Wat zal het juist daarom een opluchting zijn geweest voor de organisatoren, dat de
belangstelling zo groot was, dat zo velen het congres en de tentoonstelling bezochten.
Natuurlijk was men voorzichtig begonnen: één congresdag met als thema ,,Foto-
grammetrie", geen damesprogramma, geen forumdiscussie en geen feestavond, maar
de opening was gemaakt.
De keuze voor Delft als plaats van samenkomst voor dit eerste congres van het NGL
was natuurlijk niet zonder reden. In het eerste congresboek wordt dan ook gesteld:
Voor de hand lag het in Delft te starten, want Delft is, nationaal gezien, toch echt wel
een middelpunt van landmeetkundige en cartografische bedrijvigheid en zeker op het
gebied van de luchtkaartering". Met name de aanwezigheid van het Laboratorium voor
Geodesie van de Technische Hogeschool, het ITC, een kaarteringsinstituut van KLM-
Aerocarto en de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat in nagenoeg één gebou
wencomplex was maatgevend voor deze stelling.
Bij het tweede congres in 1963 was Delft al de rug toegekeerd. De keuze was gevallen
op Arnhem. De motivering van deze keuze was heel eenvoudig. De outillage vond men
beter. Hoewel, dan zouden er nog wel meer plaatsen in aanmerking kunnen komen. Ik
denk dat de belangrijkse reden was gelegen in het feit, dat twee bestuursleden en de
eindredacteur in Arnhem woonden, een reden die, en passant, óók even wordt ge
noemd. U merkt wel dat men toen ook uitermate praktisch was.
De inhoud van het tweede congres was overigens ook al wat uitgebreider dan in 1961.
Er waren twee congresdagen, één dag met lezingen, één met demonstraties van expo
serende firma's en twee damesprogramma's, zowel op de vrijdag als op de zaterdag, en
bovendien was er een feestavond. Dit congres stond vooral in het teken van de indirecte
afstandmeting, een onderwerp waarbij toen al de eerste elektronische afstandmeters
werden behandeld.
Tot en met het zesde congres in 1971 is Arnhem het trefpunt gebleven van de landmeet
kundige congresgangers. Het congresgebeuren werd uitgebouwd tot de nu zo bekende
vorm, namelijk op de congresdagen lezingen, daarnaast de tentoonstelling en natuurlijk
het damesprogramma, zoals we toen nog gewoon waren te zeggen.
Het derde congres werd overigens georganiseerd in samenwerking met de Nederlandse
Landmeetkundige Federatie (de NLF). Dit was de eerste keer dat de stichting NGL, op
gericht dóór en vóór wat men noemde de landmeetkundigen op middelbaar niveau naar
buiten trad met de vakgenoten op academisch niveau. Wellicht hebben toen al velen
gedacht aan een mogelijke nauwere samenwerking tussen beide organisaties, maar de
tijd bleek er nog niet rijp voor. Verschillen van inzicht in een aantal zaken maakten verder
samengaan onmogelijk.
In 1973 veranderde er veel. Arnhem werd ingeruild voor Utrecht, omdat met name de
tentoonstelling te groot werd voor de expositiezaal van Musis Sacrum. Een tweede ver
andering was een verplaatsing naar de donderdag en vrijdag in plaats van vrijdag en
zaterdag.
Schrikkema tijdens het congres in 1973.
NGT GE0DESIA 84 381