onontbeerlijk zijn. Zij benadrukken dat de notaris zich in de akte in woorden uitdrukt; volgens hen zijn woorden niet geschikt om de ligging van een grens nauwkeurig te beschrijven. Weer anderen zeggen dat noch het Kadas ter, noch de notaris de eigenaren zekerheid kan geven. Alleen een rechter zou daartoe in staat zijn. Wanneer we ervan uitgaan dat de landmeter een rol speelt bij de zekerheidsverschaffing, doemt de volgende vraag op. Welke technieken moet hij daarvoor gebrui ken? Sommigen zijn een groot voorstander van foto- grammetrie. Anderen daarentegen zweren bij terrestri- sche technieken. In dit artikel wordt aan de hand van een voorbeeld een gedachtengang beschreven waaruit de samenhang blijkt tussen wensen van eigenaren over zekerheid omtrent eigendomsgrenzen en een optimale inrichting van het werk van notaris, Kadaster en rechter om aan die wen sen te voldoen. In het voorbeeld wordt de „levensloop" van een grens vanaf het ontstaan ervan gevolgd. Om het artikel voor zoveel mogelijk mensen leesbaar te houden, is zo weinig mogelijk vaktaal gebruikt. Deze be nadering heeft tot gevolg, dat sommige begrippen niet zo scherp zijn beschreven als in de betreffende vaktaal mogelijk is. De studie waarop het artikel is gebaseerd, is beschreven in „Zekerheid omtrent eigendomsgrenzen van onroe rend goed", door J. C. Anneveld, een pas verschenen publikatie van de Rijkscommissie voor Geodesie. Deze publikatie is vrijwel gelijk aan de scriptie waarop de auteur in 1983 aan de TH Delft is afgestudeerd bij prof. dr. ir. W. Baarda en prof. mr. P. de Haan. De stage in de praktijk, die als voorbereiding op het afstuderen diende, werd doorgebracht bij het Kadaster in Gelder land onder begeleiding van het hoofd van de afdeling Mutaties, de heer K. A. Berendsen. 2. Wensen van de eigenaren Eerst moet worden onderzocht welke mate van zeker heid eigenaren omtrent hun eigendomsgrenzen wensen. De zekerheidsverschaffende functies van notaris, Ka daster en rechter zijn afgeleid van die wensen. Het voor beeld dat de gedachtengang moet illustreren, beschrijft een situatie tussen twee eigenaren, Smit en Jans. Smit verkoopt aan Jans een gedeelte van een perceel. Er ontstaat dus een grens die nog niet in een notariële akte, op een veldwerk en op een kadastrale kaart is beschre ven. Het ontstaan is geen gebeurtenis, maar een proces zoals in het onderstaande aannemelijk wordt gemaakt. Wanneer Smit en Jans voor het eerst praten over de ver koop van een stuk grond, zullen zij nog niet zulke scherp omlijnde ideeën hebben over de ligging van de nieuwe grens in het terrein. Naarmate de tijd verstrijkt, groeien hun bedoelingen. Zij kunnen zich steeds meer terrein details voorstellen die de grens aangeven. Zo is het mogelijk dat Smit en Jans eerst alleen de oppervlakte van het gedeeltelijke perceel voor ogen hebben, vervol gens een grens voorgesteld door een rij bomen met een sloot en tenslotte het midden van de sloot. Ergens in het ontstaansproces van de eigendomsgrens besluiten Smit en Jans naar een notaris te gaan om een akte voor de eigendomsoverdracht te laten opmaken. Als de akte is opgemaakt, wordt deze aangeboden aan de ambtenaar van de openbare registers. De ambtenaar controleert de akte op vormfouten. Als de akte in orde is, wordt deze ingeschreven in de openbare registers. Wanneer een gedeeltelijk perceel is overgedragen, zoals NGT GEODESIA 85 bij Smit en Jans het geval is, wordt de landmeter ge waarschuwd. De landmeter roept Smit en Jans op om zich door hen de ligging van de nieuwe grens in het ter rein te laten aanwijzen. Als de landmeter op het juiste moment komt, is bij Smit en Jans net het ontstaans proces van de bedoelingen over de grens voltooid. Komt hij eerder, dan kunnen zij de grens nog niet goed aan wijzen. Komt hij later, dan bestaat een onnodige periode van onzekerheid. Om de bedoelingen van de eigenaren te weten te ko men, als het ontstaansproces van de grens is voltooid, heeft de schrijver tijdens zijn stage bij het Kadaster in Gelderland een enquête gehouden onder mensen die de ligging van een nieuwe grens aanwezen aan de land meter van het Kadaster*). Een vraag in de enquête betrof het verschil tussen de ligging van de grens in het terrein en de vertaling daarvan in de beschrijving op veldwerk en kadastrale kaart, dat door de eigenaren nog juist aanvaardbaar werd gevonden. Dit verschil wordt in de rest van het artikel „tolerantie" genoemd. De antwoorden luidden: Totaal aantal antwoorden Tolerantie in cm Afhankelijk van de situatie Geen mening Kleiner dan 1 1 10 50 114 3 28 55 13 8 11 De aanwijzers van nieuwe grenzen in Gelderland stelden dus hoge eisen aan de veldwerken van kadastrale kaar ten. De eisen waren onveranderd hoog en zij verschilden niet opvallend met de aard van het stuk grond, de soort afscheiding, de ligging in stad, dorp of op het platteland of de streek van Gelderland. Aan de enquêteresultaten moet ook weer geen over dreven waarden worden toegekend. Als Smit en Jans besluiten hun grens in het terrein door een afscheiding kenbaar te maken, zal het voor hen niet uitmaken waar binnen een strook van 5 centimeter die afscheiding komt. Door beheershandelingen kan die strook in de loop der tijd breder worden. Toch is een belangrijk gegeven dat in 75% van de geval len een tolerantie van 10 centimeter of kleiner werd ver langd. Een omschrijving die aangeeft dat een grens zich met grote mate van zekerheid binnen een strook van 10 centimeter bevindt, noemen we een micro-omschrijving (ook wel: een omschrijving van micro-niveau). Kortweg kan worden gesteld dat de meeste eigenaren een micro-omschrijving van het Kadaster verlangen. Strook van 10 cm, waarbinnen de grens waarschijnlijk ligt. Micro-omschrijving. Vanwege de beperkingen van de techniek kan zelfs een scherp gedefinieerde grens slechts lokaal binnen een strook van 10 cm vastliggen ten opzichte van een scherp gedefinieerde referentie, bijvoorbeeld een gebouw of een ijzeren buis. Daarom kunnen we alleen zinvol spre- Momenteel worden soortgelijke enquêtes gehouden door de directies Groningen en Zuid-Holland, vestiging Rotterdam. 131

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 13