de arm op 1 staat en de wijzer aan de achterkant in de
nulstand, de op te meten hoek precies 90° is.
Nadat de arm is vastgezet, wordt de wijzer van de pin
losgemaakt en naar de streep met het cijfer 1 gebracht
van een van de drie groepen. Bij de verplaatsing naar de
1 van de eerste groep verdraait de grote spiegel 43' en
wordt de hoek tussen de spiegels ook 43' kleiner. Bij
plaatsing bij de 1 van de andere groepen wordt de hoek
1 °26' of 2°51kleiner.
Bij gebruik van een niet-rechthoekige basis
Hoek ACE is a kleiner dan 90°, hierbij kan a elke waarde
hebben. Uit de afstand CD wenst men CA te bepalen
met de factor 40, 20 of 10. Op vrij eenvoudige wijze zijn,
uitgaande van hoek a, de bijbehorende hoeken b te be
palen. Snoeck doet dit voor de hoeken 5°42' (2),
11°24' (3), 17°06' (4), 22°48' (5), 28°30'(6), 34°15' (7)
en 39°54'(8). Hij gebruikt hierbij de formule
cos a
tg b
p sin a
waarbij p de vermenigvuldigingsfactor is 51
Meting
Men wenst de afstand CA te bepalen. De gang van za
ken is dan als volgt:
In het terrein wordt een basis CE uitgezet en de hoek
ACE gemeten. Op de rand staat na meting de index op
of nabij een streep. Men kiest een vermenigvuldigings
factor en, na het vastzetten van de arm, wordt de wijzer
geplaatst op of nabij de overeenkomstige streep van een
van de groepen streepjes. Hierdoor wijzigt de hoek tus
sen de spiegels. Men beweegt zich nu langs de basis tot
in het instrument de beelden van A en E weer samen
vallen, men staat dan in D. De afstand CD wordt ge
meten, waarna CA kan worden berekend.
Het zal duidelijk zijn dat het de voorkeur verdient om met
een rechte hoek te beginnen, met andere woorden men
begint in B en zoekt C op. Alleen wanneer het terrein het
niet toelaat, zal met niet-rechte hoeken worden be
gonnen. Het doet er niet toe of het op te meten punt
links of rechts van de basis ligt, men kan het instru
mentje ook zonder problemen ondersteboven gebruiken.
A
B
C
D
Afb. 5. Voor toelichting zie tekst.
Nabeschouwing
Snoeck stelt in zijn geschrift dat het instrument ook gro
ter kan worden gemaakt. Dan zou er een kijker, evenals
een graadboog met nonius, aan kunnen worden toege
voegd. Hij zegt dit niet te hebben gedaan om het instru
ment niet te duur te maken. Of een dergelijk instrument
NGT GEODESIA 85
ooit is gemaakt, is mij niet bekend. Eventuele informa
ties worden zeer op prijs gesteld.
Verder geeft Snoeck enige aanwijzingen over hoe de di
verse verdelingen kunnen worden aangebracht. Ook
merkt hij op dat de verdelingen geheel proefondervinde
lijk kunnen worden aangebracht.
Majoor Snoeck vermeldt niet welke instrumentmaker
het instrumentje heeft vervaardigd. Het instrumentje zelf
geeft hierover ook geen nadere informatie. Mogelijk was
dit J. Metz uit Dordrecht; deze heeft namelijk wel de in
1862 door Snoeck beschreven verbetering van het oude
type gemaakt en de majoor was nog steeds in Dordrecht
gestationeerd.
Een voordeel van het nieuwe model is ook dat met een
aanmerkelijk kortere basis kan worden gewerkt dan het
geval was bij het oude type. Kennismaking met dit in
strumentje brengt met zich mee dat men grote bewon
dering en waardering krijgt voor de vindingrijkheid van
de uitvinder. Om die reden is, middels dit artikel, dit
unieke instrumentje onder de aandacht van een wat gro
ter publiek gebracht.
Besluit
Dit is (voorlopig?) het laatste artikel van een kleine serie
over bijzondere objecten in de historische instrumenten
verzameling van de Afdeling der Geodesie. Evenals bij
de vorige artikelen werd gesteld, wordt aanvullende in
formatie van de lezers zeer op prijs gesteld. Zijn de ande
re typen van Snoeck bewaard gebleven? Is er ooit een
verdere verbetering gemaakt? Elke informatie, ook even
tueel over de eerder beschreven instrumenten, is van
harte welkom. Het adres is H. C. Pouls, Rijkscommissie
voor Geodesie, Thijsseweg 11, 2629 JA Delft. Tel. 015-
782819.
Noten
1. De teletop is een zgn. basisafstandmeter, die zowel op een sta
tief als uit de hand kon worden gebruikt. Voor de oorlog gepro
duceerd door Carl Zeiss en na de oorlog opnieuw op de markt
gebracht door Jenoptik, de Oostduitse voortzetting van Zeiss.
Zie ook F. Deumlich Instrumentenkunde der Vermessungs-
technik. Vierte auflage, Berlin 1967, p. 17, 382, 383.
De BRT (Basis Reduktions-Tachymeter) is na de oorlog door
Jenoptik in de handel gebracht. Zie Deumlich, als boven, p.
462 - 464.
De afstandmeter van A. Ie Cyre is in de tweede helft van de 19e
eeuw korte tijd bij de Koninklijke Marine in gebruik geweest. De
Afdeling der Geodesie bezit een helaas niet geheel compleet
exemplaar. Het Nationaal Scheepvaartmuseum in Amsterdam
heeft een gaaf exemplaar. Zie ook Mededelingen betreffende
het Zeewezen. 22e deel, Den Haag 1881, p. 1 - 22: „Verslag aan
Zijne Excellentie den Minister van Marine over de proefnemin
gen met den afstandsmeter van A. Ie Cyre".
2. Aangezien het voor dit artikel niet noodzakelijk was, is afgezien
van verder archiefonderzoek naar de levensloop van T. H.
Snoeck.
3. „Beschrijving van een afstandmeter voor het gebruik te velde;
voorgesteld door den ondergetekende". De Kapitein van het 2e
Regiment Vesting-Artillerie, Jhr. T. H. Snoeck. De Militaire
Spectator 1855, p. 517 - 520.
„Bijvoegsel tot de beschrijving van den afstandmeter voor het
gebruik te velde, van den ondergetekende". De Kapitein, enz.
De Militaire Spectator 1855, p. 573 - 575.
„Afstand- en Hoekmeter". Jhr. F. H. Snoeck, Majoor der Artil
lerie. De Militaire Spectator 1862, p. 373 - 382. (Er staat abusie
velijk F. H. en niet T. H.)
4. Palm en duim waren destijds de gangbare benamingen voor
decimeter en centimeter.
5. De afleiding van deze formule is vrij eenvoudig. In driehoek ACD
geldt AC CD sin [90 - (a b)] sin b cos (a b) sin b.
Stellen we de vermenigvuldigingsconstante gelijk aan p, dan
geldt ook AC CD p 1Hieruit volgt p.sin b cos (a b)
cos a.cos b - sin a.sin b ofwel sin b. (p sin a) cos a.cos b,
cos a
waaruit volgt tg b
p sin a
205