nodjle I nodjle II nodule III Fig. 3. Overzicht van het stereokaarteerpakket. Voor module I betreft het een digitalisatieprogramma en een conversieprogramma, dat de resultaten van het digi- talisatieproces omzet in een Dime-achtige structuur (een topologische structuur), waarop andere software van de Afdeling der Geodesie verder bouwt. De uitvoermodule (module III) bevat een programma, dat coördinatenbestanden omzet in een voor het inter actief grafisch systeem geschikt formaat (de design-file). Tenslotte maakt men gebruik van de software van het interactieve grafische systeem om de kaart te perfectio neren. Dit betreft onder andere het plaatsen van teksten, het arceren van de geografische eenheden en de scha ling afhankelijk van het type te gebruiken stereoscoop. Module II, de kern van het stereokaarteerpakket, is een in Fortran 77 geschreven programma, dat uit een aantal subroutines bestaat. Als eerste betreft het een benoemingssubroutine, waarin de gebruiker aan de tijdens de digitalisatie gecreëerde polygonen (bijvoorbeeld geografische eenheden als pro vincies) hun geografische naam geeft. Dit vereenvoudigt later de invoer van de thematische waarden. Een vol gende subroutine leest de output-file van module I en vraagt om de thematische gegevens (bijvoorbeeld de be volkingsdichtheid van de geografische eenheden). De derde subroutine geeft de gebruiker de mogelijkheid om de vorm van de uiteindelijke kaart te kiezen. Dat wil zeg gen dat er een keuze mogelijk is tussen een kaart met puntsymbolen en een kaart met oppervlaktesymbolen (respectievelijk een figuratieve en een choropleetkaart). Hierna volgt een classificatieproces van de thematische informatie (voor de kaart met puntsymbolen optioneel) volgens een rekenkundige classificatiemethode (het nested-mean" principe). Vervolgens berekent een vierde subroutine alle coör dinaten van de symbolen in het linker- en het rechter- kaartje. Voor het laatste kaartje geldt hierbij, dat de x-parallax wordt aangebracht op grond van het classifi catieproces (in het geval van de ongeclassificeerde punt symbolen worden deze proportioneel met de themati sche waarden weergegeven). Tot slot levert een sub routine statistische uitvoer, waarmee de kartograaf in module III kan werken. 5. Resultaten Stereokaarten met puntsymbolen Een van de mogelijk te produceren kaarten met behulp van het stereokaarteerprogramma is een figuratieve kaart (zie fig. 4b). In een figuratieve kaart worden ver schillende eigenschappen of waarden van een verschijn sel door figuren (die kunnen variëren in kleur, vorm of grootte) op een bepaalde locatie weergegeven. Het ste reokaarteerpakket levert kubussen, die in grootte kun nen variëren. Om de symbolen als kubussen op de ge bruiker te laten overkomen, is experimenteel vastgelegd dat het parallaxverschil 1/12 van de lengte van een zijde van een kubus moet zijn. Module II levert de kubussen in een rudimentaire vorm af (fig. 4a), die daarna in module III moeten worden be werkt tot kubussen als in fig. 4b. digka IGS-sof tware naamgeving geografiscne eenheden invoer thematische gegevens classifïcatie thematische gegevens generatie coördinaten linker- en rechterkaart en legendahokjes kaartkeuze Fig. 4. Stereokaarten met puntsymbolende bevolkingsdichtheid van Nederland per provincie. NGT GEODESIA 84 425

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1984 | | pagina 7