naar de mogelijkheid om één of liefst meer regionaal
gespreide opleidingen landmeetkunde op MTS-niveau in
te stellen.
De commissie bracht in februari 1974 een nota uit. Ge
zien de landelijke behoefte aan middelbaar landmeet
kundig personeel (ongeveer 100 afgestudeerden per
jaar) achtte de commissie het zinvol over te gaan tot het
instellen van een landmeetkundige opleiding aan vier a
vijf MTS-en. De onderwijscomissie achtte het verder een
zaak van de Vereniging van Middelbare Technische
Scholen, de VMTS.
Er zou een programma moeten worden opgesteld door
een z.g. leerplancommissie, bestaande uit vertegen
woordigers van MTS-zijde en de landmeetkundige dien
sten en instellingen.
Enkele MTS-en hadden reeds laten blijken, dat men be
langstelling had voor een afdeling Landmeetkunde. Aan
gezien de procedure tot het instellen van een afdeling
vier jaar kan vergen, wilden de betreffende scholen be
ginnen met een gedifferentieerde richting Landmeet
kunde binnen de afdeling Weg- en Waterbouwkunde,
aangezien men dan sneller kon starten. De differentiatie
begint dan in het tweede leerjaar.
De MTS te Arnhem heeft bij het VMTS-bestuur reeds
lang een verzoek ingediend een leerplancommissie in te
stellen om een MTS-opleiding Landmeetkunde te reali
seren. Ook hebben enkele scholen inmiddels een aan
vraag voor een afdeling Landmeetkunde bij het Ministe
rie van Onderwijs en Wetenschappen ingediend. Dit
blijkt echter een zaak van lange adem te worden, want
na tien jaar is de afdeling nog niet gerealiseerd!
Daar het bestuur van de VMTS geen initiatieven ont
plooide om een leerplancommissie in het leven te roe
pen, stelde de onderwijscommissie van de NVG in sep
tember 1974 een Werkgroep Leerplan Landmeetkunde
MTS" in. De opdracht aan de werkgroep was:
- het instellen van een onderzoek naar:
1. de behoefte aan afgestudeerde MTS-ers Land
meetkunde;
2. de mogelijkheid om een afdeling Landmeetkunde
bij de MTS onder te brengen.
- het doen van voorstellen inzake:
1. de outillagelijst;
2. de lerarenbezetting;
3. het samenstellen van een lestijdentabel;
4. het samenstellen van een leerplan;
5. het uitbrengen van een rapport.
In maart 1975 werd het rapport van de werkgroep door
het bestuur van de NVG aangeboden aan het VMTS-
bestuur, dat zich echter zeer gereserveerd opstelde. De
werkgroep is bij het opstellen van het leerplan uitgegaan
van een differentiatie in de tweede klas binnen de afde
ling Weg- en Waterbouwkunde (WW), aangezien ook
het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen een af
deling Landmeetkunde (LM) niet wenselijk achtte.Het
NVG-bestuur verzocht het VMTS-bestuur tevens het in
stellen van een „richting Landmeetkunde" te bespoe
digen, op basis van het rapport van haar werkgroep.
In juni 1975 kregen de Hendrik de Keyser-MTS te Am
sterdam en de MTS te Arnhem toestemming van het
Ministerie om binnen de afdeling WW te beginnen met
een differentiatie LM. De Hofstede-MTS te Hengelo
kreeg in mei 1976 eveneens deze toestemming.
In augustus 1976 startte de MTS te Hengelo met een
tweede klas LM. De vrees van de werkgroep, dat de
docenten geen landmeetkundigen zouden zijn, blijkt
ongegrond.
NGT GEODESIA 85
Het bestuur van de VMTS werd verzocht een leerplan
commissie in te stellen. In mei 1977 verzochten zowel de
MTS te Hengelo als de leerplancommissie WW het
VMTS-bestuur een subcommissie LM in te stellen. De
verzoeken werden aangehouden. Het standpunt van de
VMTS is: een éénjarige vervolgopleiding voor leerlingen
met een WW-opleiding.
In augustus 1977 startte ook de MTS te Arnhem met een
tweede klas LM.
In juni 1978 verzochten de MTS-en van Amsterdam,
Arnhem, Breda en Hengelo het VMTS-bestuur opnieuw
een subcommissie LM in te stellen, daar een leerplan
commissie LM toch niet haalbaar was.
In augustus 1978 startte ook de Albertus Magnus-MTS
te Breda met een tweede klas LM. De Sibrandus Stra-
tingh-MTS te Groningen kreeg eveneens toestemming
om met een tweede klas te beginnen.
De aanhouder wint, want na ruim vijf jaar wordt in febru
ari 1979 door het VMTS-bestuur een subcommissie LM
ingesteld. In deze commissie worden de vijf scholen
door de leraren LM vertegenwoordigd. De subcommis
sie kreeg als opdracht:
a. het ontwikkelen van een leerplan voor een éénjarige
vervolgcursus voor leerlingen met een WW-oplei
ding;
b. uitgaande van dit leerplan, aanwijzingen te geven
voor het gebruik ervan ten behoeve van de vijf MTS-
en met een differentiatie LM binnen de afdeling WW;
c. met spoed de werkzaamheden aan te vangen.
Met de laatste opdracht was de subcommissie het volle
dig eens, met de eerste bepaald niet.
De subcommissie vergaderde reeds in maart 1979. De
eerste opdracht, een leerplan voor een éénjarige vervolg
opleiding, wordt niet uitgevoerd. Men acht het niet
mogelijk om MTS-ers LM in één jaar op te leiden.
De subcommissie begon met het opstellen van een leer
plan, een lestijdentabel en een outillagelijst voor een dif
ferentiatie LM. Het eerste leerjaar is gelijk aan dat van de
afdeling WW. Uitgangspunt was het door de werkgroep
van de NVG opgestelde leerplan. Het leerplan, de les
tijdentabel en de outillagelijst werden naderhand door
het VMTS-bestuur, de Inspectie MTO en het Ministerie
van Onderwijs en Wetenschappen goedgekeurd.
In juli 1979 leverde de Hofstede-MTS te Hengelo de
eerste gediplomeerde MTS-ers Landmeetkunde af. Zij
ontvingen echter een diploma van de afdeling WW. Ze
vonden een werkkring bij gemeenten, provinciale water
staat en ingenieursbureaus.
In maart 1980 verleende het Ministerie toestemming om
naast de afdeling ook de studierichting op het diploma te
vermelden.
In Arnhem studeerden in juli 1980 de eerste MTS-ers
Landmeetkunde af.
In augustus 1980 startte de Sibrandus Stratingh-MTS te
Groningen met een tweede klas Landmeetkunde.
De directies van de vijf MTS-en hebben bij de leerplan
commissie WW en de subcommissie bezwaren tegen
het opgestelde leerplan en de lestijdentabel ingediend.
Men is van mening, dat:
a. het leerplan voor het eerste leerjaar te veel is gericht
op de afdeling WW. Van de 18 lestijden, die aan be
roepsgerichte vakken kunnen worden besteed, zijn er
slechts 3 gericht op de Landmeetkunde, hetgeen de
motiverend werkt op de leerlingen, die hebben geko
zen voor een landmeetkundige opleiding;
b. het niet mogelijk is het programma in twee leerjaren
samen te persen.
3