aantrekkelijk dat kennis van de GPS-code niet is vereist. Wel moet de positie van de satelliet bekend zijn. De fabrikant van dit instrument (Macrometrics Inc.) biedt echter aan deze zelf te bepalen door waarnemingen van af diverse bekende punten, indien de regering van de Verenigde Staten zou besluiten tot een reductie in de nauwkeurigheid. Door deze methode te combineren met de hierna ver melde fase metingen kan een nauwkeurigheid van onge veer 5 mm per km worden bereikt. De grootste fouten bron is de plaatsafhankelijkheid van vertragingen in de ionosfeer en de atmosfeer. Deze zijn moeilijk te meten. Voorts vormen de kosten een groot bezwaar. Exacte gegevens ontbreken, maar de orde van grootte is een miljoen gulden en daarbij is dan nog een kostbare gege vensverwerking nodig. 2.6. Fasemeting op de draaggolf Deze methode is potentieel de meest nauwkeurige voor het uitvoeren van differentiële plaatsbepaling. Reeds eerder is aangegeven dat het mogelijk is om de fase van de draaggolf zeer nauwkeurig te meten. Daar de golf lengte 19 cm is, kan dit gebeuren tot op millimeters. Het grote probleem is echter om het aantal hele golflengten te bepalen. De synchronisatie van de klokken moet daar voor beter zijn dan een halve periode (0,3 nanosec.) en dat is niet realiseerbaar. Een theoretische doch nogal vergezochte mogelijk heid ligt in het transporteren van de ontvanger van A naar B, waarbij de nuldoorgangen van de draaggolf worden geteld. Het is dus eigenlijk een Doppler telling, waarbij de stationaire ontvanger in B hetzelfde moet doen om de wijziging in de afstand naar de satelliet te meten. Dit is identiek aan het zgn. handhaven van de tel ling van lanes bij Hifix tijdens het varen van de haven naar het werkgebied. Daar dit voor vier satellieten moet gebeuren en bovendien op land signaalverlies door obstakels niet te vermijden lijkt, is dit niet praktisch. Door het gebruiken van een tweede golflengte is een ,,lane-identificatie" als bij Decca enz. mogelijk, maar de twee GPS frequenties hebben hiervoor niet de geschikte onderlinge relatie. Toch hebben recente onderzoekingen aangetoond dat deze methode toepasbaar is. Het aantal hele golflengten in de afstandverschillen van meerdere stations naar één satelliet kan namelijk als onbekende worden opgelost. Dit is mogelijk door de satelliet enige uren continu te volgen, waardoor een grote overtollig heid van waarnemingen wordt verkregen [10 en 11]. 2.7. Vergelijking relatieve methoden Omdat alleen differentiële methoden van belang zijn voor de geodesie in een land als Nederland, zijn enige essentiële gegevens hieronder samengevat, met nadruk op het eventueel niet beschikbaar zijn van systeemgege- vens voor derden: Methode Standaard Duur Benodigde systeemdata deviatie meting Tijd Baan (m) Code TRANSIT 1, 1 a 2 dagen NVT microsec. ja (Doppler) GPS Pseud, afst. 1, 1 a 2 dagen ja nanosec. ja Doppler 1, 1 a 2 dagen ia microsec. la Interfero ,005 5 ppm") 3 uur? nee microsec. ia Fase ,005 5 ppm 3 uur? ia microsec. ia ppm - part per miljoen van de interstationsafstand NGT GEODESIA 85 Deze tabel moet met een zeker voorbehoud worden gebruikt. Er zijn nog niet veel metingen gepubliceerd, studies zijn nog niet afgerond of openbaar gemaakt en de noodzaak om bijvoorbeeld de tijd te kennen, zou na der moeten worden toegelicht. 3. Andere systemen Tot nu toe zijn alleen TRANSIT en GPS, als de belang rijkste systemen, genoemd. Er moeten nog enige andere systemen worden vermeld, te weten: ARGOS ARGOS is een systeem voor plaatsbepaling en verzame ling van gegevens, voornamelijk voor oceanografische en meteorologische doeleinden, bijvoorbeeld van niet- verankerde boeien. Het is een samenwerkingsproject tussen Frankrijk (CNES) en de Verenigde Staten (o.a. NASA), dat sinds 1978 operationeel is. Het systeem is actief, d.w.z. dat de gebruiker een signaal naar de satel lieten zendt. De satelliet relayeert de gegevens naar een rekencentrum in Toulouse, van waaruit per telex de resultaten naar de belanghebbenden worden gestuurd. Metingen zijn gebaseerd op het Doppler principe; de nauwkeurigheid bedraagt enige kilometers. GLONASS GLONASS is een Russisch systeem. Gezien de geringe openbaarheid tot op heden werd het niet verantwoord geacht om tijd te besteden aan een literatuuronderzoek. NA VS A T NAVSAT is een systeem dat door de European Space Agency (ESA) wordt overwogen voor civiele gebruikers om de afhankelijkheid van het Amerikaanse militaire systeem te vermijden. Het is nog in de fase van een defi nitie van de principes, maar zal in grote mate met GPS overeenstemmen (De figuren 2, 3 en 4 zijn ter beschikking gesteld door SHELL Internationale Petroleum Maatschappij BV.) Literatuur 1. Sluiter, P. G., Het gebruik van satellieten voor navigatie doel einden. NGT januari 1971. 2. Spaans, J. A., Navstar-GPS. Lezing voor de Hydrogr. Soc., Neth. Branch. 6 april 1984. 3. Payne, C. R., Navstar Global Positioning System 1984. Third Int. Symp. on Satellite Doppler Pos. Las Cruces 1982. 4. Ashkenazi, V., Positioning by Second Generation Satellites: GPS and NAVSAT. 2nd Int. Hydrographic Technical Confe rence. Plymouth september 1984. 5. Lynn, Paul A., An Introduction to the Analysis and Processing of Signals. The Macmillan Press Ltd. 1982. 6. Ashkenazi, V. and D. N. McLintock, Very Long Baseline Inter- ferometry, an introduction and geodetic applications. Survey Review 1982. Vol. 27 no. 204. 7. Hatch, R., The synergism of GPS code and carrier measure ments. Third Int. Symp. on Satellite Doppler Pos. Las Cruces 1982. 8. Hatch, R., It's about time Transit time. Third Int. Symp. on Satellite Doppler Pos. Las Cruces 1982. 9. Lachapelle, G. et al, Differential GPS Marine Navigation. Posi tioning Location and Nav. Symp. San Diego november 1984. 10. Beutler, G. et al, Some theoretical aspects of geodetic positio ning using carrier phase difference observations of GPS satel lites. Druckerei Universitat Bern. July 1984. 11. Beck, N. et al, Preliminary results on the use of differential GPS positioning for geodetic applications. Positioning Lo cation and Nav. Symp. San Diego november 1984. 95

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 25