Fig. 2. Driehoeksmodef van het steendepot. hoekjes worden zodanig gevormd, dat de gemeten pun ten de hoekpunten vormen, de driehoekszijden zoveel mogelijk samenvallen met de strings, en de driehoekjes zoveel mogelijk scherphoekig van vorm zijn (zie fig. 1 en 2). De zo gevormde driehoekszijden kan men voorstellen als een verzameling korte strings. 4. Opbouw Digitaal Terrein Model Een DTM kan op diverse wijzen worden opgebouwd met behulp van de resultaten van de volgende metingen: - Terrestrische metingen, onder te verdelen in: a. Metingen op de conventionele methode. b. Metingen met zelfregistrerende elektronische ta chymeters. c. Peilingen. d. Metingen met dynamische meetsystemen. - Fotogrammetrische metingen, onder te verdelen in: e. Metingen uit foto's op de gebruikelijke fotoschaal. f. Metingen uit foto's op een grote fotoschaal. a. Opbouw DTM uit metingen op de conventionele methode Het is mogelijk het terrein op te meten op de vanouds bekende wijze, met bijvoorbeeld de orthogonale meet methode (voetmaat, loodlijn), het terrein daarna door middel van waterpassing in hoogte te bepalen, deze beide metingen te coderen en te verponsen. Na deze omslachtige en bewerkelijke werkwijze kan het DTM in de computer worden opgebouwd. Deze methode wordt slechts sporadisch toegepast voor kleine of speciale op drachten. b. Opbouw DTM uit metingen met de zelfregistrerende elektronische tachymeter Bij een zelfregistrerende elektronische tachymeter is aan het instrument een voorziening aanwezig, die de meet- NGT GEODESIA 85 resultaten en eventuele codering op computer-leesbare wijze opslaat, bijvoorbeeld op ponsband, datacassette of halfgeleider geheugen. Bij de Meetkundige Dienst, de landmeetkundige specia listische directie van de Rijkswaterstaat, worden zelf registrerende elektronische tachymeters van het merk Zeiss gebruikt, te weten de Reg-Elta 14, met ponsband- registratie, en de Elta 2 (zie fig. 3) met registratie op half geleider geheugen (MEM). Deze werkwijze wordt wel „blind" meten genoemd. Bij blind meten krijgt een waarnemer na een dag opname als enig resultaat een halfgeleider geheugen of ponsband te zien. Wat daar opstaat en hoe de kwaliteit is, kan niet direct worden be keken. Om fouten te ondervangen die zijn veroorzaakt door het blind meten, is bij het instrument een Volks wagenbus met apparatuur aanwezig. Fig. 3. Zelfregistrerende elektronische tachymeter Zeiss Etta 2. Deze apparatuur bestaat uit een ponsbandlezer of data- vertaler (DAC 100), een tafelcomputer (HP 85) en een HP-plotter, formaat DIN A-3 (zie fig. 4). Hiermee is het mogelijk de meetresultaten te controleren, te corrigeren en een standplaatstekening (zie fig. 5) te vervaardigen. Fig. 4. Computerapparatuur in de meetbus. 123 Fig. 1. Steendepot met „strings" en punten.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 5