd het nieuwe tijdschrift aankondigden.
Verschillende vergaderingen waren nodig om te komen tot oprichting van de stichting
NGL. Voortvarend waren onze voortrekkers echter wel, want op 7 juli 1958 vergaderde
de voorlopige commissie ter bestudering van de organisatorische en financiële aspec
ten" van de uitgave van het nieuwe tijdschrift, en op 1 mei 1959 vond reeds de eerste
vergadering plaats van het stichtingsbestuur NGL. Het resultaat was het verschijnen van
het eerste nummer van Geodesia in september 1959. Gelukkig was ik als HTS-student
indertijd in de gelegenheid kennis te maken met dit eerste nummer, een kennismaking
die nu na 25 jaar is uitgegroeid tot een hechte relatie.
Lezend in oude brieven en verslagen en vooral bij het lezen van het eerste nummer van
Geodesia is mijn waardering en bewondering voor de werkers van het eerste uur nu nog
veel groter dan 25 jaar geleden. U kunt ervan verzekerd zijn, dat die waardering ook 25
jaar geleden al groot was, want ik heb toen meteen al een abonnement genomen.
Graag wil ik daarom nogmaals alle oud NGL-ers in hun verschillende functies bedanken
voor hun inzet en enorm doorzettingsvermogen. Hierdoor was het mogelijk dat het tijd
schrift, ik mag wel zeggen ons tijdschrift Geodesia van de grond kwam, ondanks de be
perkte financiële middelen in 1959, en dat het tot op heden nog steeds maandelijks ver
schijnt.
Kleine terugblik op 25 jaar bestuur
Het is ontzettend moeilijk in enkele woorden een indruk te geven van het werk in het
bestuur van de stichting NGL. Ik heb reeds vermeld, dat ik me de afgelopen tijd wat heb
verdiept in de geschiedenis van het NGL, met de bedoeling hier iets interessants te
kunnen vertellen, iets boeiends voor iedereen. Daarbij viel mijn oog op een artikel van
onze eerste voorzitter, ing. J. Rietveldt, in het programmaboek van het vijfde NGL con
gres in Arnhem. Hij gaf toen een inzicht in de problemen van een insider die weieens
even iets zal schrijven over een stukje geschiedenis. Omdat dit treffend is, zal ik er een
stukje uit citeren:
,,lets schrijven over de eerste tien jaren van het genootschap wil je best even doen als
men dat vraagt. Want er is documentatiemateriaal genoeg, je hebt prettige herinnerin
gen en je hebt vrienden en wijsheid opgedaan: een koud kunstje. Je duikt in de kast,
sleept een stapel mappen naar je bureau en begint te lezen over die jaren van toen. Je
leest en leest; hebt dagen werk want het boeit.je was er toch zelf bij.je hebt alles
doorgelezen en. 'zit voor het blok'
Wanneer je namen gaat noemen heb je bijna alle ruimte nodig, die ter beschikking staat
en je mag niemand vergeten. De data opnoemen is stomvervelend en niemand leest
verder. Dat hebben al die niet genoemden toch ook weer niet verdiend; daar is teveel
voor gedaan, gepraat, geschreven en gestreden.
379