wonderlijk, dat ik op de agenda van de bestuursvergadering van 17 september 1960 (ons
blad draaide een jaar) het agendapunt aantrof: voorstel Rijsdijk (redactie) betreffende
een te houden congres. Dit werd met algemene stemmen aangenomen en op 12 novem
ber daaropvolgend werd een congrescommissie benoemd: Cock, Draisma en Rijsdijk.
Hun taak was het organiseren van het congres, dat zou plaatsvinden in het najaar van
1961. Op 13 oktober 1961 werd het eerste NGL congres gehouden en wel in Delft in de
Doelen. Ik herinner me een bomvolle zaal en een uitputtende rij sprekers. In de wandel
gangen werd door onze adverteerders een tentoonstelling gehouden en demonstraties
van landmeetkundige instrumenten gegeven. Naar mijn mening is deze eerste grote
demonstratie naar buiten een doorbraak geworden van de engere kring van lagere en
middelbare ambtenaren naar het grote geheel van allen die met landmeetkunde bezig
waren.
Prof. Kruidhof uit Wageningen gaf bij zijn lovende speech aan de lunch een voorzet voor
open doel door zijn vergelijking van primaire en secundaire netten met academici en
andere technici onder de landmeetkundigen. En dat in die tijd, waarbij vele „primairen"
zich ophielden met eenvoudige landmeetkundige problemen en „secundairen" belang
rijke objecten onder handen hadden met grote verantwoordelijkheden. In het slotwoord
werd onder groot enthousiasme van de aanwezigen hierop gereageerd en werd deze
voorzet dankbaar in een doelpunt omgezet.
Zowel bij het bedrijfsleven als in de NLF en bij KNL werd men wakker geschud door dit
evenement in Delft, en al spoedig waren de resultaten merkbaar. Nauwere samen
werking, zoals bij rayonbijeenkomsten, en meer zakelijke belangstelling van het be
drijfsleven kenmerkten de volgende jaren. Ook het samengaan met andere verenigingen
leidde tot nauwere bindingen, zelfs tot fusiebesprekingen. Het NGL was de kleuterjaren
goed doorgekomen en beloofde veel voor de naaste toekomst.
Consolidatie
Het eerste congres was geheel gewijd aan de fotogrammetrie. Omdat werd gesproken
van een eerste congres, is het bijna vanzelfsprekend dat er een tweede moest komen,
liefst meerdere. Dat ging echter niet in een vloek en een zucht; nee, vele zuchten
werden geslaakt, vooral door de volgende commissies. Gelukkig waren er in de om
geving van Arnhem enkele enthousiaste leden, die onder de eminente leiding van
Schrikkema de moeilijkheden wisten te overwinnen, en van de volgende congressen een
steeds groter succes maakten.
Het was ons streven om de twee jaar een congres te houden; welnu, dit is volledig in
vervulling gegaan. De tentoonstellingen die steeds meer belangstelling gingen krijgen,
hebben hierin een groot en onmisbaar aandeel gehad.
Concertzaal Musis Sacrum, Arnhem. 1963.
NGT GEODESIA 84