Uit de examenresultaten blijkt, dat het praktisch gedeel te van het examen voor landmeettechnicus geen ernstig struikelblok vormt. Voor zover bekend beperkt de detail meting zich tot de meting met meetband en prisma. Dat de detailmeting volgens de methode met poolcoördina ten niet praktisch wordt getoetst, lijkt niet bezwaarlijk, omdat de klassieke detailmeting meer inzicht, initiatief en vaardigheid vereist. De conclusie kan luiden, dat de inhoud van het examen voor landmeettechnicus bevredigend kan worden ge acht, hoewel het rekengedeelte niet meer bij de moderne mogelijkheden aansluit. Bij het voorgestelde wegvallen van het examen voor rekenaar zou men op de gedachte kunnen komen, het rekengedeelte van de landmeettech nicus van moeilijkere rekenopgaven te voorzien om tot een soort combinatie te komen. Dit is niet aan te raden, omdat het examen voor landmeettechnicus toch al zwaar genoeg is, en een adequate modernisering van het rekengedeelte om eerdergenoemde redenen toch niet kan worden gerealiseerd. De inhoud van het examen voor landmeetassistent geeft geen aanleiding tot opmerkingen. Regeling van de examens De wens van sommige beantwoorders van de enquête om jaarlijks examens af te nemen kan gezien de ervaring, die juist tot verlaging van de frequentie heeft geleid, niet worden gehonoreerd. De wens om deelexamens in de even jaren te houden, komt in feite op hetzelfde neer, omdat de examencommissie dan toch vrijwel continu bezig zou moeten zijn. Bovendien tasten deelexamens het principe van integrale toetsing aan, dat bij een prak tijkexamen toch wel van betekenis is. Overigens bestaat er een soepele vrijstellingsregeling, waarbij het cijfer 7 voor een vak vier jaar geldig blijft. De commissie beveelt aan, herexamens kort na de examens mogelijk te maken (uiteraard onder de nodige voorwaarden), gezien de lan ge wachttijd van twee jaar, die uit falen op hoofdzakelijk een enkel onderdeel kan voortkomen. De toelatingseis dat een kandidaat die reeds driemaal is afgewezen slechts in bijzondere gevallen nog eens wordt toegelaten tot het examen, lijkt overbodig. Indien wordt overgegaan tot het afschaffen van de examens voor rekenaar en tekenaar, zou deze toelatingseis in ieder geval voor de laatste keer of keren dat ze worden afge nomen, moeten vervallen om iedereen nog een kans te geven. Opleidingen De opleiding voor de examens vormt een zeer wezenlijk knelpunt. Hoewel het lage percentage geslaagden van rond 30% niet ongebruikelijk is voor vergelijkbare exa mentypen, moet dit toch onbevredigend worden geacht. Uit de enquête blijkt, dat ongeveer 60% van de kandida ten wordt opgeleid door particulieren, ongeveer 10% zelfstandig studeert, eventueel met steun van de werk omgeving, en ongeveer 30% een schriftelijke opleiding heeft gevolgd. De praktijk bij allerlei examens (speciaal eindexamens) leert, dat opleiding voor een belangrijk deel bestaat uit examentraining met behulp van de opgaven van vroeger gehouden examens. Hier schuilt een gevaar in, omdat het kan ontaarden in africhten in plaats van vormen van een leerling. Bij de NLF-examens is dit soort training on ontbeerlijk. De examencommissies spannen zich in om deze training mogelijk te maken door de uitgewerkte examenopgaven verkrijgbaar te stellen, met extra com- NGT GEODESIA 85 mentaar op veelvuldig gemaakte fouten of gebreken. De bestaande schriftelijke cursussen zijn niet speciaal ge richt op de NLF-examens en zullen op zichzelf gezien niet de vereiste praktische vaardigheid en training kun nen leveren. Over de particuliere opleiders en hun methoden is weinig bekend. De commissie beschikte alleen over informatie betreffende de Stichting Praktijkopleidingen Landmeet technicus die speciaal is gericht op het NLF-examen. Het ligt voor de hand, dat de opleiders veel aandacht schenken aan examentraining. Uit de reactie van een tekenaar op de enquête bleek, dat zijn examentraining toch niet de basiskennis en het inzicht had gebracht die nodig waren om een situatie aan te kunnen die wat van het vertrouwde afweek. Vooral bij tekenaars lijkt de praktijk van het landmeten vaak een nogal vreemd ge bied te zijn. Naar de mening van onze commissie zouden de examencommissies er goed aan doen de examen eisen scherper te definiëren dan in het prospectus ge beurt, door expliciete verwijzing naar stukken literatuur. Opleiders en uiteraard kandidaten zouden een beter ge bruik kunnen maken van de uitgewerkte examenopga ven met gesignaleerde fouten en gebreken, die bij de examencommissies verkrijgbaar zijn. Tenslotte zou het naar onze mening goed zijn, als er weer op de NLF- examens gerichte schriftelijke cursussen verkrijgbaar zouden zijn om althans de theoretische studie te onder steunen. In samenhang daarmee bevelen wij aan, met PBNA in overleg te treden inzake de praktische vorming van kandidaten en over de positie van de NLF-examens als algemene praktijkexamens, die ook voor geslaagden van schriftelijke cursussen en andere opleidingen van waarde kunnen zijn. Hierbij dienen de NLF-examens hun autonome karakter te behouden. leder kan hierna kennis nemen van onze conclusies en aanbevelingen. Voor afzonderlijke toelichtingen ont breekt de gelegenheid, maar ik wil een uitzondering ma ken voor de laatste conclusie die luidt: ,,De Nederlandse landmeetkundige wereld is grote dank verschuldigd aan allen die eraan hebben meegewerkt dat de NLF-examens werden ingesteld en dat ze met een uit stekende reputatie nu al gedurende meer dan 40 jaar hebben gefunctioneerd. Ik wil hier een eresaluut brengen aan de initiatiefnemers, grondleggers en bestuurders die de NLF-examens in het leven hebben geroepen en gehouden. Maar vooral een eresaluut aan alle vroegere en tegenwoordige leden van de examencommissies die, zonder op de voorgrond te treden, met belangeloze toewijding een enorme hoeveel heid werk hebben verzet en nog verzetten, tot heil van honderden gediplomeerden en van de Nederlandse land meetkunde als geheel. Tenslotte spreek ik mijn hartelijke dank uit aan de leden van de commissie, de heren Berends, Benda, De Bruin, Van den Hoven, De Jong en Schepers voor hun grote in breng en voor de wijze waarop wij samen het rapport tot stand hebben kunnen brengen. Conclusies en aanbevelingen uit het rapport 1. De NLF-examens voor de diploma's landmeettech nicus, landmeetkundig rekenaar en landmeetkundig tekenaar zijn niet meer nodig vanuit het oogpunt van de voorziening van de arbeidsmarkt met gekwalifi ceerd personeel in het midden- en hoger kader. 2. In de huidige situatie is de maatschappelijke beteke nis van de NLF-examens, genoemd onder 1, gele- 23

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 25