cm, welke is verbonden aan een onderstel met drie stel- schroeven. De kijker, welke een omgekeerd beeld geeft, heeft twee vierkante blokken en twee uitsteeksels. Het onderste uitsteeksel past in het midden van de cirkel, zo dat de kijker over de cirkel kan draaien. Op het bovenste kan de niveaubuis worden geplaatst. Opvallend is dat in de oorspronkelijke uitvoering kijker en niveau niet kun nen worden vastgezet. Een constructie-eis is, dat de bovenkant van de cirkel vlak moet zijn. Daar deze van messing is, beperkt dit de diameter van de cirkel en daardoor ook de grootte en tevens de vergroting van de kijker. Heel bijzonder was destijds de aanwezigheid van een stelschroevenblok met drie stelschroeven. Dit voor de hedendaagse landmeter zo vanzelfsprekend onderdeel werd toen door de meeste constructeurs nog niet bij waterpasinstrumenten toege past. Dit type heeft in latere jaren diverse veranderingen ondergaan. Zo zijn er beugels aangebracht om kijker en niveau vast te zetten, en zien we dat in het begin van de 20e eeuw de cirkel een schotelvorm krijgt. Het instru ment werd toen in Frankrijk niveau a cuvette genoemd. dit waterpasinstrument van Becker verdere ontwikkelin gen heeft doorgemaakt. De in 1855 opgerichte firma Becker Buddingh, die vermoedelijk de fabriek van Becker heeft overgenomen, heeft diverse waterpasin strumenten op de markt gebracht, maar geen van deze instrumenten vertoont enige gelijkenis met het hier besproken waterpas. Dit in Nederland vervaardigde instrument, met zijn inte ressante vormgeving, heeft dus maar een korte levens duur gehad. Toch is een ruimere bekendheid zeker op zijn plaats, want dit instrument en zijn ontwerper tonen dat in de 19e eeuw Nederlandse instrumentmakers ook op landmeetkundig gebied inventief bezig waren en dat zij vakmanschap paarden aan vindingrijkheid. Mochten er lezers zijn die aanvullende of nadere gege vens hebben over dit waterpasinstrument, dan houdt de schrijver zich van harte aanbevolen om dit te vernemen. Beoordeling van het waterpasinstrument Wordt het instrument van Becker vergeleken met de an dere, in die tijd gangbare typen, dan valt in de eerste plaats de originaliteit op van het model van Becker. Op geen enkele wijze, noch bij de hoofdelementen, noch bij de onderdelen, is sprake van kopiëring van reeds be staande waterpasinstrumenten. Zoals reeds hiervoor is opgemerkt, is het in al zijn onderdelen een wel door dacht instrument. Opstelling, controle en regeling gaan aanmerkelijk sneller dan bij het instrument van Ramsden en gemakkelijker dan bij het cirkelwaterpas. Kerkwyk zegt dan ook in zijn Geodesie voor de kadetten van alle wapenen": ,,Een dusdanig instrument bij de Kon. Mil. Akademie aanwezig, bevat volkomen de noodige ver- eischten. Het iaat zich door zijne eenvoudige inrigting zeer spoedig stellen; de luchtbel heeft eene voldoende gevoeligheid en de kijker is zeer duidelijk". Ondanks deze lovende woorden schijnt het instrument geen opgang te hebben gemaakt. In andere, later ver schenen landmeetkundeboeken wordt het niet vermeld. Ligt de oorzaak in het vertrek van Becker naar Amerika? Waren de Nederlandse landmeters te behoudend en ble ven zij de oude vertrouwde typen gebruiken, of bleken er in de praktijk toch nog te veel nadelen aan het gebruik te bestaan? De hoge opbouw lijkt een labiele en daardoor windge voelige opstelling met zich mee te brengen. Stof en vuil kunnen gemakkelijk in de holle kegels binnendringen, de uitsteeksels beschadigen en de bewegingen bemoeilij ken. Ook is het mogelijk dat de aan de gang zijnde ont wikkelingen van nieuwe waterpasinstrumenten in Enge land en Duitsland omstreeks het midden van de vorige eeuw een negatieve invloed hebben gehad op de ver vaardiging, de verspreiding en het gebruik van het waterpasinstrument van Becker [5], Het zou interessant zijn om een nauwkeurigheidsonder- zoek met dit instrument uit te voeren. Het ontbreken van het bijbehorende statief en de minder goede conditie van lenzen en kruisdraden van dit 140 jaar oude instrument laten dit echter niet toe. Nabeschouwing Uit de tot nog toe bekend zijnde gegevens blijkt niet, dat NGT GEODESIA 85 Noten 1. Etienne Lenoir (1744- 1832) en zijn zoon Paul-Etienne (1776- 1827) behoorden tot de beste Franse instrumentmakers van hun tijd. Jesse Ramsden (1735- 1800) was de beroemdste Engelse constructeur van de 18e eeuw. C. R. T. Krayenhoff bepaalde dat, bij de onder zijn leiding uitge voerde waterpassingen .de ingenieurs geene andere werk tuigen kunnen of mogen gebruiken, dan: 1°. Het Waterpas a bulle d'air met een kijker, volgens de con structie van Ramsden 2°. Het Waterpas a bulle d'air met twee kijkers volgens de con structie van Le noir.(Instructie voor de Geographische Ingenieurs, 1808). Gravatt heeft bekendheid gekregen door zijn Dumpy level". Gedurende de beginperiode van de spoorwegbouw in Engeland ontstond de behoefte aan een beter te transporteren en gemak kelijk te controleren en te regelen waterpasinstrument. Gravatt ontwierp hiervoor in 1848 een nieuw instrument en een gemak kelijk afleesbare waterpasbaak. In ons land heeft dr. L. Cohen Stuart veel aandacht aan dit type besteed (zie Notulen KIVI 1855, no. 56, p. 96; 1863, no. 64, p. 195, 200 en 211). 2. De heliostaat, niet te verwarren met heliotroop, is in geode tische kringen nauwelijks bekend. Het is een instrument dat dient om het zonlicht, met behulp van een of twee vlakke spie gels, geruime tijd in dezelfde richting te sturen, waardoor waar nemingen van de zon worden vergemakkelijkt. Gewoonlijk wordt de heliostaat door middel van een uurwerk gedraaid om de juiste stand ten opzichte van de zon te behouden. 3. Voor deze gegevens is gebruik gemaakt van een artikel van F. G. Groneman in de Groninger Volksalmanak 1898 (zie p. 114 en 115), terwijl aanvullende gegevens zijn verkregen van ing. K. de Blaey uit Oosterbeek. 4. Niet-geodeten worden voor de begrippen vizierlijn en richtlijn verwezen naar hedendaagse landmeetkundige leerboeken. 5. Voor de uitvoering van de controle en de regeling wordt ver wezen naar het boek van Van Kerkwijk, zie 6. 6. G. A. van Kerkwyk, Geodesie voor de kadetten van alle wape nen. Tweede druk, p. 153- 155. Breda. 1847. 7. Voor gegevens over dit instrument wordt verwezen naar F. P. Gisius Nanning, Handleiding tot de Werkdadige Meetkunst. Tweede Deel. Delft, 1829, en naar het onder 6. genoemde boek van Van Kerkwyk. 8. In Engeland werden de door Gravatt ontworpen dumpy levels o.a. vervaardigd door de firma Troughton Et Simms (ontstaan door een fusie in 1826). In Duitsland werden uitstekende waterpasinstrumenten ge maakt door onder meer de firma's Breithaupt (opgericht in 1762) en Ertel (ontstaan in 1802). Ook in Duitsland was het de spoorwegbouw, die de vraag naar nauwkeurige instrumenten deed toenemen. Opvallend is verder de afnemende betekenis van de Franse con structeurs. 141

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 23