agenda
In memoriam ing. Marten L. Veen,
1917-1984
„Oberriet". Förstner, R., Weitere Ergebnisse aus Koordinaten-
transformationen des Versuchs „Oberriet" der Kommission C
der OEEPE. Schürer, K., Streckenvergleich „Oberriet". Nachr.
Kt.- u. Vermess.-wes., Sonderhefte, Frankfurt a. M. 1975, 116
p. with 22 fig. and 26 tables.
„OEEPE - Sonderveröffentlichung Nr. D-11"
Schulz, B.-S., Vorschlag einer Methode zur analytischen Be-
handlung von Reseauaufnahmen. Nachr. Kt.- u. Vermess.-
wes., Sonderhefte, Frankfurt a. M. 1976, 34 p. with 16 tables.
„OEEPE - Sonderveröffentlichung Nr. D-12"
Verlaine, R., 25 Jahre OEEPE. Nachr. Kt.- u. Vermess.-wes.,
Sonderhefte, Frankfurt a. M. 1980, 53 p.
„OEEPE - Sonderveröffentlichung Nr. D-13"
Haug, G., Bestimmung und Korrektur systematischer Bild- und
Modelldeformationen in der Aerotriangulation am Beispiel des
Testfeldes „Oberschwaben". Nachr. Kt.- u. Vermess.-wes.,
Sonderhefte, Frankfurt a. M. 1980, 136 p. with 25 fig. and 51
tables.
„OEEPE - Sonderveröffentlichung Nr. D-15"
Timmerman, J., P. A. Roos, K. Schürer, R. Förstner, Über die
Genauigkeit der photogrammetrischen Gebaudevermessung.
Bericht über die Ergebnisse des Versuchs Dordrecht der Kom
mission C der OEEPE. Nachr. Kt.- u. Vermess.-wes., Sonder
hefte, Frankfurt a. M. 1983, 131 p. with 14 fig. and 36 tables.
22 maart 1985
Bijeenkomst van de Nederlandse Vereniging voor Fotogram-
metrie. Spreker: ir. R. C. Neleman (Kadaster). Onderwerp:
„Digitaal fotogrammetrisch kaarteren bij het Kadaster". Aan
sluitend hieraan wordt de jaarlijkse algemene ledenvergadering
gehouden. Plaats: Hoofddirectie Kadaster, Waltersingel 1,
Apeldoorn. Aanvang: 14.00 uur.
3-4 april 1985
Planologische Diskussiedagen 1985 te Amersfoort. Inlich
tingen: Stichting Planologische Diskussiedagen, mevr. C.
Ammerlaan, Stevinweg 1-5.36, 2628 CN Delft, tel. 015-
78 16 87.
26 april 1985
Jaarvergadering van de Vereniging van Agrarisch Recht. Op
het programma staan besprekingen rond de Landinrichtings
wet. Nadere mededelingen volgen.
2 - 6 juni 1985
Urban Data Management Symposium te 's-Gravenhage. Het
thema is: „Informatiebehoefte van gemeentelijke bestuur
ders". Inlichtingen: Secretariaat Udms, A. van Lamsweerde,
Thijseweg 11, Delft, tel. 015-78 45 44 (78 45 48).
9 -16 juni
52e bijeenkomst van het comité permanent van de FIG. Zie be
richt op p. 56 van dit nummer.
Het bericht van het overlijden van Marten Veen, dat mij met veel
vertraging bereikte, stemde me verdrietig. Immers nu ikzelf de
driekwart eeuw, om zo te zeggen, zonder veel pijn en moeite heb
mogen bereiken, doet het mij leed te moeten vaststellen dat dit
voor anderen, met wie ik langere of kortere tijd mocht optrekken,
niet bleek te zijn weggelegd. Want, voor zover het mij betreft,
neemt bij het klimmen van de jaren de gehechtheid aan het leven
eerder toe dan af. Hetzelfde geldt uiteraard, en in nog veel die
pere zin, voor dat onherroepelijke van het afscheid van dierbaren,
van je vrouw, je man. Hoe ouder je samen wordt, hoe meer je op
elkaar bent aangewezen; hoe hechter de band, des te zwaarder
het afscheid voor de achterblijvende.
Hier en nu wil ik me daarom voegen in de rij van velen die Marten
Veen de laatste eer hebben bewezen en daarbij aan zijn vrouw
blijk gaven van gevoelens van oprechte deelneming.*) Dit doe ik
dan in dit tijdschrift, waaraan Veen de eerste acht jaren, vanaf de
start in 1959, zijn beste krachten gaf. Van welk gehalte zijn aan
deel is geweest, was ik, met enkele anderen, van zeer nabij ge
tuige. Samen met de heer Teeling en mejuffrouw Best van het
Kadaster, en mijn persoon van de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat, maakte Veen deel uit van het eerste redactie
team, dat in het najaar van 1959 dit blad deed verschijnen. Onze
opdrachtgever was het bestuur van de pas opgerichte stichting
Nederlands Genootschap voor Landmeetkunde, welke in het
leven was geroepen door middelbare en hogere landmeetkun
digen van allerlei komaf, zowel van het Kadaster, de Meetkundige
Dienst, als van de particuliere bureaus, de provinciale en de ge
meentelijke instellingen. Tot deze laatste categorie, verenigd in
de VVL, behoorde Veen. Destijds was hij als chef binnendienst
werkzaam bij de Koninklijke Nederlandse Heidemaatschappij, na
dat hij een aantal jaren in binnen- en buitenland in de buitendienst
had gewerkt.
De omstandigheden leidden ertoe dat hem reeds spoedig, in
1960, het eindredacteurschap werd toevertrouwd. Tot 1967 heeft
hij als zodanig gefungeerd. Over dat fungeren denke men niet te
licht. Het was een verre van gemakkelijk karwei. Het stichtings
bestuur had de moeilijkste job gedelegeerd aan dit redactieteam,
want we beseften dat de levensvatbaarheid van het genootschap,
geheel afhing van de regelmatige verschijning van een vakblad
van zodanig niveau, dat daarmede de hele gemeenschap van
mensen, die hun bestaan vinden in kaartenmaken, landmeten en
hydrografie, is gediend, baat bij heeft.
Bij een start uit het niets, zoals dat toen met ons het geval was,
vraagt dat creativiteit, in het werven, beoordelen, selecteren van
kopij, en verder in het plan
nen van maandelijks terugke
rende bezigheden zoals corri
geren, persklaar maken, nog
eens corrigeren respectieve
lijk van drukproeven en proef
druk, zorgen voor de illustra
tie (foto's of tekeningen),
overleg met de drukker, enz.
En dat in een team van men
sen die verspreid over het
land wonen, elkaar nog moe
ten leren kennen, die de handen vol hebben aan hun eigen dage
lijks werk en hun gezin. Ik herinner me nog levendig hoe welkom
ons de geleidelijke invoering van de vrije zaterdag was. Dat maak
te het mogelijk reeds op zaterdagmorgen vroeg op reis te gaan
voor de redactievergadering. Zoiets kan alleen maar slagen wan
neer er een eindredacteur is die in ijver, volharding en nauwgezet
heid de anderen voorgaat. Zo iemand was Veen.
Natuurlijk liep niet alles van meet af aan op rolletjes. Niet alleen
omdat ook wij „maar mensen" zijn, met menselijke defecten be
hept, maar we waren, op dit speciale terrein, amateurs. Al doen
de moesten we allerlei dingen leren, van elkaar, van eikaars en
eigen fouten. Dan ontwikkelt zich iets, dat overeenkomt met wat
we in de vaktaal aanduiden als de methode van „trial and error",
het toewerken naar een oplossing, althans naar betere resultaten.
Wat NGT Geodesia betreft kunnen we na 25 jaar wel zeggen dat
het zó is gegaan.
Geldt deze fundamentele wet niet in de allereerste plaats voor een
heel mensenleven? Het niet bagatelliseren van onvolmaaktheden,
maar ze onder ogen zien, ze gebruiken, ze verwerken in het stre
ven naar het betere, naar doeleinden die voor mensen bereikbaar
zijn, in de leerschool van het leven. Waaraan geen einde komt als
je met pensioen gaat.
Ik meen dat we zó de nagedachtenis van onze overleden makker
eren en ik acht me daarom een tolk van velen die hem van nabij
hebben gekend, wanneer ik hier, vanaf deze plek, vraag om met
verschuldigde dankbaarheid en respect terug te denken aan
Marten Lute Veen.
Pijnacker, 16 januari 1985
Eibert Draisma
Het adres van Mevrouw Veen is: H. W. Veen-van der Werf,
Sibeliuspark 250, 5343 BL Oss.
NGT GEODESIA 85 53