Maatvoering bij het opstellen van het zuidelijk halfrond van de aardglobe. Middenin de globe bevindt zich een speciaal verdeelstuk voor de waterleidingen naar de spuitmonden op de uitgekozen plaatsen. beide poolcirkels en keerkringen. Het zal tuinbezoekers opvallen dat de eerste meridiaan van Greenwich niet is aangegeven. Dit komt doordat de internationale af spraak om de meridiaan van Greenwich als beginpunt voor de telling van geografische lengte te gebruiken eerst in 1884 is gemaakt. Voordien was de keuze van de eerste meridiaan betrekkelijk willekeurig; 16e en 17e eeuwse kartografen kozen naar eigen inzicht hun eerste meridiaan vaak door een eiland in de Atlantische Oceaan. Zo koos Coronelli de westkust van het meest westelijk gelegen eiland Hierro van de Canarische Eilan den. Deze keus was in 1634 aanbevolen, zulks in navol ging van Claudius Ptolemaeus (100 - 165 na Chr.), die dit beschouwde als de westelijke begrenzing van de wereld. De meridiaan van Greenwich is pas na 1767 als eerste meridiaan toepassing gaan vinden [Howse, 1980]. Op de globe zijn ongeveer 100 plaatsen, meestal in de 17e eeuw bekende havens, met ronde koperen knopjes aan gegeven. Het lag natuurlijk voor de hand de aardglobe te oriënte ren, zoals de aarde is georiënteerd. Dit is te bereiken door: 1. De poolas van de globe evenwijdig te stellen aan de geografische poolas van de aarde. 2. De globe zodanig om de gerichte poolas te wentelen, dat overeenkomstige meridiaanvlakken van de globe enerzijds, en van de aarde anderzijds, evenwijdig zijn. Het kaartbeeld op de globe zal dan overal ruimtelijk evenwijdig zijn aan het ware landschap. Dit geldt ook voor Nederland en in het bijzonder voor de omgeving van Het Loo. Een waterstraal die uit Het Loo voortkomt (zie verderop in dit artikel) behoort dan ook, theoretisch gezien, verticaal omhoog te zijn gericht. Bij de uitvoering van de oriëntering van de poolas van de globe is verondersteld dat die de gemiddelde wentelings- as van de aarde rond het jaar 1700 (toen de globe van Coronelli werd vervaardigd) voorstelt. Zouden we nu op de globe de inmiddels conventioneel aanvaarde geogra fische noordpool (de Conventionele Internationale Oor sprong: CIO) aangeven, dan zou die slechts 0,003 mm van de aangegeven noordpool af liggen. Dit verwaar loosbare verschil is een gevolg van de pooldrift die op trad tussen de jaren 1700 en 1900 [Aardoom, 1983]. In de globale geodesie rekent men met hoeken volgens de sexa gesimal verdeling. 208 lentepunt De hemelglobe gericht als de sterrenhemel ten tijde van de ge boorte van Prinses Mary II Stuart in 1662. De poolas is evenwijdig aan die van de aardglobe. De positie van de zon en het uur van de dag waren bepalend voor de standhoek van de globe. Bij de oriëntering van de globe kunnen de volgende alter natieve overwegingen gelden: a. De oorspronkelijk gerealiseerde oriëntering wordt hersteld. b. De oorspronkelijk nagestreefde oriëntering wordt ge realiseerd. Daar van de oorspronkelijke aard- en hemelglobe niet meer dan de opstelplaats van de eerste is teruggevon den, kan alleen alternatief b. als uitgangspunt dienen. Dit zal ook van toepassing zijn bij de oriëntering van de hemelglobe. Als uitgangspunt b. wordt gekozen, dan dringt zich de vraag op welke richting werd aangehouden voor de ware geografische poolas bij de aanleg van de tuin in 1685. Voorshands is er geen reden om te betwijfelen dat de helling van de geografische poolas ten opzichte van het horizonvlak van Het Loo genoegzaam (een fout van 0°,1 komt overeen met slechts 1,5 mm op de globe) bekend was. Deze helling (de poolshoogte) is gelijk aan de geografische breedte van Het Loo, nominaal 52°,2. Hoewel 17e eeuwse landmeters zich nog niet bedienden van richtkijkers, moet 0°,1 nauwkeurigheid in de pools hoogtebepaling zeker mogelijk geweest zijn. Daarom kon, met b. als uitgangspunt, voor de helling van de poolas van de gereconstrueerde aardglobe 52°,2 worden genomen. Op soortgelijke wijze zou voor de oriëntering van de pro jectie van de poolas van de globe op het plaatselijke hori zonvlak de astronomische noordrichting, nauwkeurig tot op 0°,1, kunnen worden aangehouden. In kartografisch opzicht is de benaderde noord-zuid oriëntering van de hoofdas van de tuin een opvallend NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 14