x eN_, x VXj (1~V (1~V T d O k1 k h d, d, .zTT z w za's,v,:L d z z w z Wa's'v,i d met X T - T t T - T t v In een willekeurig punt i op tijdstip Tl geldt voor de sd: 2,2 22 o {X. (1 - X.) a, ki k met X. X(T T.) i i Voor de correlatie tussen de punten geldt: k; i j (1 - X.)2' /Xj (1 - Xj) Met bovenstaande kennis omtrent de (co)variantie is het eenvoudig geworden om de sd van de gemiddelde hoog te te berekenen. Deze hoogte wordt gedefinieerd als een gewogen gemiddelde over de gecorrigeerde hoogte metingen: r vN G E w..h. w 1=1 i i Hierbij is N het totale aantal punten en zijn w: de weeg factoren. Bij verwerking met een programmapakket zoals MOSS worden weegfactoren opgesteld, die volgen uit de op pervlakte waarover in het programma het punt represen tatief wordt geacht. In formules voor de sd dient men hiermee rekening te houden. Voorlopig beschouwen we het ongewogen gemiddelde, dat van pas komt bij simu laties: IN G - E h. s N i=l De variantie a\ van Gs is als volgt: Ei-i var<V i j; j c°v<Vhj> O E0 .O k;i 2 l? j k ki k;J r 1 N 2 k '2 1=1 Tk;i toevallig gedeelte ij °k;j systematisch gedeelte (1) Voorbeeld 3 Als voor alle punten effect k eenzelfde fout is als in voorbeeld 1, dan is de totale bijdrage van het syste matische gedeelte gelijk aan a\. Dit resultaat hadden we ook direct kunnen afleiden. Het gemiddelde effect is gelijk aan de term zelf vanwege de onafhankelijk heid van het puntnummer: IJ 1 ,N N i=l k;i N i=l k k en dus "ar (B Ei=l "kil' Var (dk> °k Voorbeeld 4 We herhalen de exercitie uit voorbeeld 3 voor het type fout uit voorbeeld 2. Een berekening volgens formule (1) leidt tot een bijdrage {X2 (1-X)2} a2 met N 1=1 1 Het tijdstip T, horende bij de gemiddelde weegfactor A, is het gemiddelde van alle tijden waarop een meting is uitgevoerd. Dit verklaart, rekening houdend met de lineaire correctie, de interpretatie van boven staande bijdrage. Het resultaat komt namelijk over een met de sd die hoort bij een meting op tijdstip T. Wanneer de metingen regelmatig over het tijdtraject zijn uitgevoerd, dan geldt bij benadering A V2. En dus r1 vN var l N i=l Specificatie fouttypes In de vorige paragraaf zijn de middelen aangereikt om de sd van de gemiddelde hoogte te berekenen. Voor de ac tuele praktijksituatie is een specificatie van de (systema tische) fouten nodig. De meting van een punt i vindt plaats tijdens vaart v van een bepaald schip s in jaar a. Met deze indices wordt nu een gecorrigeerde hoogte aangegeven: a,s,v,i k k;a,s,v,i Merk op dat een zekere nesting aanwezig is. Het punt i is tijdens vaart v gemeten, en deze vaart is uitgevoerd door schip s. De sd's zijn in de meest algemene vorm af hankelijk van punt, vaart, schip en jaar. De fouten kunnen als volgt worden gespecificeerd: I toevallige fouten II systematische fouten De laatstgenoemde fouten worden onderverdeeld in: Ha overall-fouten lib fouten, die voor een jaar persistent zijn llc schip-afhankelijke fouten lid vaart-afhankelijke fouten Alle effecten kunnen, zoals eerder vermeld, zodanig worden uitgesplitst, dat hun type fout tot één klasse be hoort. Hierdoor wordt een duidelijk overzicht verkregen van de covariantiestructuur. Een effect uit klasse lid is onafhankelijk van hetzelfde effect tijdens een andere vaart. Analoge opmerkingen gelden voor effecten uit klasse lie en lib. Voor de geschetste specificatie van fouttypes wordt nu de variantie van het gewogen gemiddelde Gw bekeken. Allereerst worden enkele cumulatieve weegfactoren ge- introduceerd: asv1 Z v zodat w a, s 1 Grootheid G is als volgt opgebouwd: 1 kei s,v,1 a. sv,1 k as v1 Ett I w d kella s,v,i a,s,v,i k;a,s,v,i L Z w kellb s,v,i a,s,v,i d, k;a,s v 1 kellc s a.s v.1 W k;a.s,v,i as kelld s,v a.s.v'iW k;a,s,v-, i as 1 v Voor de varianties geldt, wanneer rekening wordt ge houden met correlaties: NGT GEODESIA 85 159

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 5