L R
a
Een goede keuze van een van de technieken uit fig. 1
wordt onder andere bepaald door de menselijke capaci
teiten (diepteperceptie), de technische faciliteiten (hard
ware) en het doel van de driedimensionale weergave (bij
voorbeeld ten behoeve van metingen in de kaart).
3. Stereoscopie
Het ruimtelijk waarnemingsvermogen van de mens is ge
baseerd op het tegelijkertijd waarnemen door beide ogen
van (verschillende) beelden van de omgeving. In de her
sens vloeien beide beelden samen, waardoor er een drie
dimensionale indruk van die omgeving ontstaat.
Bij het stereoscopisch waarnemen (optisch stereo be
kend uit de fotogrammetrie) vindt er een reconstructie
plaats van bovenstaand proces. Men gebruikt hiertoe
twee vanuit verschillende posities gemaakte foto's. Het
ruimtelijk beeld ontstaat nu, wanneer men vervolgens
aan een tweetal voorwaarden voldoet. Dit betreft als
eerste het principe van de beeldscheiding; het gebruik
van een stereoscoop zorgt ervoor dat ieder oog een
ander beeld waarneemt. Ten tweede moeten de rich
tingen, waaronder beide ogen corresponderende punten
in de beelden waarnemen, elkaar in de ruimte snijden;
beide foto's moeten in een goede onderlinge positie wor
den geplaatst.
In de kartografie kan men deze techniek toepassen. In
plaats van twee foto's gebruikt men twee kaarten. In de
meeste gevallen gebruikt men als linkerbeeld een nor
male kaart en als rechterbeeld een kaart, waarin parallax-
verschil is aangebracht. Het aanbrengen van het paral-
laxverschil is noodzakelijk om de opname van beide beel
den vanuit verschillende posities te simuleren. Vervol
gens kan men, nadat aan beide bovenstaande voorwaar
den is voldaan, de kaartinhoud driedimensionaal waar
nemen.
De grootte van het parallaxverschil (ook wel langsparal-
lax of x-parallax genoemd) is sterk van invloed op de
diepte-illusie in het uiteindelijke beeld. Fig. 2 licht dit
begrip toe [Ligterink, 1982],
Fig. 2a geeft het parallaxverschil in twee beelden van
punt B aan: nn' - bb'Uit fig. 2b blijkt, wat voor effect
hoogteverschillen in het ruimtelijk beeld hebben op het
parallaxverschil. Het parallaxverschil van punt A (aa'is
groter dan dat van punt B (bb'Hiervan kan de karto-
graaf gebruik maken door aan symbolen die hoger in het
driedimensionale beeld moeten liggen (doordat ze een
grotere thematische waarde hebben) een groter paral
laxverschil te geven. Tevens kan de kartograaf gebruik
maken van uit de literatuur bekende [Worth, 1978] toe
te passen schalingsfactoren voor driedimensionale pre
sentaties.
In de kartografische literatuur [o.a. Jensen, 1978] is al
eens gewezen op de positieve rol die de stereokaart kan
spelen in het kartografische communicatieproces. Het
stereo-effect is namelijk te gebruiken om de in kaarten
gewenste visuele hiërarchie te versterken. Visuele hiërar
chie, een term uit de kartografische grammatica [Dent,
1972], veroorzaakt in het kaartbeeld het effect dat de
verschijnselen/symbolen, die als eerste onder de aan
dacht van de kaartlezer moeten vallen, dit ook doen door
bijvoorbeeld hun felle kleur of donkere arcering. Door
het stereo-effect wordt aan het kaartbeeld letterlijk een
extra dimensie gegeven, zoals later in fig. 4 en 5 duidelijk
is te zien.
Een stereokaart verbetert de communicatieve eigen
schappen van een kaart. Waarom zijn er dan niet meer
stereokaarten? Dit komt, omdat er ook een aantal na-
Fig. 2. Parallaxverschil.
delen aan het gebruik van de stereokaart vastzit.
Om de kaarten goed te kunnen lezen, hebben de meeste
gebruikers een hulpmiddel nodig, de stereoscoop (zie
appendix). Hierbij komt, dat niet alle gebruikers stereo
scopisch kunnen zien, zodat mogelijk niet de gehele
doelgroep van de kaart wordt bereikt. Het gebruik van
een stereoscoop beperkt tevens het formaat (in de x-
richting) van de kaarten, wat weer consequenties heeft
voor de kaartinhoud. Een ander bezwaar is, dat er twee
in plaats van één kaart moet worden gemaakt, wat naast
extra tekentijd ook enige rekentijd vraagt. Met het hierna
te bespreken computerprogramma, dat verschillende ty
pen stereokaarten kan maken, komt dit nadeel overigens
nagenoeg geheel te vervallen.
4. Het computerprogramma
Het stereokaarteerprogrammapakket is momenteel bij
de Afdeling der Geodesie van de TH Delft geïmplemen
teerd op een VAX 751 in combinatie met een Interactief
Grafisch Systeem van Intergraph. Het bestaat, zoals
fig. 3. laat zien, uit drie modules. Module I en III (respec
tievelijk voor in- en uitvoer) bestaan uit reeds bij de Afde
ling der Geodesie ontwikkelde of aanwezige software.
424
NGT GEODESIA 84