ken over micro-omschrijvingen als het beschrijvingen
van kleine gebieden (minder dan ongeveer 100 x 100
meter) betreft. Alle andere dan micro-omschrijvingen
noemen we macro-omschrijvingen (of omschrijvingen
van macro-niveau). Bij macro-omschrijvingen moet u
denken aan omschrijvingen met getallen over meer uit
gebreide gebieden, aan omschrijvingen in akten, aan
kadastrale kaarten, aan objecten en overzichten daar
van. De begrippen „micro" en „macro" blijven echter
enigszins gevoelsmatig.
Met de definiëring van micro- en macro-omschrijving zijn
we van de wensen van de eigenaren overgegaan naar de
technieken die in dienst van die wensen worden gesteld.
Deze technieken worden in het volgende hoofdstuk be
handeld.
3. Notariële registratie en kadastrale afbeelding
In hoofdstuk 2 is beschreven dat de notaris en de land
meter beiden een omschrijving geven van de ligging van
de eigendomsgrens en van de bedoelingen van de eige
naren daarover. Van deze omschrijvingen volgen eerst
enige definities.
Met het begrip „notariële registratie" wordt bedoeld de
notariële akte die door de bewaarder is getoetst. De in
het vorige hoofdstuk ingevoerde begrippen „micro" en
„macro" worden gebruikt om de door het Kadaster ver
zorgde omschrijvingen nader aan te duiden. Vanwege de
kleine gebieden waarop een micro-omschrijving mogelijk
is, zal een kadastrale afbeelding van micro-niveau
meestal een veldwerk zijn. De meest in het oog sprin
gende kadastrale afbeelding van macro-niveau is de
kadastrale kaart.
Welke zekerheid over de grens kunnen Smit en Jans
ontlenen aan notariële registratie en kadastrale afbeel
dingen van micro- en macro-niveau? Hiertoe worden de
werkzaamheden van notaris (en bewaarder) en land
meter (en tekenaar) nader onderzocht. Direct vallen
twee grote verschillen op, nl.
- De notaris beschrijft de ligging van de grens vooral in
woorden, de landmeter in cijfers en lijnen.
- De notaris is specifiek deskundig in het recht, de
landmeter in de wiskunde.
Het eerste verschil betreft de vorm, het tweede de in
houd.
Een voordeel van omschrijvingen met woorden ten op
zichte van omschrijvingen met cijfers en lijnen is, dat
veel meer aspecten van de ligging van de grens kunnen
worden beschreven dan alleen de zichtbare. Voorbeel
den van zulke aspecten zijn, hoe belangrijk Smit en Jans
de vastlegging van de grens en de aard van het stuk
grond vinden en of ze verwachten dat het gebruik van de
grond in de toekomst zal veranderen.
Het nadeel van omschrijvingen met woorden is, dat ze
meestal niet de ligging van de grens tot op micro-niveau
kunnen aangeven. Daartoe zijn omschrijvingen met cij
fers veel meer geschikt. Hieruit volgt dat de notaris zich
beter kan richten op een macro-omschrijving die door de
landmeter wordt aangevuld tot een micro-omschrijving.
Macro-omschrijving
door de notaris
Micro-omschrijving
door de landmeter
132
Uit de beheershandelingen van de eigenaren blijkt dat
een scherpere omschrijving dan de micro-omschrijving
niet zinvol is. Soms is zelfs een micro-omschrijving niet
zinvol. Dat kan bijvoorbeeld komen door bedoelingen
van partijen, soort afscheiding, terreinomstandigheden
of verwachtingen over wat in de toekomst met de grens
gaat gebeuren. De eigenaren moeten niet worden ge
dwongen de grens binnen een smallere strook aan te
duiden dan zij zelf willen. De schijnzekerheid die zo in het
kadastrale archief komt, gaat immers een eigen leven
leiden.
Eerder is reeds uiteengezet dat over grotere gebieden
micro-omschrijvingen technisch onmogelijk zijn. Toch
kan de landmeter meestal de macro-omschrijving van de
notaris aanvullen tot een micro-omschrijving.
Nu kunt u zich afvragen waarom de notaris nodig is bij
het proces van zekerheidsverschaffing. De eigenaren
verlangen immers een micro-omschrijving en de land
meter kan het best aan die wensen voldoen.
Om te kunnen begrijpen waarom de functie van de nota
ris bij de zekerheidsverschaffing onontbeerlijk is, is het
nodig het tweede grote verschil tussen de werkzaam
heden van notaris en landmeter te bekijken, namelijk de
juridische benadering van de notaris en de wiskundige
van de landmeter. Dit verschil moet worden bekeken in
relatie tot de juridische bedoelingen van Smit en Jans,
die zijn beschreven in hoofdstuk 2.
In de geschiedenis is vaak geprobeerd verbanden tussen
verschillende wetenschappen te vinden. Zo heeft men,
vooral bij de opkomst van de natuurwetenschappen, ge
probeerd de formules ervan toe te passen op andere
wetenschappen, zoals de rechtswetenschap. Deze po
gingen waren weinig succesvol. Een ander verband is
gepropageerd door de filosoof dr. ir. J. H. Santema. Hij
onderscheidt de volgende rangorde in wetenschappen,
ofwel benaderingswijzen van problemen:
juridische
economische
sociale
psychische
biotische
fysische
ruimtelijke
mathematische
Deze rangorde staat volgens Santema vast. De lager in
de kolom staande wetenschappen/benaderingswijzen
zijn nodig voor die erboven staan. Een rechter veronder
stelt dat de landmeter met zijn wiskundige kennis een
grens kan opmeten. De hoger in de kolom staande
wetenschappen/benaderingswijzen voegen steeds iets
extra's aan het al bestaande toe. Aan de mathematische
benadering wordt het ruimtelijk aspect toegevoegd, ver
volgens de veranderingen die de natuurkunde beschrijft,
dan het leven, het denken enzovoorts. De ene weten
schap kan dus niet domweg in de andere worden ver
taald.
In de kolom is een streep getrokken die de onderste
groep van wetenschappen scheidt van de bovenste
groep van cultuurwetenschappen. Beide groepen ver
schillen sterk van elkaar. Bij de natuurwetenschappen,
zoals de wiskunde, hangen twee gebeurtenissen als oor
zaak en gevolg samen. De samenhang tussen twee ge
beurtenissen is bij cultuurwetenschappen, zoals het
recht, lang niet zo sterk en bestaat veel meer uit een toe-
NGT GEODESIA 85