binnen de toedeling moet worden gerealiseerd. Hierbij
wordt uitgegaan van een analyse van de werkelijkheid in
termen van vraag naar en aanbod van grond (ofwel
ruimte), in samenhang met de door rechthebbenden ge
wenste relaties daartussen. De beschrijving van deze
analyse kan in het ATOR systeem of, meer flexibel, in
het AVL model (Allocatie- en Vereffeningsmodel Landin
richting) plaatsvinden, met als doel het opsporen van
knelpunten in de toedeling en het wegwerken daarvan
op grond van een objectieve belangenafweging. Deze
methode wordt in deze inleiding uiteengezet.
De vraag naar grond wordt beschouwd als aanspraak op
toedeling van een rechthebbende, hetgeen wordt uitge
drukt in oppervlakte of ruilwaarde. Bij de samenstelling
van deze zogenaamde „kavelaanspraak per bedrijf"
wordt uitgegaan van het feitelijk grondgebruik, met an
dere woorden inbreng in eigendom en pacht.
Het aanbod van grond is de voor toedeling beschikbare
grond, ook wel toedelingsruimte genoemd. Deze kan
worden beschreven door middel van ruimtelijke zones
binnen het blok, welke worden aangeduid als ^lok-
delen". De begrenzing van deze zones sluit aan bij het
stelsel van wegen en waterlopen, de te realiseren plan
onderdelen en eenheden van bepaalde homogeniteit in
toedelingsopzicht (gelijksoortig grondgebruik, gelijk
soortige ontwateringssituatie). Per blokdeel worden op
pervlakte en ruilwaarde bepaald.
De relaties tussen vraag naar en aanbod van grond wor
den geconcretiseerd door per bedrijf alternatieve toe
delingsmogelijkheden in blokdelen vast te leggen door
middel van het toekennen van plaatsingen van bedrijfs-
delen in blokdelen. Deze bedrijfsdelen worden „kavel-
aanspraakdelen" genoemd. Aan iedere plaatsing wordt
een waardering toegekend op basis van vooraf vastge
stelde regels. Door het toekennen van plaatsingen aan
kavelaanspraakdelen wordt uitdrukking gegeven aan het
beleid ten aanzien van de toedeling. Deze toekenning is
tevens afgestemd op specifieke wensen op bedrijfs
niveau. Dit houdt een objectivering van de belangenaf
weging in.
De kavelaanspraken, de blokdelen en de structuur van
aangegeven relaties daartussen (plaatsing van kavelaan
spraakdelen met bijbehorende waarderingen) kunnen
getalsmatig worden afgebeeld in het ATOR systeem.
Het doel van de toepassing van dit systeem betreft het
zo goed mogelijk wegwerken van over- en ondervragin
gen, ofwel sluittermen, per blokdeel. Over- en onder
vragingen zijn situaties waarbij de som van de waarden
van de kavelaanspraakdelen, met toegekende plaatsin
gen in een bepaald blokdeel, niet gelijk is aan de waarde
van het betreffende blokdeel. Deze toekenning gebeurt
automatisch op basis van de plaatsingen met de hoogste
prioriteit. De vermindering van sluittermen vindt plaats
door het uitvoeren van overboekingen van kavelaan
spraakdelen naar alternatieve plaatsingen, voor zover
deze aanwezig zijn. Het overboekingsproces wordt auto
matisch gestuurd door middel van een functioneel ver
band tussen de toegekende waarderingen per plaatsing,
de waarde van de kavelaanspraakdelen en de sluit
termen per blokdeel. Dit functionele verband dat is
weergegeven in een waardefunctie, wordt na iedere
overboeking opnieuw berekend en uitgedrukt in een
numerieke waarde voor ieder element van de totale ver
zameling mogelijke overboekingen. Op grond van de
verzameling uitkomsten van deze berekening kan wor
den bepaald of het overboekingsproces wordt voort
gezet en, zo ja, welke overboeking wordt uitgevoerd.
Iedere overboeking resulteert in een vermindering van de
over- en ondervraging. Zie voor een beschrijving 11 en
[2]*).
Het produkt van de toepassing is het zogenaamde plan
in geld, dat een overzicht inhoudt van gerealiseerde
plaatsingen van kavelaanspraakdelen per bedrijf en een
overzicht van plaatsingen per blokdeel, met een refe
rentie naar de bedrijven. Het plan in geld vormt het
uitgangspunt voor de ruimtelijke vormgeving van de
kavels.
De ATOR methodiek blijkt goed te werken, omdat een
beschrijving van toedelingsmogelijkheden per bedrijf een
goede benadering geeft van wat reëel haalbaar is bij de
toedeling. Het systeem is echter op de volgende punten
voor verbetering vatbaar:
1. Door de werking van het, aan het overboekingspro
ces ten grondslag liggende, algorithme worden be
perkingen gesteld aangaande de wijze van structure
ring van de plaatsingen van kavelaanspraakdelen. Dit
hangt samen met het feit, dat de kavelaanspraak
delen ten behoeve van het overboekingsproces als
kleinste eenheden worden gehanteerd. Als gevolg
hiervan zijn de kavelaanspraakdelen invariant, of
„star" in waarde. Hierdoor wordt het wegwerken
van over- en ondervraging bemoeilijkt. Bovendien is
het niet mogelijk om gewenste combinaties van
plaatsingen eenduidig aan te geven in het systeem,
waardoor in bepaalde situaties geen goede aanslui
ting op de uitgebrachte wensen mogelijk is.
2. De overboekingen worden „stap voor stap" uitge
voerd en beïnvloeden elkaar. Een algorithme is ge
wenst met behulp waarvan de oplossingsruimte, wel
ke is geënt op de ingevoerde structuur, integraal kan
worden onderzocht. Hierbij dient te worden uitge
gaan van het feit, dat het op te lossen probleem een
combinatorisch probleem betreft. Dit type problemen
is over het algemeen moeilijker oplosbaar dan proble
men met continue variabelen.
Het AVL model, waarvan op dit moment een prototype
beschikbaar is, biedt de mogelijkheid om verbetering op
deze punten te realiseren door gebruik te maken van
wiskundige optimaliseringstechnieken. Het prototype is
beschikbaar gekomen in het kader van een onderzoek
dat in opdracht van het Kadaster is uitgevoerd bij de
Stichting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie [3].
De wijze waarop de verbeteringen op genoemde punten
zijn ingevuld, wordt hieronder omschreven.
2. Omschrijving van het allocatie- en vereffenings
model
a. Allocatiemodel
Het allocatiemodel maakt de inrichting mogelijk van
flexibele structuren tussen elementen van vraag naar en
aanbod van grond. Uitgangspunt hierbij ligt in de vor
ming van een of meer groepen van plaatsingen van
kavelaanspraakdelen per bedrijf, op basis van de uitge
brachte wensen van de rechthebbenden in overeen
stemming met het gevoerde beleid ten aanzien van de
toedeling. Voor iedere groep kan een onderlinge variatie
in de waarden van kavelaanspraakdelen worden toegela
ten. Deze toegelaten variatie dient per kavelaanspraak-
deel te worden aangegeven. Een groep van plaatsingen
wordt bedrijfsinrichtingsalternatief genoemd. In fig. 1
worden hiervan een aantal voorbeelden gegeven met be
trekking tot een kavelaanspraak van f 120 000,
De nummers 11] t.m. [7] verwijzen naar „Literatuur" op p. 168
aan het eind van dit artikel.
162
NGT GEODESIA 85