OBJECT A OBJECT B
resultaat als in fig. 5a is weergegeven. Met behulp van
module III is het kaartje bewerkt tot het resultaat in fig.
5b.
Doordat stereokaartjes maar beperkte afmetingen kun
nen hebben, is de totale informatie die men kan over
brengen, beperkt. Stopt men er te veel informatie in,
dan wordt het onleesbaar. De grens van het toelaatbare
is hier eerder bereikt dan bij normale kaartjes. De mate
van generalisatie van de geografische eenheden blijkt
hierbij een belangrijke rol te spelen. Het stereo-effect
wordt namelijk negatief beïnvloed als de grenzen van de
geografische eenheden te gedetailleerd zijn.
Afhankelijk van de ruimtelijke verspreiding van het the
ma kan de toepassing van de stereokaart zijn doel voor
bijschieten. Bevindt de concentratie van het verschijnsel
zich aan de rechterkant van het kaartje, dan treedt er een
sterke overlap op, die uitermate storend werkt op het
stereo-effect. Een suggestie (Jensen, 19781 ter voor
koming van overlap is het gebruik van stereokaarten-
met-tussenbanden ter grootte van de maximale x-paral-
lax, waardoor geen overlap kan optreden. Met de tus-
senbanden is het overlappingsprobleem wel opgelost,
maar het kaartbeeld wordt enigszins onsamenhangend.
6. Conclusies
De stereokaarten kunnen een grotere verspreiding/toe-
passing krijgen, nu ze eenvoudig met de computer kun
nen worden gemaakt. Het enige wat van de potentiële
gebruiker/producent wordt verwacht, is het digitaliseren
van het te kaarteren gebied, het invoeren van de thema
tische waarden, het kiezen van een kaarttype en tot slot
het vervolmaken van het resultaat door het toevoegen
van teksten en eventueel arceringen.
De in de tekst genoemde bezwaren, zoals de noodzaak
van een stereoscoop en de beperkte inhoud door het ge
ringe formaat, blijven van kracht. Overigens kan het pro
gramma ook z.g. anaglyfenkaarten maken. De twee
kaarten uit bijvoorbeeld fig. 4 worden dan in comple
mentaire kleuren (bijvoorbeeld rood en groen) met be
hulp van het interactieve grafische systeem over elkaar
afgebeeld. Dit beeld wordt vervolgens met een „rood
groenbrilletje" bekeken, waardoor de kaart driedimen
sionaal wordt waargenomen. Uit praktische overwegin
gen zijn hiervan in het artikel geen voorbeelden opgeno
men.
Dit artikel is zeker geen pleidooi om voortaan alle kaarten
in stereo uit te voeren. Het visuele effect van de stereo-
kaarten, zeker in het geval van de puntsymbolen, ver
sterkt echter de communicatieve waarde van de kaarten.
In de toekomst hoop ik nader te kunnen berichten over
de perceptie van de kaartgebruiker ten opzichte van de
driedimensionale kubussen, zodat er met zekerheid iets
over de waarde van dit kaarttype valt te zeggen.
Appendix
Mochten de lezers niet in het bezit zijn van een zakste-
reoscoop om fig. 4 en fig. 5 goed te kunnen bekijken,
dan biedt fig. 6 enige uitkomst. Dit figuurtje is afkomstig
uit de Manual of Photogrammetry (3e editie), p. 523,
vol. I; uitgegeven door de American Society of Photo
grammetry. Met behulp van dit eenvoudige geometri
sche stereogram is het mogelijk om zonder stereoscoop
toch een ruimtelijk beeld te krijgen. Plaats hiertoe een
strook papier tussen object A en object B en staar met
het linkeroog naar A en met het rechter naar B. Beide
objecten zullen samenvloeien en het gewenste drie
dimensionale effect geven. Deze procedure kan ook
voor fig. 4 en fig. 5 worden toegepast, waarbij het visue
le effect in fig. 4 waarschijnlijk het grootst zal zijn.
Fig. 6. Eenvoudig geometrisch stereogram.
Lukt ook dit niet dan is een alternatieve methode het ste
reozien met behulp van een spiegeltje. Hiervoor is het
noodzakelijk dat het rechterkaartje in spiegelbeeld wordt
afgedrukt, zoals in fig. 7 is afgebeeld. Om het stereo
effect te verkrijgen plaatst men het spiegeltje op de lijn
tussen het linker- en het rechterkaartje in fig. 7, met de
spiegelende kant naar het rechterkaartje. Vervolgens
brengt men het hoofd tot iets boven de rand van het
spiegeltje en kijkt men met het linkeroog naar het linker
kaartje en met het rechteroog in de spiegel (zie fig. 8).
Visueel zullen beide beelden in elkaar vloeien en het ge
wenste driedimensionale effect opleveren.
Fig. 7. Spiegelstereogram van Nederland.
NGT GEODESIA 84 427