Geofysiogeet Het artikel heeft een beschouwend en wat relativerend karakter. Met het verleden als uitgangspunt wordt een indruk van de toekomst gegeven op het gebied van onder meer kaartvervaardiging, meting en berekening. Het behandelt dus meerdere aspecten van het landmeetkundige vakgebied. Het is niet in romanvorm geschreven, maar biedt toch een aardige manier om naar de toekomst te kijken. Het laatste deel van de inzending is jammer genoeg te uitvoerig en zonder relatie tot de toekomst. Mede om die reden en ook omdat het taalgebruik van deze inzending wat minder zorg vuldig is, heeft de jury de 3e prijs toegekend. (juryrapport) door ing. A. J. G. Zinken, hoofd van het Stafbureau van de gemeente Echt. Wat betekent 25 jaar in de eeuwen van landmeetkunde en kartografie? Aan het begin lijken die jaren een lange tijd, maar achteraf sta je versteld hoe snel ze zijn voorbij gegaan. Een mensenleven is niets bij de gedachte aan het pleistoceen bijvoorbeeld. Daarom vind ik, dat iedere gelegenheid moet worden aangegrepen om de ernst eens voor een paar tellen opzij te zetten en de fantasie, de pragmatische fantasie, de ruimte te geven. Het gezicht van de Hollander heeft toch al niet meer de bolle wangen met die gezonde blos. De protestrimpels zonder glimlach zijn in de plaats gekomen van de on deugende trekken, onstaan door een leven van werken en plezier. Aan een van de muren van mijn kantoor hangt een portret van een door het leven gete kende oude man. Zijn verfomfaaide hoed met een aflopende smalle rand staat achterop zijn hoofd. De pijp, in zijn door een baard verborgen mond, accentueert de vredigheid die van hem uitstraalt. Hij lijkt het eeuwige leven. Maar toch gaf ook hij eens de pijp aan Maarten! De Griekse kartograaf Anaximander kon volgens mij weieens hebben geleken op die oude man van dat kunstwerk. Een rustgevend gezellig type, die met een oorlam voor zijn neus de zeevaarders verhalen ontfutselde. Zelf durfde hij natuurlijk niet de zee op. Kartografen en landmeters zijn van nature behoudend, geen avonturiers. En wat moeten ,,land"meters eigenlijk op zee? Die Anaximander 600 v. Christus) was misschien wel kroegbaas aan de haven en luisterde dus goed naar die zeebonken met hun stoere ver halen. Met de gegevens uit die verhalen maakte hij een tekening van een, zoals pas veel later zou blijken, eeuwenlang stripverhaal. Wij landmeters noemen dat onze eerste be kende kaart. Uit die kaart bleek ook de angst van de zeelui om van de aarde te vallen. De horizon was de rand waarover nog niemand durfde te kijken. De rechthoekige Pytha goras doorzag de reisbeschrijvers en verkondigde doodleuk, dat de aarde rond moest zijn, wat voor die tijd een zeer gedurfde uitspraak was. In het landmeetkundige stripverhaal volgden nog vele plaatjes. Sommige waren veel zeggend en andere weinigzeggend, maar wel sfeeraanduidend. Neem bijvoorbeeld de ketters, die verkondigden dat de aarde het middelpunt in het heelal is, waaromheen de zon, sterren enz. in cirkelvormige banen draaien. Zij kenden moeilijke tijden. Eratosthenes daarentegen maakte van die wetenschap handig gebruik en berekende met behulp van de zon de straal van de aarde en verdiende zodoende de eeuwigheid. Ptolemeus kwam toen met de kegelprojectie. Crates dacht aan het gewone volk en maakte een globe zonder Amerika, want van dat werelddeel wist hij niets. Copernicus ontdekte, dat de zon het stilstaande middelpunt is, waar de aarde, de maan enz. in cirkelvormige banen omheen draaien. Tevens stond voor hem vast, dat de aarde om zijn eigen as draait. Met deze wetenschap durfde hij niet in de openbaarheid te komen. Keppler verwierp de theorie van de cirkelvormige banen. De planeten moesten volgens hem ellipsbanen beschrijven. Verkort na overleg met de auteur. NGT GEODESIA 84 399

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 33