Globale geodesie, drie-dimensionaal door prof. dr. ir. L. Aard oom, hoogleraar aan de Tech nische Hogeschool Delft en ing. P. J. Ashouwer, voormalig hoofd van de Landmeet kundige Dienst van de gemeente Apeldoorn. SUMMARY Global geodesy, three-dimensional In 1984 the former Royal Palace ,,Het Loo" at Apeldoorn, The Netherlands, was inaugurated as a State Museum. In the years be fore the building and the gardens were reconstructed in their ori ginal 17th century shape as they appeared when inhabited by King William III and Queen Mary II Stuart. The gardens then featured two large globes, a terrestrial one and a celestial one. Geodetic and astronomic considerations related to the orientation of the reconstructed globes are presented. In parti cular, the celestial globe was placed as to show the celestial sphere at ,,Het Loo" when Mary II Stuart was born in England on April 30, 1662. inleiding Op 27 november 1684 verkocht Johan Carselis van Ulft het ,,Huys Loo" met bijbehorende onroerende goederen en rechten in de directe en wat verdere omgeving aan Stadhouder Willem III. Weinig vastgoedtransacties zul len de ontwikkeling van het dorp Apeldoorn en de omge ving zo sterk hebben beïnvloed als deze. De plannen die de Stadhouder met de aankoop had, hebben waarschijn lijk in grote lijnen klaargelegen, want al in 1685 was de bouw van een nieuw als lusthof uit te voeren jachtslot in volle gang en was een begin gemaakt met de aanleg van de bijbehorende formele, geometrische tuin. Willem III was een groot liefhebber van de jacht en met het nieuw verworven goed werden zijn mogelijkheden daartoe op de Veluwe aanzienlijk uitgebreid, zoals we kunnen lezen in [Van Everdingen, 1984]. Nadat de Stadhouder in 1689 Koning van Engeland was geworden, werd overgegaan tot een gepaste verbou wing en uitbreiding van de aanleg. Met name werd de tuin aan de noordzijde verlengd en werd daar onder meer een fontein aangelegd, de „Koningsspuiter", die in spuithoogte de meest indrukwekkende fontein van Wil- lems politieke tegenstander, Lodewijk XIV, in Versailles, moest overtreffen. Hierbij kon gebruik worden gemaakt van de ligging van Het Loo aan de voet van de oostelijke helling van de stuwwal die de IJsselvallei begrenst, maar voor het verkrijgen van de nodige druk moest water van hoger en van ver gelegen bronnen (sprengen) worden aangevoerd [Kremer, 1932]. Dit alles heeft zeker een grote invloed gehad op de regio nale waterhuishouding en op het bedrijf van waterrad molens (papier- en korenmolens) in het gebied. Vooral de jachtambities van de Koning-Stadhouder zijn in be langrijke mate medebepalend geweest voor de aanleg van wegen rondom Apeldoorn en verder op de Veluwe. Afgezien van enkele kortere periodes zou Het Loo voor bijna drie eeuwen een verblijfplaats voor de Oranjes worden. Daarom zijn vele politieke gebeurtenissen, ook van internationale klasse, niet aan Het Loo en aan Apel doorn voorbijgegaan. Het in 1984 geopende Rijksmuseum Paleis Het Loo met de gerestaureerde formele 17e eeuwse tuin trekt thans veel belangstelling uit binnen- en buitenland. Zonder de aankoop van het ,,Huys Loo" door Stadhouder Willem III zou Apeldoorn waarschijnlijk niet meer dan een, mis schien welvarend, Veluws dorp zijn geweest, niet aange daan door de internationale postroutes, zoals die in de 18e eeuw langs Het Loo voerden. Wellicht zou Apel doorn zich dan ook hebben weten te onttrekken aan de nationale en internationale geodetische activiteiten die zich nu op haar grondgebied afspelen (de vestiging van de IJkbasis in de Loenermark, van de Hoofddirectie KA- DOR en van het Observatorium voor Satellietgeodesie te Kootwijk), maar dat blijft natuurlijk een gissing. De ge schiedenis van Het Loo is samengevat in [Kranenburg- Vos, 19811. Nadat de koninklijke familie van verder gebruik van Pa leis Het Loo had afgezien, kreeg het per 1 januari 1971 de bestemming van Rijksmuseum. Later werd besloten niet alleen het gebouw in zijn uitgebreide 17e eeuwse vorm van na 1692 te restaureren, maar bovendien de for mele tuin uit die tijd te herstellen. Wat dit laatste betreft, zou een laag grond moeten worden verwijderd, die Koning Lodewijk Napoleon in 1807 had laten opbrengen toen herstel van de in 1795 verwoeste tuin hem onmoge lijk moet hebben geleken. Daarna zou tot reconstructie van de tuin kunnen worden overgegaan, zo mogelijk met behulp van terug te vinden resten. Hierbij kon gebruik worden gemaakt van schaars 18e eeuws en vroeg 19e eeuws kaartmateriaal, waarop de formele tuinaanleg was aangegeven, en van de tamelijk vele vogelvlucht gravures die rond 1700 van paleis en tuin werden ver vaardigd. Een moeilijkheid hierbij moet zijn geweest, dat deze gravures in hun beoordeling van de situatie niet ge lijkgestemd waren en dat vaak voorstellingen werden ge geven die niet met de werkelijkheid overeen konden komen. Van onschatbare waarde was de gedetailleerde beschrijving van de tuinaanleg in 1699 door Walter Hards, de Engelse lijfarts van de Koning-Stadhouder [Van Everdingen-Meyer, 19741. Voor de reconstructie in het algemeen en het daaraan voorafgaande historisch onderzoek zij verwezen naar [Van Asbeck en Erkelens, 1976]. De bij de opgravingen en het herstel van de tuin verrichte uitgebreide landmeetkundige werkzaamheden werden beschreven door [Ashouwer et al., 1982] en [As- houwer, 1984], Een aspect dat door deze beschrijvingen niet werd be streken, verdient wellicht nog enige aandacht. Dit be- 206 NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 12