Nederlands fabrikaat1) Het waterpasinstrument van Christopher Becker (ca. 1845) coördinaten uit een geautomatiseerd bestand veel van de huidige beperkingen van het Kadaster op, omdat coördinaten op alle mogelijke manieren kunnen worden gecombineerd. Zo kunnen allerlei verschillende soorten kaarten uit een bestand worden uitgevoerd. Ook is het mogelijk vanuit willekeurige coördinaten reconstructies uit te voeren. Hierbij wordt echter vergeten dat coördi naten op zichzelf niets voorstellen. Deze zijn enkel een afgeleide, een manier van presenteren van de door me tingen bepaalde onderlinge ligging en vorm van objecten in het terrein. Als het goed is, zijn die objecten opgeme ten binnen een strook die voldoet aan globale of lokale doelen. De precisie van de coördinaten is ook globaal of lokaal, omdat de coördinaten van de metingen zijn afge leid. Ook bij coördinaten moet dus een omslagpunt zijn vanaf het moment waarop niet meer de globale doelen het belangrijkst zijn, maar de lokale doelen. Aan zo'n omslagpunt is bij systeem D '76 te weinig aandacht ge schonken. Dit systeem is sterk gericht op werken van groot naar klein. Eigenmaten hebben lokaal geen be langrijker functie dan de grondslag. Wanneer coördina ten afkomstig van verschillende, niet met elkaar samen hangende, metingen worden gecombineerd, kunnen fouten bij reconstructies optreden. De kans op fouten wordt groter, als globale en lokale coördinaten worden gecombineerd. Literatuur 1. J. C. Anneveld, Zekerheid omtrent eigendomsgrenzen van on roerend goed. Delft, Rijkscommissie voor Geodesie, 1984. 2. W. Baarda, Een analyse van de technische werkzaamheden van de landmeter van het Kadaster. Rapport voor de Staatscommis sie inzake het Kadaster, Delft, Laboraturium voor Geodesie, 1957. 3. W. Baarda, Onzekerheidsgebieden in recht en geodetische techniek. Rapport voor de Staatscommissie inzake het Kadas ter, Delft, Laboratorium voor Geodesie, 1957. 4. P. de Haan, Kadaster en agrarisch recht. Zwolle, Uitgevers maatschappij W. E. J. Tjeenk Willink, 1962. 5. P. de Haan, Modeltheorie als brug tussen onroerend goedrecht en mathematische geodesie. Bijdrage aan „Daar heb ik veertig jaar over nagedacht. Feestbundel ter gelegenheid van de 65ste verjaardag van Professor Baarda, p. 405 - 421, Delft, La boratorium voor Geodesie, 1982. 6. C. H. F. Polak, Recht en administratie. Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde, 1954, p. 265-284. 7. J. H. Santema, Modellen in de wetenschap en de toepassing er van. Historische en systematische beschouwing vanuit christe- lijk-wijsgerig perspectief. Delft, Delftse Universitaire Pers, 1978. 8. Handleiding voor de technische werkzaamheden van het Kadas ter. Den Haag, Staatsuitgeverij, 1956. door H. C. Pouls, adjunct-secretaris van de Rijkscommissie voor Geodesie. SUMMARY Made in Holland The level of Christopher Becker (c. 1845) There are approximately 40 historical levellinginstruments in the collection of the Department of Geodesy in Delft. Among those are a number of 19th-century Dutch-made instruments. The majority of those levels are copies of French or English prototypes. A remarkable exception is a level made in Arnhem by C. Becker. A description of the instrument is given and a comparison made with other types, which were, at that time, in use in The Netherlands. uitzondering hierop is een waterpasinstrument dat is ge merkt met ,,C. Becker, Arnhem". Dit instrument lijkt in geen enkel opzicht op de in die tijd gangbare uitvoe ringen (fig. 1) en is daarom belangwekkend genoeg om nader te worden beschouwd. Christopher Becker De uitvinder en maker van het instrument, Christopher Becker werd in 1806 in Filsum geboren. Deze plaats ligt in Duitsland, niet ver van de Groningse grens. Het ge bied rond Filsum, dat nu tot de deelstaat Niedersachsen behoort, heeft politiek-geografisch gezien een bewogen historie. In de Franse tijd behoorde het vanaf 1806 als departement Oost-Friesland tot het koninkrijk Holland. In 1810 werd het, evenals het koninkrijk, ingelijfd bij Frankrijk en na de val van Napoleon behoorde het bij het koninkrijk Hannover, dat in 1866 in zijn geheel door Prui sen werd geannexeerd. Becker kreeg aanvankelijk zijn opleiding tot instrument- Inleiding In de collectie oude instrumenten van de Afdeling der Geodesie van de TH Delft bevinden zich bijna veertig waterpasinstrumenten. Opvallend is het grote aantal in strumenten dat is vervaardigd door Nederlandse instru mentmakers. Zo zijn er een of meer „werktuigen" van Onderdewyngaart Canzius uit Delft, Kleman en Wen ckebach uit Amsterdam, Caminada uit Rotterdam, Smitt uit Utrecht en HolsboerBecker Et Buddingh en De Ko- ningh uit Arnhem. In het algemeen wijken deze instru menten weinig af van de in die tijd in het buitenland ver vaardigde instrumenten; meestal zijn het navolgingen van Engelse of Franse prototypen, zoals de waterpas instrumenten van Lenoir, Ramsden en Gravatt 11]2). Een 1) Tweede aflevering uit de serie bijzondere objecten uit de histo rische instrumentenverzameling van de Afdeling der Geodesie van de Technische Hogeschool Delft; foto's A. B. Smits. 2De nummers [1| t.m. |8] verwijzen naar „Noten" op p. 141 aan het eind van dit artikel. 136 NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 18