fh
pagne georganiseerd. Het doel was een strenge ver
gelijking tussen de geodetische Radio Doppler en
VLBI metingen (translocatie en plaatsbepalingen),
met het oog op het meten van aardkorst-, pool- en
getijdebewegingen in Europa. Men kan door middel
van Doppler satellieten plaatsbepaling en transloca
tie, simultaan uitgevoerd met VLBI metingen, de Eu
ropese VLBI stations met elkaar verbinden. Er wer
den zoveel mogelijk TRANET stations in het netwerk
opgenomen.
ERIDOC network
A 6 cm WEJO VLBI Station
ERIDOC Doppler Station
METSAHOVI
,ONSALA
AJODRELLBANK
LEEUWARDEN/-^
chilboltonU^JT'
HERSTMONCEUX
WESTERBORK
DWINGELOO
KOOTWIJK
BRUSSELS
Aeffelsberg
WETTZELL
WEILHEIM
GRAZ
BOLOGNA
IIMM -_r
FLORENCE
ROBLEDO
DIONYSOS
Fig. 5. Het ERIDOC netwerk.
Tenslotte zijn er de meest recente Doppler campagnes:
1. De RETDOC (Readjustment European Triangulation
Doppler Campaign). Sinds 1954 is de Europese Trian
gulatie aangevuld met nieuwe (internationale) verbin
dingen, aanvullende lokale metingen en oriënterings-
en basismetingen. De vereffeningen zijn gereed, en
daaruit is een nieuwe Europese Datum (ED79) voort
gekomen, die veel beter is dan de ED50 (verschil
10 m), maar helaas (nog) niet juridisch rechtsgeldig
is, zoals de ED50. ED79 moet nu worden gekoppeld
aan het geocentrische coördinatensysteem, waar
voor de RETDOC campagne in juni 1984 diende.
Twee stations, Kootwijk Observatorium en Leeuwar
den (dat reeds in de EDOC2 was opgenomen), maak
ten deel uit van deze campagne.
2. De MERITDOC. Een wereldomvattende campagne
die een jaar duurt en die nu wordt uitgevoerd om de
poolbewegingen te bestuderen.
Er zijn enkele nog lopende researchprojecten te noemen,
waarvan echter de resultaten nog niet zijn gepubliceerd:
1. De proefnemingen bij de Meetkundige Dienst van de
Rijkswaterstaat met een geïntegreerd plaatsbepa
lingssysteem ter zee, waarbij de meetgegevens van
de Doppler ontvanger, koersgiro, Doppler log en
Hi/Fix 6 in „real time" worden verwerkt. Het doel is
het opsporen van lane slips in de Hi/Fix en een betere
kennis van de baan van het schip.
NGT GEODESIA 85
2. Een onderzoek naar het gedrag van het fasecentrum
van de antenne.
3. De nauwkeurigheid van met Doppler plaatsbepaling
gemeten hoogten.
De organisatie van al deze campagnes verloopt altijd
zeer vlot dank zij de frequente bijeenkomsten in Luxem
burg van de werkgroep geodynamica van de Raad van
Europa, waar ongeveer driemaal per jaar 40 a 50 geo
deten, geofysici, geologen en andere aardwetenschap
pers uit alle landen van Europa elkaar ontmoeten en op
de hoogte houden van hun werk. Doordat men elkaar
persoonlijk goed leert kennen, kan men instrumenten
lenen en uitlenen, waarnemingstijden fixeren en de
logistiek afspreken van campagnes.
Ik vestig nog de aandacht op de diverse op de Doppler
plaatsbepaling gerichte afstudeerscripties van studenten
in de geodesie aan de TH Delft.
Hoe is de algemene situatie nu? De Doppler plaatsbepa
ling met het NNS systeem zal nog tien jaar meegaan.
Andere systemen worden reeds ontwikkeld, die dit NNS
systeem zullen opvolgen. GPS is er één van. Verder
komen de Satelliet Laser Ranging, de Lunar Laser Ran
ging Systems en de reeds genoemde VLBI technieken
duidelijk uit het stadium van de theorie, en worden ge
schikt voor praktische toepassingen. Weliswaar nog niet
in algemeen gebruik, maar toch reeds operationeel zijn
bijvoorbeeld de pas in Nederland ontwikkelde mobiele
veldlasers van het Observatorium Kootwijk en het Insti-
tut für Angewandte Geodasie. Deze zullen worden inge
zet bij het meten van de verplaatsingen van de aardkorst
ter ondersteuning of ontkenning van de juistheid
van geofysische hypothesen. Men verwacht in vergelij
king met de huidige mogelijkheden, de nauwkeurigheid
met een factor tien te kunnen verbeteren.
De satelliet plaatsbepalingsmethoden worden reeds toe
gepast in combinatie met de inertiële plaatsbepaling. Het
compacter worden van het instrumentarium zal zeker
aan de algemene toepasbaarheid bijdragen.
De werkgroep in zijn huidige samenstelling zal (kan) niet
blijven bestaan, maar moet tot een nieuwe groep wor
den geformeerd, die dezelfde coördinerende taak heeft,
maar daarbij een veel uitgebreider studie- en discussie-
veld zal bestrijken. Dit om te voorkomen dat we ons in
dezelfde dwangpositie geplaatst zouden zien als in 1976
met de Doppler plaatsbepaling. De naam van de nieuwe
werkgroep zal naar alle waarschijnlijkheid „Driedimen
sionale geodetische meettechnieken" worden.
Als het proces van het steeds kleiner en compacter wor
den van de waarnemingsinstrumenten doorgaat in de
zelfde mate als de afstandmeters reeds hebben laten
zien, dan kan ik mij voorstellen, dat binnen afzienbare
tijd de geodeet rondwandelt als in een science fiction ro
man, met op zijn hoofd twee sprieten of een scheef
staand schoteltje als satellietantenne. Deze scheve stand
wordt dan niet door de mode bepaald, maar door de
richting naar een plaatsbepalingssatelliet. Ergens staat
hij stil en maakt het bekende gebaar om op zijn pols
horloge te kijken hoe laat het is, maar in plaats daarvan
leest hij zijn coördinaten af op zijn polscoördinator. Het
is aan de toekomstige geodeet uit te maken wat zijn
plaatselijk coördinatensysteem en zijn referentiedatum
is, hoe hij moet transformeren, centreren en zichzelf in
meten. Ikzelf zal het (hoop ik) misschien nog als geïnte
resseerd toeschouwer mogen meemaken, maar tot de
jongste generatie zou ik willen zeggen:
,,Zorg dat je erbij bent! Het wordt nog uitermate
boeiend!"
85