niet of nog niet kunnen worden geboden. Aan de gebrui
kerskant kan men constateren, dat de afnemers van in
formatie andere mogelijkheden ter beschikking krijgen
om de verkregen gegevens te bewerken, bijv. te ver
rijken met zelf verzamelde data, en vervolgens aan de
eigen klanten binnen de organisatie te verstrekken.
Het opbergen van de laatste versie van binnengekomen
gegevens in een ordner wordt steeds meer vervangen
door het verwerken van de toegezonden magnetische
tape.
Zowel de ontwikkelingen in het bestuurlijke denken, als
de ontwikkelingen in de technologie leiden ertoe, dat
meer aandacht wordt geschonken aan de mogelijkheden
om tot een grotere afstemming van informatiesystemen
te komen. Bij de bestuurlijke ontwikkelingen wordt de
basis hiervan gevormd door de wens om over kwalitatief
betere informatie te beschikken bij een optimale uit
voering van de te verrichten taken. Bij de technologische
ontwikkelingen is het fundament hierin gelegen, dat
voor een optimaal gebruik van de aanwezige mogelijk
heden een verbetering van de samenwerking tussen de
organisaties onderling noodzakelijk is.
2. Bestuurlijke vormgeving van de wens om tot
coördinatie te komen
In rapport nummer 1 van de Bestuurlijke Overlegcom
missie voor Overheidsautomatisering (BOCO) wordt een
aantal mogelijkheden van afstemming van informatie
systemen genoemd. Deze mogelijkheden zijn:
a. Men kan ervoor zorgdragen, dat organisaties voor
overeenkomstige taken dezelfde informatiesystemen
aanwenden. In zijn uiterste consequentie komt dit er
op neer, dat bijvoorbeeld een kadastraal gegevens
verwerkend systeem eenmaal wordt ontwikkeld en
daarna door meerdere organisaties wordt ingevoerd.
b. Organisaties kunnen van dezelfde faciliteiten gebruik
gaan maken. Binnen een organisatie worden bijvoor
beeld diverse producenten van kaarten aangetroffen.
In plaats van het ter beschikking stellen van een eigen
systeem aan iedere producent, zou door de meerdere
gegevensproducenten geheel of ten dele gebruik
kunnen worden gemaakt van dezelfde faciliteiten.
c. Organisaties gebruiken eikaars gegevens in hun eigen
werkproces. Gegevens van eigendommen worden
bijvoorbeeld eenmaal door een instantie verzameld en
door hen aan de rest van de organisatie gedistri
bueerd.
d. Binnen de overheidsorganisatie worden bepaalde or
ganisaties met bepaalde taken belast en andere delen
van de organisatie maken gebruik van de hen aange
boden faciliteiten.
Het is echter niet alleen de vraag, welke mogelijkheden
er in theorie zijn om tot een grotere afstemming van in
formatiesystemen te komen.Het is eerder de vraag, op
welke wijze de overheidsorganisatie organisatorisch
vorm geeft aan de wens om maatregelen te nemen, die
erop zijn gericht op termijn een grotere afstemming van
informatiesystemen te bereiken. Alleen wanneer organi
satorisch de voorwaarden aanwezig zijn om deze maat
regelen voor te bereiden, te nemen en uit te voeren, dan
is het mogelijk, dat concrete resultaten worden behaald.
De organisatorische voorwaarden om een grotere af
stemming van informatiesystemen te kunnen realiseren,
laten zich als volgt formuleren. Allereerst moet bij de
diverse organisaties in de overheid het belang worden in
gezien en de wil aanwezig zijn om op een bepaald terrein
46
van de openbare informatievoorziening samen te wer
ken; vervolgens moet op voldoende hoog niveau een be
voegdheid worden gelegd om maatregelen te nemen,
die coördinerend kunnen werken en tenslotte moet het
apparaat aanwezig zijn om deze maatregelen voor te be
reiden en zonodig bij de uitvoering te begeleiden. Dit
laatste kan gebeuren door voorlichting, door opleiding,
door het ter beschikking stellen van faciliteiten of door
het maken van regels.
Voor de informatievoorziening over vaste objecten is de
bevoegdheid om maatregelen te nemen ter bevordering
van de afstemming van vastgoedinformatiesystemen
door de Ministerraad gelegd bij de bewindsman van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
Bij de uitvoering van deze taak wordt hij geadviseerd
door de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie. In
deze raad werken bestuurders samen van de meest bij
de informatievoorziening over vaste objecten betrokken
organisatie-eenheden en worden beslissingen genomen
op bestuurlijk niveau. Het voorbereiden van de adviezen
van deze raad kan gebeuren door daarvoor ingestelde
commissies, waarin medewerkers van de betrokken
organisatie-eenheden als deskundigen zitting hebben.
Binnen het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer tenslotte is de taak om de be
windsman te ondersteunen bij de uitvoering van zijn
coördinerende taak op het terrein van de vastgoedinfor
matie opgedragen aan de Dienst van het Kadaster en de
Openbare Registers.
3. Totstandkoming van de voorlopige Raad voor
Vastgoedinformatie
De instelling van de voorlopige Raad voor Vastgoed
informatie is het resultaat van een meerjarig proces. Dit
proces raakte in het midden van de jaren zeventig op
gang met de instelling van de overleggroepen topografie
en leidingen en vastgoedinformatie van de Bestuurlijke
Overlegcommissie voor Overheidsautomatisering. Deze
overleggroepen brachten begin 1982 hun eindadvies uit
en dit leidde tot een voorstel van de Minister van Binnen
landse Zaken aan de Ministerraad over de inrichting van
de openbare informatievoorziening over vastgoed, topo
grafie en leidingen. De Ministerraad heeft dit voorstel
overgenomen en dienovereenkomstig besloten. Hiermee
was aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer een coördinerende taak toe
gekend op het gebied van de vastgoedinformatievoor
ziening en was in principe akkoord gegaan met de in
stelling van een adviesorgaan op dit terrein. Dit advies
orgaan, de voorlopige Raad voor Vastgoedinformatie,
werd vervolgens op 14 juni 1984 geïnstalleerd door de
Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Orde
ning en Milieubeheer in de aanwezigheid van de Staats
secretaris van Binnenlandse Zaken.
Met de instelling van de voorlopige Raad voor Vastgoed
informatie werden de bovengenoemde overleggroepen
van de Bestuurlijke Overlegcommissie voor Overheids
automatisering opgeheven. Tevens werd besloten de
werkzaamheden van de voorlopige Centrale Kaarterings-
raad en van het Samenwerkingsverband Kadaster-
Gemeenten in een andere vorm voort te zetten. Voor de
voorlopige Centrale Kaarteringsraad betekende dit, dat
zij op 17 oktober 1984 voor het laatst in de huidige vorm
bijeenkwam en dat het technische en technisch-organi-
satorische deel van haar werk zal worden overgenomen
door een commissie van de voorlopige Raad voor Vast-
NGT GEODESIA 85