Een statistisch model voor lodingen h dk var (dk) xk ak var (h) (\+0k) ak;i'°k;j'Pk;i,j cov (h^hj) nederlands geodetisch tijdschrift door ir. L. M. M. Veugen, werkzaam bij de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft. SUMMARY A statistical model for soundings This paper presents a theoretical model which can be used to estimate or to simulate the precision of corrected soundings. The effect of the density of sounding lines is described as well. Inleiding Van een afgebakend nat gebied moet als voornaamste morfologische parameter de gemiddelde hoogte ten op zichte van NAP worden bepaald. Een manier om tot deze hoogte te komen, is via verwerking van lodingge- gevens. In een groot aantal punten worden vanaf een schip diepten gelood. Het is echter noodzakelijk om de verkregen ruwe gegevens te corrigeren voor diverse ef fecten, zoals waterpeil, nulpuntsfout, inzinking, enz. Deze effecten worden direct of indirect gemeten. Elke correctieterm bezit zodoende een onnauwkeurigheid die wordt uitgedrukt in een standaarddeviatie (sd). De sd in een enkel punt (model 1) kan worden berekend uit de sd's van de afzonderlijke termen. Voor een sd van de gemiddelde hoogte (model 2) dient men rekening te houden met de covariantie tussen elk tweetal gecorri geerde hoogtemetingen. Dit aspect maakt de sd-bereke- ning gecompliceerd. Door enkele aannames omtrent de structuur van de covariantie kan een aanzienlijke bespa ring in rekenwerk worden bereikt, die het lonend maakt om simulaties uit te voeren. Een tweede gedeelte dat bijdraagt aan de sd van de ge middelde hoogte, vereist nadere uitleg. De metingen zijn in afzonderlijke punten uitgevoerd, terwijl het gebied een continu geheel vormt. In feite vindt een digitalisatie plaats. Het verschil tussen berekende en gewenste ge middelde hoogte kan worden uitgedrukt in een stan daarddeviatie. Om deze sd te berekenen, is het nodig ge bruik te maken van een autocovariantiefunctie. De func tie geeft de covariantie van de hoogte tussen twee pun ten aan, afhankelijk van de afstand tussen deze punten. Structuur (co)varianties Een gecorrigeerde hoogtemeting bestaat uit de somma tie van een aantal termen: De betekenis van de termen moet nog in een later sta dium worden ingevuld; op dit moment is de mathema tische modellering aan de orde. Elke term is een sto chastische grootheid, ofwel toevalsvariabele, en bezit een onnauwkeurigheid van toevallige en/of systemati sche aard. Bijvoorbeeld: de loding zelf heeft een toevalli ge fout, de nulpuntscorrectie is een systematische fout, de peilschaalcorrectie heeft een toevallige afleesfout en een systematische inmeetfout. De variantie van een term kan dus uit twee delen bestaan: 2 2 Beide sd's rk (toevallig gedeelte) en erk (systematisch gedeelte) worden bekend verondersteld. Voor sommige termen kan een van beide ontbreken. Het is mogelijk de correctietermen dermate uit te splitsen, dat een resul terende term slechts één type fout bezit. Van een derge lijke structuur wordt in het vervolg gebruik gemaakt. Wanneer verder wordt aangenomen dat er geen correla tie bestaat tussen de termen, dan kan de sd in een enkel punt worden berekend: Tot nu toe is gesproken over de sd in een enkel punt (model 1). Bij twee (of meer) punten speelt correlatie een rol, en wel in het systematische gedeelte. In het meest algemene geval geldt dat de sd's rk en crk af hangen van het in beschouwing genomen punt (positie en tijdstip). Deze afhankelijkheid zal worden aangegeven met indices. Voor twee metingen h, en geldt alge meen: waarbij pk;i de correlatie van effect k tussen de punten i en j aangeeft. Voorbeeld 1 Voor een nulpuntscorrectie die ooit eenmalig is be paald, geldt: o. T =0 k;i k;j P 1 k; ij Voorbeeld 2 De ligging van het schip in het water wordt bij vertrek en terugkeer gemeten: ev op tijdstip Tv, et op tijdstip T, Veronderstel nu dat de ligging van het schip lineair verloopt: e A.ey (1-X),et 158 NGT GE0DESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 4