f Deze splitsing in drie delen vinden we ook terug in de eindstudie van het studieprogramma. Studieprogramma De eerste fase-opleiding met een cursusduur van 4 jaar bestaat uit een gemeenschappelijke basisstudie van 2 V2 jaar, die breed van opzet is en een eindstudie van 1 M> jaar, die gedifferentieerd is. Hierbij kan worden opgemerkt, dat de eerste fase dus op twee manieren kan worden gesplitst: - geregeld bij de wet: propedeutische fase: 1 jaar doctorale fase: 3 jaar - volgens studieprogramma: basisstudie: 214 jaar eindstudie: 114 jaar 4 jaar 4 jaar In tegenstelling tot de propedeutische fase wordt de basisstudie niet afgesloten met een officieel examen. Basisstudie eerste fase Tabel 1 geeft een overzicht van de gemeenschappelijke basisstudie van de eerste fase, zoals deze is vastgesteld voor de cursus 1984/1985. In de tabel is per vak per jaar in kolom A het aantal college-uren aangegeven en in kolom B het aantal practicamiddagen. Het programma is afgestemd op een flink aantal uren zelfstudie. In de tabel is niet opgenomen de studielast, zoals deze geldt voor een „gemiddeld" student. Voor bijna alle vakken is de volgende regel van toepassing: 1 college-uur 3 uur studielast 1 practicummiddag 3 uur studielast Voor recht geldt een zwaardere studielast per college uur, namelijk ongeveer 1 4. Vergelijken we dit programma met het studieprogramma van vóór de invoering van de twee-fasenstructuur, dan valt het volgende op te merken. Ondanks de verkorting van de cursusduur, van 5 jaar naar 4 jaar, is er ook in het nieuwe programma weer een royale plaats voor een bre- Basisstudie 1e jr. 2e jr. 3e jr.*) Totaal A B A B A B A B 1Analyse B 122 32 154 2. Lin. algebra 96 96 3. Inl. informatica 24 13 24 13 4. Mechanica 32 32 5. Statistiek geodeten 32 32 64 6. Fysische geodesie 16 8 24 40 8 7. Meetk. geodesie 10 26 16 52 8. Zeegeodesie 16 16 9. Ruimtegeodesie 10 32 42 10. Math, geodesie 26 8 48 6 32 20 106 34 11. Landmeetkunde 24 20 24 20 12. Fotogrammetrie 10 32 13 24 13 66 26 13. Elektr. instrumenten 24 3 24 3 14. Kartografie 24 16 16 16 40 32 15. Vastgoedsystemen 24 16 15 24 64 15 16. Plan. geodesie 16 3 10 2 24 4 50 9 17. Onr. goed recht 32 50 32 114 18. Zomerkamp 40 46 86 19. Inl. computer gebruik 16 20 16 20 20. Integraal practicum 8 13 21 21. Econ. voor geodeten 32 32 22. Geod. en maatschappij 32 6 32 6 23. Project 39 39 514 106 398 137 176 89 1088 332 half jaar. Kolom A: aantal college-uren per jaar. Kolom B: aantal practicamiddagen per jaar. Tabel 1. Overzicht van het aantal college-uren en practicamiddagen per vak per jaar in de basisstudie, waarvan de cursusduur 2% jaar is. 10 de basisstudie van 214 jaar, die gemeenschappelijk is voor alle studenten. Ook de toekomstig geodetisch inge nieur moet in principe kunnen werken op het gehele brede gebied van de geodesie, zowel wat de fysisch- mathematische kant betreft als de planologisch-admini- stratieve. Ondanks deze reductie blijven er toch nog een flink aantal middagen over, totaal 332, die zijn gereser veerd voor praktische oefeningen, inclusief een project. De verschillende laboratoria blijven dan ook een belang rijke rol spelen in de opleiding, o.a. bij landmeetkunde, kartografie, fotogrammetrie, rekentechniek, enz. Fig. 1. Fotogrammetrisch laboratorium. In het eerste jaar van de basisstudie komen naast de wis kundevakken, zoals analyse, algebra, statistiek en infor matica, ook alle hoofdaspecten van de geodesie aan de orde. Het is de bedoeling, dat reeds in het eerste jaar enkele hoofdlijnen van de geodesie duidelijk worden. Het P-examen na het eerste jaar moet niet alleen selec tief zijn, maar ook zoveel mogelijk representatief voor het vakgebied. Met het oog op dit laatste worden nu ook in het eerste jaar inleidingen gegeven van de vakken meetkundige geodesie, ruimtegeodesie en fotogramme trie en is het vak kartografie in het eerste jaar uitgebreid. Om de verbanden te leggen tussen de verschillende geo detische vakken en de maatschappelijke toepassingen dient het vak geodeet en maatschappij. In het tweede jaar komen naast een restant wiskunde en statistiek de volgende nieuwe vakken aan de orde: fysi sche geodesie, zeegeodesie en elektronische instrumen ten. De overige vakken zijn een voortzetting van de geo detische vakken uit het eerste jaar, met uitzondering van: inleiding computergebruik, economie en integrale practicum. Zowel bij de inleiding computergebruik als bij het integrale practicum speelt het interactief grafisch systeem een belangrijke rol. Verder dient in het tweede jaar een keuze te worden ge maakt uit een lijst van meer maatschappijgerichte vak ken, welke overeenkomt met een studielast van 200 uur. In het derde jaar, dat slechts een half jaar omvat, worden nog een aantal vakken uit het tweede jaar voortgezet. Bovendien moet in dit jaar een flink aantal middagen worden besteed aan een project. Fig. 2. Interactief grafisch systeem. NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 12