In vertrouwen verder Het Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde bestaat 25 jaar en als je daar ruim 14 jaar mee bezig bent geweest en er vele goede herinneringen aan hebt overgehouden, dan zeg je natuurlijk ,,ja" op het verzoek om daar nog wat over te vertellen. Als bestuurslid leerde ik het NGL kennen in de zuinige periode: veel enthousiasme, maar weinig of geen geld. Daar kwam spoedig verandering in en in 1967 nam ik mèt de voor zittershamer een zeer gezond bedrijf over. Wij beschouwden het tijdschrift „Geodesia" en het congres als onze paradepaardjes. Als ik terugblik naar die periode en kijk naar de congressen en studiedagen van nu, dan constateer ik, dat er bijna geen beroepen zijn, die vanuit hun vakgebied dergelijke manifesaties opzetten. Veelal heeft de commer cie er zich dan al meester van gemaakt. In de landmeetkunde werkt de commercie loyaal mee. U zult begrijpen, dat de verplaatsing van het tweejaarlijkse congres van Arnhem naar Utrecht voor het NGL een bijzondere gebeurtenis was en naar nu nog steeds blijkt, een goede greep is geweest. We hebben hard gewerkt aan studiedagen, soms bewust met een beperkt aantal deel nemers om werkelijk praktisch bezig te kunnen zijn. Allemaal zaken die ook nu nog belangrijk zijn voor het NGL en voor de leden. Het is van enorm belang om in ons vakgebied op de hoogte te blijven van de ontwikke lingen, die soms met grote snelheid op ons afkomen. De taak van het bestuur is in dit opzicht nog maar weinig veranderd, misschien uitgebreid. In de huidige tijd moet niet alleen het aanbod worden verzorgd maar ook de begeleiding ernaar toe. Wat ik daarmee bedoel? Ik maak mij zorgen over die bedrijven, die als een vorm van bezuiniging het per soneel niet de faciliteiten geven om aan studiedagen en congressen deel te nemen en dit niet meer stimuleren. Dat is een uitermate slecht beleid en een voorbeeld van ver keerd bezuinigen. Er is nog iets waarop ik wil wijzen. Zo vind ik, dat er bij de toetreding van het NVG tot het NGL een schoonheidsfoutje is gemaakt, toen er is afgesproken, dat de NVG de Nederlandse vertegenwoordiger in de FIG zou blijven. Oriëntatie over de landsgrenzen vindt bij uitstek in FIG-verband plaats en er worden daar activiteiten ontplooid, die beter toegankelijk moeten worden voor het NGL. We hebben wel toegang, maar we moeten erbij horen. Na de toetreding van de NVG is het NGL de representant van landmeet kundig Nederland. Nu die afspraak vijf jaar oud is, kan deze wel weer eens ter discussie worden gesteld. Als de FIG nog eens naar Nederland wil komen, is het alleen het NGL dat daarvoor een congres kan organiseren. Ik heb het bestuur nog niet gefeliciteerd, maar deze constatering houdt een felicitatie in aan het einde van deze eerste 25 jaar! Dit jubileum betekent, dat met voldoening kan worden teruggezien op wat er is bereikt en dat is veel, maar het uitstippelen van beleids lijnen naar de toekomst geeft een krachtige impuls voor nieuwe ontwikkelingen en ik kon niet nalaten op vrijmoedige wijze wat discussiestof aan te dragen! Ik wens het NGL en allen die zich met de komende ontwikkelingen zullen bezighouden veel succes! ing. B. M. de Bruin (voorzitter NGL 1967 - 1975) NGT GEODESIA 84 375

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 9