O ja, tussen haken, ik liet zoeven al iets vallen over het Zevenennegentigstaatsions
Deccanet. Dat gaat een aanzienlijke vereenvoudiging betekenen van onze werkwijze.
Als het gaat opereren, in 2011 naar we hopen, hoeven we voor een meting nog maar
één hulpzender op te stellen. Dat opstellen is nu nog best een kunst; je moet punten
zo uitzoeken, dat de zenders niet te veel in één vlak liggen. Sommige moeten daarom
op een verhoging. We hebben ligtgewigt masten, maar met die vandalen tegenwoordig
kun je ze nouwelijks meer een paar dagen laten staan; ze slopen ze er met verzekering
en al af met een termiese lans. Dat is allemaal bijna niet meer nodig als die zevenen
negentig permanente zenders gaan draaien! Er staan dan altijd drie of vier zenders digt
genoeg in de buurt om met de verijste nouwkeurigheid te meten. Teoreties zou je voor
een meting aan vier vaste zenders genoeg hebben, maar de snijding wordt voor de
Z-koördinaat veel te ongunstig; vandaar die ene hulpzender die nodig blijft, in posietsie
op een mastje vlakbij de metingmaar eh, ik geloof dat ik nu wat te diep op de detaijs
inga".
„Wel", zei Schuur, „ik moet zeggen, dat ik heel wat van u leer. Alhoewel dat nouwe
lijks nog nodig is om geodeet te worden, als ik dat zo hoor. Je moet dus een stift beet-
houden en op een knopje drukken? Ha ha, als mijn zoon dat hoort, weet hij meteen wat
hij worden wil, wed ik. Nou ja, in meer vakken is de perfeksie zo ongeveer berijkt.
Maar wat betreft de plaatsbepaling bij onze siestemen. wel, ik moet zeggen dat we
uiteraard meestal niet voor geodeten werken, en tien sentimeter lijkt me wat presies,
maar eh. Waarom ijgenlijk die presisie later?"
„Voor het ontwerp van de nieuwe Koloniekrabbers moeten allerlij trajekten van kabels
en lijdingen, zoals zuurstoflijdingen, gedetaijjeerd worden onderzogt op stoffen die ze
aantasten".
„Juist. Wel. Onze siestemen meten natuurlijk de diepte in het boorgat, en bij sguine
boringen de helling ten opzigte van de zwaartekragt, maar niet met een dergelijke nouw-
keurighijd. Die zult u overigens tevergeefs zoeken in onze branche. Het lijkt me evenwel
niet zo moeilijk om daar een betere voorziening voor te treffen, aangezien de afmetingen
van alle onderdelen uiteraard presies bekend zijn. Ik moet dat eens opnemen met
Konstruksie. Het is voor ons ook interessant te weten, dat daar een markt aanwezig is.
Ik moet het even opnemen, maar het lijkt me op het eerste gehoor geen groot probleem.
Zal ik u missgien over een week een offerte doen toekomen?"
De Vries vond het goed. Offertes konden er altijd bij. Er zouden er nog heel wat moeten
volgen voor een evenwigtige benadering van de aansgaf, want verdraaid, hij wist wijnig
van boorapparaten af. Net zo wijnig als wat Schuur van Zevenennegentigstaatsions
Deccanetten wist.
Schuur had nog wat folders meegebragt. De boren werden aangedreven door water
stofmotoren, en er was een geavanseerde prosessor aan boord, plus de nodige gee-
miese agtergrond. Het was heel indrukwekkend, maar De Vries was blij toen de folders
op waren en Schuur aanstalten maakte om te vertrekken.
„Bedankt voor uw komst, mijnheer Schuur".
„Wel, het was mij vanzelfsprekend een genoegen. Wat die offerte betreft, die heeft u
volgende week op uw buro".
Schuur vertrok, met agterlating van de folders, een demo-rom met de komplete besrij-
ving van de onderneming Verhagen Boorsiestemen NV en een termiese aansteker, sola-
ries oplaadbaar en gesierd met het Verhagen-vignet.
Zo, en nu naar Emmen. Kwart voor twaalf al. Dan moest hij maar wat harder rijden om
de file voor te zijn. Kostte wel wat meer benzine. Nou ja, hij wist de weg om tog wel
de bonnen te bemagtigen die hij nodig had. De meesten trouwens wel, anders zouden
er helemaal geen files bestaan. Stel je voor, dat er werkelijk volgens de offisiele sijfers
zou worden gereden. Dan kon je er wel weer een half miljoen nuttelozen bijsrijven, dit
maal uit de otomobielbranche.
Net als met die kernenergie, dagt hij, de airco op stand by knippend en naar zijn sleutels
tastend. Hoe lang werd daar nu al niet tegen geageerd en gedemonstreerd? Zeker al
vanaf zijn geboorte. Het beperken van het gebruik stond ook al jaren hoog in offisiele
belijdsvoornemens genoteerd. Nou? Stel dat die werkelijk werden uitgevoerd. Dan zou
hij wel telkens negen trappen kunnen nemen, dagt hij, omlaag zoevend. Kon de liften-
branche wel inpakken. En de gemeente Emmen zou bijvoorbeeld niet de aansgaf van
een General Dynamics Nuclear Mini Plant overwegen. Dan hoefden ze ook niet te weten
waar ze hun vaten konden laten. Dan hadden Ben en hij deze dagen ook duimen kunnen
draaien. Het was maar een voorbeeld.
Hij stapte in en reed de Schaepmansingel uit, op weg naar Ben, die bezig was met de
hoogtelijnenkaart van een paar heuveltjes, een ijndje buiten Emmen.
NGT GEODESIA 84 397