A
den afgelezen. Beide spiegels zijn voorzien van regel-
schroefjes, zoals bij sextanten gebruikelijk is.
Het bijzondere aan deze sextant is, dat deze is voorzien
van een tweede arm, die via een speciale constructie is
gekoppeld aan de alhidade. Wordt deze laatste bewo
gen, dan beweegt de extra arm tweemaal zo snel. Deze
arm is voorzien van een afgeschuinde kant, met daarop
een millimeterverdeling met de becijfering 0-110. Het
optische principe waarop de werking van de sextant be
rust, is hiervoor reeds behandeld; verder wordt bij de
lezer kennis omtrent werking, gebruik en regeling veron
dersteld [10]. Het gegeven dat de te meten hoek het
dubbele is van de hoek tussen de spiegels en de speciale
constructie van dit instrument, tonen aan dat het hier
mogelijk is direct na meting de hoek te tekenen. Vandaar
ook dat deze sextant geen handgreep heeft aan de
onderkant, maar een ring aan de zijkant.
De theorie waarop de gecombineerde werking van de
twee armen berust, is te vinden in twee stellingen uit de
planimetrie, namelijk dat een middelpuntshoek gelijk is
aan de boog waarop hij staat en een omtrekshoekshoek
gelijk is aan de halve boog waarop hij staat. In afb. 5 is
te zien, dat de omtrekshoek AOB en de middelpunts
hoek AMB beide rusten op dezelfde boog, waaruit volgt
dat hoek AMB gelijk is aan het dubbele van hoek AOB.
In de tekening stelt verder de boog AB' C de randverde-
ling van de sextant voor en komt de lijn MB overeen met
de tekenarm, terwijl de lijn OBB' de alhidade voorstelt,
waarmede bij B' op de rand wordt afgelezen. Vergelij
king van de foto van afb. 4 met de tekening van afb. 5
maakt het een en ander duidelijk.
instrument is bedoeld om direct na het meten als teken
instrument te gebruiken, komt eigenlijk alleen een plan
chetopname in aanmerking. Kadastraal gebruik is uitge
sloten, omdat in de tweede helft van de 19e eeuw het
Kadaster noch het planchet noch de schaal 1 1 000 ge
bruikte. Aangezien het instrument alleen geschikt is voor
opname van kleine gebieden, kan gebruik in Oost- of
West-lndië uitgesloten worden geacht. Resteert eigenlijk
alleen het gebruik voor een snelle topografische opname
ten behoeve van ontwerpen of bouwen van civieltechni
sche of cultuurtechnische werken van niet te grote om
vang.
Wanneer met het in de Geodesie-collectie aanwezige
sextantje hoeken worden getekend, dan blijkt bij con
trole dat de getekende hoek afwijkt van de op de rand
afgelezen hoek. Deze afwijking wordt groter naarmate
de hoek groter wordt en is niet te corrigeren; integen
deel, deze afwijking lijkt geen toeval, maar opzet. Een
verklaring hiervoor is echter nog niet gevonden.
Het onderhavige instrument is door de maker met No. 11
gemerkt, wat erop wijst dat er meer exemplaren zijn ge
maakt. Ondergetekende zou graag in contact komen
met personen, diensten of musea die een dergelijk in
strument in hun bezit hebben, ten einde te onderzoeken
of deze afwijkingen in gelijke mate bij andere instrumen
ten voorkomen. Wanneer dit zo is, zal alsnog een verkla
ring moeten worden gevonden; mogelijk houdt dit ver
band met het gebruik. Ook andere informatie met be
trekking tot deze spiegelsextant of de spiegelpasser is
van harte welkom.
0
Afb. 5. Voor toelichting zie tekst.
Onbeantwoorde vragen
Het is tot nog toe onduidelijk waarom Laporte dit instru
ment heeft vervaardigd of op wiens verzoek hij het heeft
gedaan.
Het ontbreken van zelfs maar de mogelijkheid van het
bevestigen van donkere glazen sluit het „zonnetje schie
ten" uit en dus het gebruik op zee. Het ontbreken van
een kijker en de geringe afmetingen van instrument en
spiegels (grote spiegel 25 x 20 mm, kleine spiegel 16x10
mm) wijzen op metingen naar objecten op korte afstan
den. De aangebrachte becijfering, waarbij 1 cm 10
wijst op een kaartering 1 1 000. Gezien het feit, dat dit
174
Noten
1. De Engelsman John Hadley (1682- 1744) toonde op 13 mei
1731 twee typen aan de Royal Society. Het instrument werd
oorspronkelijk Hadley's Quadrant genoemd, alhoewel het in
wezen een octant was. Na 1742 werd bekend dat Newton in
1699 een beschrijving had gegeven van een min of meer gelijk
soortig instrument. Hadley kende deze beschrijving echter niet
en Newton heeft niets met zijn idee gedaan.
2. Geometrical and Geographical Essays, containing a general
description of mathematical instruments. 1791. De hoekspiegel
werd optical square genoemd. George Adams, vader 1704 -
1773; George Adams, zoon 1740 - 1794.
3. De Technische Hogeschool te Delft 1905- 1955, p. 8. 's-Gra-
venhage, 1955.
4. Een beschrijving van het leven van A. Lipkens wordt gegeven
in een artikel van N. T. Michaëlis getiteld „Schets van het
leven van A. Lipkens" in het Jaarboekje voor Spoorwegambte
naren 1864, p. 1 - 15. In tegenstelling tot wat men zou ver
wachten, is dit boekje niet aanwezig in de bibliotheek van de
Nederlandse Spoorwegen en ook niet bij het Spoorwegmu
seum. Wel is er een exemplaar in de bibliotheek van de Ge
meente-universiteit Amsterdam.
5. Gisius Nanning, F. P., Handleiding tot de Werkdadige Meet
kunst, tweede deel, p. 200-204. Delft, 1829. Nanning noemt
het een spiegel-winkelhaak.
Van Kerkwyk, G. A., Geodesie voor de kadetten van alle wape
nen. Tweede druk, p. 50 - 55. Breda, 1847. Van Kerkwyk
spreekt over een spiegelkruis.
Barenbroek, E., Beginselen der Werkdadige Meetkunst, p.
10- 12. Groningen, 1867.
Tutein Nolthenius, A., Antoine Lipkens. Tijdschrift voor Ka
daster en Landmeetkunde, p. 84-91. 1950.
6. Schneitler, C. F., Die Instrumente und Werkzeuge der höheren
und niederen Messkunst, p. 78. Leipzig, 1858.
Jordan, W., Handbuch der Vermessungskunde, Zweiter Band,
Feld- und Landmessung. 4e Aufl., p. 35. Stuttgart, 1893. Ook
in latere drukken.
7. Gisius Nanning, als boven, p. 204 en 205.
8. Michaëlis, N. T., als boven, p. 5 en 6.
9. Barenbroek, zie noot 5, beschrijft op p. 116 een transformateur
van Laporte.
10. Zie onder meer W. Schermerhorn en H. J. van Steenis, Leer
boek der landmeetkunde, vierde druk, p. 527 - 537. 1964.
NGT GEODESIA 85