(Minister van) onderwijs in de landmeetkunde: officiële start van de
afdeling Ruimtelijke Ordening en Planologie aan de HTS Utrecht.
Deze foto werd door ir. J. W. Ormel na afloop van zijn voordracht
aangeboden aan de voorzitter van het NGL.
bare functies, die werden verkregen bij landmeetkundige
diensten van de gemeente Amsterdam, het ingenieurs
bureau Van Steenis, Shell, de Topografische Dienst en
het Kadaster. Het resultaat was, dat de afdeling Land
meetkunde van de HTS mensen zou opleiden, die bij
landmeetkundige diensten in staat zouden zijn:
1tot het zelfstandig uitvoeren van die werkzaamheden,
waarvoor kennis op middelbaar niveau noodzakelijk
is;
2. tot het voorbereiden, organiseren en beoordelen van
de werkzaamheden van lager personeel;
3. tot het onderhouden van het contact op middelbaar
niveau met andere diensten;
4. tot het bijstaan van de dienstleiding in haar taak;
5. tot het optreden als hoofd van kleinere landmeetkun
dige diensten.
Bij diensten of bedrijven die niet over een landmeetkun
dige dienst beschikten, zouden deze mensen moeten
kunnen worden belast met de zojuist genoemde werk
zaamheden.
Uiteindelijk werd een eerste ontwerp van een tabel van
wekelijkse lessen met een omschrijving van de leerstof
samengesteld. Dit ontwerp werd aan de betrokken lera
ren van de afdeling Landmeetkunde toegezonden, welke
van de mogelijkheid hierover commentaar uit te bren
gen, gebruik hebben gemaakt. Tenslotte heeft de com
missie haar ontwerp vastgesteld, waarbij rekening werd
gehouden met de opvattingen die in het lerarencorps
bleken te bestaan. Hierbij ging men ervan uit, dat het
aantal lesuren per week niet groter dan 38 uur mocht
zijn.
Leerplanherziening vanaf 1975
Na deze korte historische terugblik in de jaren vijftig zou
ik naar het begin van de jaren zeventig willen gaan. Van
zelfsprekend werd in de tussenliggende jaren het studie
programma bijgesteld, echter zonder dat dit resulteerde
in het herschrijven van de leerstof.
Aan de hogescholen en universiteiten had de democrati
sering inmiddels zijn intrede gedaan en ook het HBO
zette de eerste stappen in de richting van een andere
besluitvormingsstructuur. Dit resulteerde aan de HTS te
Utrecht in de instelling van afdelingsraden in het voorjaar
van 1974. Uit het reglement voor de afdelingsraden
blijkt, dat tot de belangrijkste taak van de afdelingsraad
behoort (hoe kan het ook anders?) de bevordering van
het onderwijs binnen de afdeling. De afdeling is bevoegd
zelfstandige besluiten te nemen voor zover deze mogen
en kunnen worden uitgevoerd in verband met wettelijke
voorschriften, bestuursbesluiten, belangen van andere
afdelingen en het algemeen belang van de HTS.
Een van de eerste acties van de afdelingsraad Landmeet
kunde was de instelling van een werkgroep die de vol
gende opdracht kreeg:
1. inventariseren van de inhoud van de huidige vakken
van het studieprogramma;
2. nagaan of er redenen zijn tot herziening;
3. zonodig herzieningsvoorstellen doen aan de afde
lingsraad.
De werkgroep was samengesteld uit docenten uit de af
deling en een studentenvertegenwoordiger uit het vierde
studiejaar. Onderwijskundige ondersteuning werd gege
ven door de vakgroep onderwijskunde van het Instituut
voor Pedagogische en Andragogische Wetenschappen
aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Nadat de inventarisa
tie was afgerond, moest een nadere standpuntbepaling
plaatsvinden voor wat betreft:
- de sterke toename van het aantal studenten;
- de ontwikkelingen in het overheidsbeleid voor het
HBO;
- de reorganisatie bij het Kadaster;
- de oprichting van MTS-opleidingen Landmeetkunde;
- de veranderingen in de TH-opleiding Geodesie;
- de te verwachten mutaties in het personeelsbestand.
Bij de uitvoerige discussies stond tevens een aantal ont
wikkelingen centraal, namelijk:
1. Maatschappelijke ontwikkelingen:
a. toenemende uitbreiding van geodetische activitei
ten in de ruimte en op zeeën en oceanen;
b. toenemende vraag van de maatschappij naar in
formatie over vastgoed;
c. verandering van de taak van de geodetisch inge
nieur zal van invloed zijn op de taak van de HTS-
ingenieur Landmeetkunde;
d. vermaatschappelijking van de techniek. De HTS-
er zal zich ook maatschappelijk moeten verant
woorden voor zijn doen en laten.
2. Technische en wetenschappelijke ontwikkelingen op
het gebied van:
a. elektronika (elektronische afstandmeters en re-
kenapparatuur);
b. automatisering (óók in de kaartvervaardiging);
c. fotogrammetrie (o.a. remote sensing).
In diverse stadia van de totstandkoming van het nieuwe
leerplan heeft de werkgroep een beroep kunnen doen op
deskundigen van de gemeenten Amsterdam, Eindho
ven, Hengelo, Rotterdam en Tilburg, de Heidemij, het
ingenieursbureau „Oranjewoud", het Kadaster, de Ne
derlandse Spoorwegen, de Provinciale Planologische
Dienst Zwolle, de Provinciale Waterstaat Gelderland, de
Shell, de TH Delft en de Topografische Dienst. Een en
ander leidde tot vaststelling van doelstelling en eind
termen van de opleiding.
De algemene doelstelling voor de HTS afdeling Land
meetkunde is: de afgestudeerde HTS-er moet in staat
zijn tot adequaat functioneren als technisch ingenieur op
het niveau van leidinggevend functionaris.
De eindtermen van de HTS-opleiding Landmeetkunde
betreffen een uitwerking van het adequaat functioneren.
Na voltooiing van zijn opleiding moet de HTS-er:
a. inzetbaar zijn op alle deelgebieden van de landmeet
kunde. Deze deelgebieden zijn vooral:
6
NGT GEODESIA 85