J: 4. De kaarteer- of afpasnauwkeurigheid bedraagt ongeveer 0,2 mm. Wat betekent dit bij kaartschalen van: 1 500 1 1000 1 2500 5. a. Bij een kaartprojectie zegt men: „Zijn afbeelding is hoekge- trouw of oppervlaktegetrouw". Wat bedoelt men daarmee? b. Waarom geeft men de voorkeur aan een projectie die hoek- getrouw is? c. Welke kaartprojectie wordt in Nederland toegepast en wat voor soort projectie is dit? 6. a. Wat verstaat men onder kartografie? b. Wat verstaat men onder generalisatie? c. Welke methoden van kaartreproduktie komen in aanmerking bij kleine aantallen? 7. Er moet een cirkelboog worden uitgezet tussen twee recht standen, maar het probleem is dat aan weerskanten van de as van de boog maar 6 meter beschikbaar is om uit te zetten. Verder is gegeven dat de straal R 400 m, en de hoek tussen de rechtstanden a 60 gon. Gevraagd: Hoe zou u deze boog uitzetten aan de hand van bovenstaande gegevens? 8. Voor het uitzetten van een clothoïde met aansluitende cirkel boog moeten uitzetgegevens worden berekend. Gegeven zijn: a. De straal van de cirkelboog R 800 m. b. De maximum ontwerpsnelheid V 120 km/uur. c. De hoek tussen de rechtstanden a 40 gon. Gevraagd: a. Een duidelijke en nette tekening van het gedeelte recht stand, overgangsboog, halve cirkelboog. b. Geef daarin de hoofdpunten van overgangsboog en cirkel boog aan. c. Bereken deze hoofdpunten. d. De detailpunten van de clothoïde om de 25 meter d.m.v. richting en afstand. e. De detailpunten van de cirkelboog om de 50 meter d.m.v. richting en afstand. Tijd: 150 min. CIVIELE TECHNIEK Kabels en leidingen 1Van een partij 2 meter lange betonnen mof-spiebuizen moet een exemplaar worden gekeurd. a. Schets een lengte-doorsnede van zo'n buis (inclusief verbin ding). b. Geef duidelijk, desnoods door een detailtekening, welke maten je controleert. c. Is de invloed van een afwijking van elk onderdeel even groot? Geef hiervan een voorbeeld. 2. a. Welke gegevens van een riolering moeten na aanleg zijn ge meten? b. Geef een voorbeeld hoe je dit (zie a.) vastlegt. c. Op welke manieren kan een sleufwand worden onder steund? (Evt. schetsen.) 3. Gegeven: De buizen moeten ?6S xol gemaai worden gelegd -f T^ok onder een helling: 0 80 - 1,25%o 0 70 - 1 700 1 0 60 - 1 600 0 50 - 2 %o $1 0 40 - 2,5 %o l»»2.102422®2, 0 30 - 1 350 Gevraagd: Bepaal de b.o.b. van de putten: 240; 270; 205. vo. 2g o V 0St> 295^ «S £>ASI3 RlOLECINGSPLAN INSPECTIE POT STROOM Rt&HTlHG DUM e>ETONflüiS möeGin "4 leiding (verkleind weergegeven) 4. a. Geef een kort overzicht van de leidingen die je in de grond kunt tegenkomen en in welke „vorm" dit mogelijk is. b. Voor een leiding staat een druk van 8 bar opgegeven. Hoeveel m' waterkolom moet je je hierbij voorstellen? c. Wat versta je onder een 12,5 kv leiding? d. Geef kort weer op welke diepte je in het algemeen welk lei dingsysteem kunt aantreffen. Duikers en sluizen 5. a. Schets een bovenaanzicht en een daarbij mogelijke door snede over de as van een gladde schutsluis (in een kanaal!). b. Geef bij a. benamingen van de belangrijkste onderdelen die bij een sluis voorkomen. c. Wat versta je onder een dubbelkerende sluis? d. Schets een houten puntdeur, aanzicht en doorsnede. Benoem het aantal onderdelen. e. Hoe kun je meten of een houten sluisdeur is vervormd? Om welke vervormingen gaat het dan? 6. .3 x a. Benoem de met nummers aangeduide zaken. b. Met welke soort buizen heb je hier te maken? c. Hoe zou je de verzakking bij C kunnen constateren en in" maat kunnen meten? d. Evenals c., doch voor de maat van S spleet). e. Op welke soort duikers slaat deze getekende doorsnede? f. Geef een duidelijke verklaring voor de situatie van E. Tekening lezen 7. Zie gegeven situatie en doorsnede van een ontmoeting tussen een dijk en een sloot. Men is van plan de sloot door de gegeven dijk heen te leiden d.m.v. prefab duikerprofielen. Zie ook situatie-aanduiding. De profielen worden op staal gefundeerd en in het verlengde ge legd van de sloot en zijn 1 m' lang. Het op de frontmuren aan sluitende deel van een profiel wordt in het werk gestort, tegelijk met frontmuur en (gestrekte vleugels). De hoogte van bovenzij de frontmuur is 1 m' NAP (evenals dat van de vleugels). O.0O 0,50 doorsnede van -* a A OM doorsnede sloo"t i aketie as sloot en cUjlc doorsnede duiker Gevraagd: a. Teken 1 100 halve dijkdoorsnede over de as van de te leg gen duiker met aanduiding van duiker en frontmuur (geen aanzicht!) volgens aangegeven teken B. b. Bepaal het nodige aantal hele duikerelementen. BEDRIJFSKUNDE Tijd: 100 min. Burgerlijk recht 1. a. Wat verstaan we onder handelingsonbevoegdheid? b. Wat is het rechtsgevolg hiervan en geef een voorbeeld van een handelingsonbevoegde. 2. a. Wat verstaan we onder handelingsonbekwaamheid? b. Wat is het rechtsgevolg hiervan en geef een voorbeeld van een handelingsonbekwame. 3. a. In welk gedeelte van ons recht worden de huwelijkse voor waarden geregeld en waarom in dat gedeelte? b. Waarin en waarom worden de huwelijkse voorwaarden in geschreven? 4. a. Wat is een overeenkomst? 180 NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 26