t <J= Satelliet plaatsbepaling, nu en in de toekomst1) TRANSIT GPS door ir. P. G. Sluiter, geodetisch en hydrografisch adviseur voorheen werkzaam bij SHELL Internationale Pretroleum Maatschappij BV. SUMMARY Satellite positioning, now and in future The change from TRANSIT to GPS is described. The use of TRANSIT in the past is illustrated with a few examples. Reasons are given for the limited use in the Netherlands. Improvements introduced by GPS are explained, with special emphasis on the geodetic applications. It is stressed that accuracy at the centimeter level can only be expected by using highly specialized and costly techniques. The various measurement techniques are briefly described. Emphasis is placed on the need for geodesists to fami liarize themselves with the physics hereof. Some alternatives to TRANSIT and GPS are mentioned. 1. Algemene beschouwingen Als we over satelliet plaatsbepaling op dit moment en gedurende de laatste 15 jaar spreken, dan bedoelen we voornamelijk het TRANSIT systeem, of om de officiële naam te gebruiken, het Navy Navigation Satellite System (NNSS). Vaak gebruikt men ook de naam Doppler Satnav, wat dan tegelijkertijd het gebruikte meetprincipe aangeeft [1]2). Dit systeem blijft vermoe delijk tot 1995 beschikbaar. Spreken we over de toekomst, dan kunnen we ons op dit moment beperken tot het Global Positioning System (GPS). Ook dit systeem heeft een andere naam, welke het meetprincipe nader aanduidt, nl. NAVSTAR, ofwel NAVigation by Satellite Timing And Ranging [2 en 3]. Naar het zich laat aanzien zal dit systeem met zekere beperkingen in 1988 operationeel zijn. (=NNSS of DOPPLER SATNAV) NAVSTAR) 1065 1970 1975 1980 1985 1990 1995 2000 Fig. 1. De overgang van TRANSIT naar GPS. Beperkt gebruik in Nederland Bekijken we de impact op het dagelijks werk van het merendeel van de in Nederland werkende geodeten en landmeters, dan kan veilig worden gesteld dat die tot op heden vrijwel nihil is geweest. Dat is zeker het geval als we het landwerk beschouwen, maar ook op het Neder landse deel van de Noordzee is het gebruik stellig niet overweldigend geweest. De twee Nederlandse geodeti sche ontvangers (TH Delft en LH Wageningen/RWS combinatie) zijn voornamelijk voor wetenschappelijke en educatieve doeleinden gebruikt. Voorts bezitten aan nemers een aantal ontvangers; deze zijn in Nederland vrijwel alleen gebruikt voor de plaatscontrole van boor- 1) Inleiding gehouden op 18 september 1984 te Wageningen tijdens de studiedag Radiosatellieten plaatsbepaling; een methode in de dagelijkse praktijk van de geodeet van morgen?" 2) De nummers [1] t.m. [11] verwijzen naar Literatuur" op p. 95 aan het eind van deze inleiding. eilanden. Anders ligt de zaak voor navigatie bij de koop vaardij, waar per jaar in Nederland toch wel meer dan honderd ontvangers worden geleverd aan schepen op de grote vaart, maar deze zijn dan wel een orde van grootte goedkoper dan geodetische ontvangers. Waarom heeft satelliet plaatsbepaling voor geodetisch werk in Nederland zo weinig ingang gevonden? Daar zijn heel geldige redenen voor aan te geven, welke als volgt kunnen worden samengevat: 1. De grote dichtheid van het beschikbare net van be trouwbare vaste punten. 2. De geringe nauwkeurigheid. Deze varieert van ca. 50 meter voor één enkele puntsbepaling tot ca. 1 meter voor differentiële puntsbepaling uit meerdere passa ges. 3. Op zee is slechts ongeveer eenmaal per anderhalf uur een plaatsbepaling mogelijk met een nauwkeurigheid van slechter dan 50 meter, waarbij tijdens de ca. 16 minuten durende passage de bewegingen van het schip redelijk goed bekend dienen te zijn. 4. De prijs, die ongeveer f 150 000,— per systeem be draagt, terwijl er voor differentiële plaatsbepaling ten minste twee nodig zijn. Situatie buiten Nederland Twee van de bovenvermelde punten zijn soms niet van toepassing op het geodetisch werk in andere landen. Het geodetisch net is soms erg wijdmazig of geheel afwezig en vaak is een nauwkeurigheid van 1 meter heel goed acceptabel. In zulke gevallen kan gebruik van satellieten economisch verantwoord zijn. Vooral het gemak om punten op de gewenste locatie te plaatsen zonder de noodzaak om een lange verbindings polygoon of driehoeksketen te meten, is een groot voor deel. Een ander voordeel is dat geen onderlinge zicht baarheid tussen punten is vereist. Onvoorziene weers omstandigheden of begroeiing en bebouwing hebben daardoor minder invloed op de duur (en de kosten) van de meting. Bovendien is men minder afhankelijk van de expertise en efficiency van degene die het veldwerk uit voert dan bij een conventionele werkwijze. Al deze fac toren spelen een rol bij het antwoord op de vraag: satel liet of niet? In fig. 2 is een geval aangegeven waar een twintigtal punten nodig waren voor een geofysische meting bui tengaats in Somalië. De zeer geaccidenteerde kust en het 2 000 meter hoge, ontoegankelijke achterland deden de balans doorslaan ten gunste van de satellieten. Fig. 3 geeft een gebied aan in centraal Libië, waar hogere orde punten ter ophanging van minder nauwkeurige veelhoeken eveneens voor geofysisch werk met satellieten werden gemeten. 90 NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 20