giese finesses moeten we een gesgikte tijdelijk medewerker zien te vinden, want we willen als buro graag zoveel mogelijk zelf doen. Maar waar ik het met u over wilde hebben, is de relaatsie met de geodetiese kant van de zaak. Gebruikt u krema en suiker?" „Ja graag, dank u. Wel, het lijkt mij op het eerste gehoor, dat de firma Verhagen veel voor u kan doen. Het meest geavanseerde van onze nieuwe boorsiestemen, die over drie maanden zijn te verkrijgen, doet over een boring van twintig meter niet langer dan drie kwartier! Het siesteem neemt otomaties de monsters en registreert de diepte. Een geemiese analiese-komponent geeft van bepaalde stoffen direkt al de konsentraatsies, terwijl de zuurgraad en de K-waarde. Donders! Dat zou allemaal wel. De Vries moest zien dat hij om half twaalf op weg kon naar Emmen. Luister, mijnheer Schuur. Op het moment zou ik, om te zien of we eventueel later tot serieuze onderhandelingen kunnen komen, willen weten hoe de plaatsbepaling in de boorgaten tot stand kan komen. Ik denk daarbij dan meteen verder dan over drie jaar. In de toekomst, als de plaatsen van de nieuwe Koloniekrabbers globaal bekend zijn, zullen presisieboringen nodig zijn met plaatsbepaling tot op tien sentimeter nauwkeurig, ook onder de grond. In die tijd zal heel geodeties Nederland, waaronder wij, waarsgijnlijk ook zijn overgegaan op het Zevenennegentigstaatsions Deccanet. Ik weet niet of u dat bekend is?. Schuur leegde zijn bekertje en sgudde zijn hoofd. „Helaas strekt mijn landmeetkundige kennis niet veel verder dan de teodoliet", zij hij. „Ze doen nu ook veel met lasers, geloof ik. Een leek, stelde De Vries bij zigzelf vast. „Teodolieten worden nog wel ten zuiden van de evenaar gebruikt, mijnheer Schuur", doseerde hij. „Voor plaatsbepaling in het terrijn bedienen we ons van vier zenders, die we op grondslagpunten installeren. Die grondslagpunten zijn op dezelfde manier be paald uit weer andere grondslagpunten. De plaatsbepaling gaat met een apparaatje, dat is aangesloten op een ontvanger in de vorm van een soort stift. De afstandsversgillen van de punt tot de zenders worden kontinu gemeten. Het heeft iets te maken met fase- versgillen die in twee plaatsen in de stift worden vastgesteld, maar het fijne weet ik er niet van. In ieder geval hoeven we alleen die punt op de gewenste plaats te houden en de registraatsietoets aan te slaan. Nou ja, we moeten ook nog wat aanvullende infor- maatsie intoetsen, hoek huis en zo. De nodige gegevens worden dan in een geheugen opgeslagen en later berekent Columbus de drie koördinaten". „Columbus?" „Columbus is tegenwoordig de basis van bijna alle geodetiese aktivitijten in Nederland. In heel het Westen, trouwens. Hij is een kombinaatsie van apparatuur en programma tuur, zeg maar een Total Ware pakket. Midden negentig ontwikkeld, maar voldoet nog uitstekend. Er zijn nouwelijks nieuwe versies nodig. Wij gebruiken nog altijd de tweede versie, genaamd Het IJ Van. Alle mogelijke landmeetkundige berekeningen, punt- nummersiestemen, bladindelingen en meetmetodes zijn er eenvoudig mee te hanteren. Columbus berekent, slaat op, maakt inventarisaatsies en tekent in een oogwenk. Ik weet zelf niet eens presies wat hij allemaal kan. De gegevens kunnen op allerlij manieren worden ingevoerd: door metingen (ook die met die hulpzenders), door voorlezen, via het elektronies oog uit oude lijsten en kaarten, noem maar op. Hij kan ook resultaten draadloos versturen; handig bij uitzetten". „Interessant. En is kommunikaatsie mogelijk met andere apparatuur? Ik bedoel, ik ken kultuurtegniese burootjes met ijgen bestanden. „Nou, over het algemeen gaat dat probleemloos. Vrijwel elke gegevensopslag, op oude banden, disks, data roms enzovoorts van een paar megabytes is in een half uur over- gebragt en intern gesorteerd. Ik herinner me alleen een geval van een paar jaar terug in Aalsmeer, waar Columbus om nog steeds onduidelijke redenen een puntenveld van wel honderd K fout had geïnterpreteerd. Er werden toen bestanden van een of andere geluidskaart verkogt aan een adviesburo, geloof ik. Ze waren al begonnen met de konstruktie van een geluidswal, toen ze tot de konklusie kwamen, dat ze er dwars over een startbaan mee zouden uitkomen! Dat heeft wel even voor wat paniek gezorgd, maar verder heb ik nooit van moeilijkheden gehoord. Het blijft natuurlijk een menselijk pro- dukt, die Columbus". „Natuurlijk". De Vries ging weer aan de gang met koffiebekertjes. Ik geloof niet dat dit veel wordt, dagt hij. Hij is kennelijk beter tuis in de voor- en nadelen van de pneumatiese turbine motor dan in fijnzinnige geodetiese presisiepraat. „Zoals ik al zij", vervolgde hij ondertussen, „gaat het vooral om de mate, waarin de plaats van de monsters van uw boren te bepalen is. Als er een goed intern siesteem is, kunnen we dat relateren aan onze ijgen siestemen. We kunnen die stift desnoods bij een paar referentsiepunten houden. NGT GEODESIA 84

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 30