nale afspraken gemaakt over de afmetingen van de ellip soïde. De positie van de ellipsoïde (oriëntatie en positie van de oorsprong) wordt zo gekozen, dat in een centraal punt op het aardoppervlak van een gebied de ellipsoïde zo goed mogelijk aan de plaatselijke geoïde is aangepast, zodat vanuit dit centrale punt de afwijkingen zo klein mogelijk blijven. Bij voorkeur laat men de verticalen in dit punt op de ellipsoïde en op de geoïde samenvallen. Het feit dat het referentiecoördinatensysteem van Dopp- ler (het zijn er in werkelijkheid twee, nl. dat van de BE, en dat van PE, die iets ten opzichte van elkaar zijn ge draaid om de Z-as 0'.' 8 boogsec en die een klein schaalverschil hebben), moet worden vergeleken met andere referentiesystemen, brengt de noodzaak met zich mee om datumtransformaties toe te passen. Dit ge beurt niet alleen naar een geocentrische ellipsoïde maar ook naar een lokale ellipsoïde, en wel nadat de geocen trische X, Y, Z Doppler coördinaten zijn verschoven naar een nieuwe oorsprong. Voor de vergelijking van de nauwkeurigheden is tot nu toe naar mijn weten in de lite ratuur nog niet gerept over de corresponderende cova- riantietransformatie. Nederland heeft direct te maken met dit vraagstuk, nl. door de Doppler plaatsbepaling van een aantal platforms op de Noordzee. Doppler coördinaten van een platform, die zijn getransformeerd naar het stelsel van de Ordnan ce Survey of Great Britain, kunnen meters verschillen met de coördinaten in het stelsel van de Rijksdriehoeks meting. De transformaties zijn dan ook niet alleen van wetenschappelijk, maar ook van zeer praktisch belang. De Doppler TRANSIT waarnemingstechnieken in Euro pa begonnen in de jaren 1973/1974 de aandacht te trek ken, en werden gestimuleerd door dr. Wilson, prof. See- ger (Institut für Angewandte Geodasie, Frankfurt, BRD), dr. Boucher (Institut Geographique National, Paris) en dr. Paquet van het Koninklijk Observatorium in Ukkel, waar een TRANET Tracking Station was ingericht. Tij dens een van de bijeenkomsten van de werkgroep voor Geodesie en Geodynamica van de European Council of Sciences in Luxemburg, stelden zij voor een Europese Doppler waarnemingscampagne te organiseren om de Doppler coördinaten te verbinden met het stelsel van de Europese triangulatie (door de verschuiving en de draaiing van de twee stelsels ten opzichte van elkaar te bepalen). De betreffende Europese coördinaten worden ED50 (European Datum) coördinaten genoemd en zijn bepaald door de US Army Map Service en de toenmali ge Coast and Geodetic Survey na een vereffening in 1950 (volgens Bowie's benaderingsmethode) van een beperkt deel van de gezamenlijke Europese triangulaties. Deze ED50 coördinaten waren en zijn nog de basis van alle mijnwetten voor de betrokken landen met betrek king tot grensafbakeningen en plaatsbepalingen van boorlocaties ter zee en hebben derhalve grote juridische en ook commerciële betekenis. Aan de European Datum zal straks nog aandacht worden besteed. Het voorstel voor deze Doppler campagne omvatte zes stations en werd gesteund door de European Space Agency (ESA). Zowel de simultane waarnemingen als de berekeningen verliepen goed, zodat werd besloten tot een tweede campagne (EDOC2), die 32 stations bevatte, verspreid over geheel Europa. Op fig. 3 is de ligging van deze stations weergegeven. In Nederland werd daarin één station (Leeuwarden) opgenomen. Fig. 3. Het EDOC2 netwerk. Als doelstellingen werden gespecificeerd: 1. Het verschaffen van een zgn. „zero order" net voor Europa (datumpoints), waaraan eventueel kon wor den aangesloten. 2. Het bepalen van transformatieparameters. 3. Het bepalen van lokale vervormingen. 4. Het aansluiten of versterken van plaatselijke netten ten behoeve van de hervereffening van Europese triangulaties. 5. Het opbouwen van een databank. We spreken nu van de jaren 1975/1976. In oktober 1976 werd in Las Cruces in New Mexico een symposium georganiseerd (o.a. onder auspiciën van de International Association of Geodesy), waar de ervarin gen van ongeveer 52 landen met de Doppler plaatsbe paling in de belangstelling werden gebracht. Doppler plaatsbepaling werd daar de belangrijkste ontwikkeling ooit in de geschiedenis van de geodesie genoemd. Het enthousiasme en het succes waren groot, en in een gro te reeks resoluties werden richtlijnen gegeven voor stu dies om de nauwkeurigheid verder te verbeteren, en de uitwisselbaarheid van de gegevens te vergemakkelijken. Inmiddels wierp het nieuw ontworpen Global Positioning System zijn schaduw reeds vooruit. Zo was de Doppler plaatsbepaling in het buitenland reeds enige jaren onderwerp geweest van uitgebreide Fig. 2. Plaatselijke geoïde en keuze van referentie-ellipsoïde. NGT GEODESIA 85 83

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 13