IJkmeting van afstandmeters door ing. T. de Koningh, werkzaam bij de afdeling Systemen en instrumenten van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft. Ten behoeve van landmeetkundig werk zijn bij de Meet kundige Dienst van de Rijkswaterstaat momenteel circa 40 elektro-optische afstandmeters in gebruik. Bij het meten met deze apparatuur kunnen meetfouten optre den, waarvan de belangrijkste zijn: 1. Nulpuntsfout. 2. Schaalfout. 3. Cyclische fout. 4. Richtfout. 5. Atmosferische correctie. De meeste van deze fouten zijn in het veld eenvoudig te constateren, en kunnen daarna worden gecorrigeerd. Dit geldt echter niet voor de schaalfout, daar deze af hankelijk is van de afstand. Om de schaalfout in het veld te meten, dient men te be schikken over een ijkafstand. Om een fout van 10 ppm (part par million) te kunnen meten, moet deze afstand 1 km bedragen, met een nauwkeurigheid van 1 cm. Het is duidelijk dat zo'n nauwkeurige afstand niet eenvoudig is te realiseren en te behouden. Voor het bepalen van de schaalfout bestaat echter een alternatief, welke zijn oorzaak vindt in het verlopen van de modulatiefrequentie van de afstandmeter. Deze mo dulatiefrequentie, meestal 15 Mhz, is als het ware de „maatlat" die door de afstandmeter wordt gebruikt. De schaalfout is te bepalen door de modulatiefrequentie voldoende nauwkeurig te meten. Dit kan in principe bij elke afstandmeter door de interne oscillator te meten met een elektronische frequentiemeter. Het grote nadeel van deze methode is echter, dat hiervoor de afstand meter moet worden geopend, waardoor reeds een ver andering van de te meten frequentie optreedt (capaci- tieve verstemming van de oscillator). Dit nadeel is niet aanwezig bij meting van de modulatiefrequentie in de uitgezonden lichtbundel. Daartoe is door de afdeling Systemen en Instrumenten in 1982 een apparaat ontwik keld, dat de uitgezonden optische pulsen omzet in elek tronische, die vervolgens kunnen worden geteld. Dit apparaat is voorzien van een optische probe die in de lichtweg wordt opgesteld, alsmede van een uitgang voor aansluiting van een oscilloscoop, met behulp waarvan de probe zodanig wordt gericht, dat een maximaal sig naal wordt verkregen. Verder is er uiteraard een uitgang voor aansluiting van een frequentiemeter (zie fig. 1). Met 238 behulp van deze meetopstelling kan de modulatiefre quentie op 1 ppm nauwkeurig worden gemeten. Dit is vergelijkbaar met een ijkbasis met een nauwkeurigheid van 1 mm/km. Alle afstandmeters die continu gemoduleerde licht bundels uitzenden, kunnen op deze wijze worden geijkt. Inmiddels zijn binnen de Dienst de meeste afstand meters op schaalfouten gecontroleerd, en nagenoeg alle voldoen nog aan de specificaties. Uit de praktijkmetingen blijkt, dat zowel het zendvermo- gen als de temperatuurgevoeligheid van de instrumen ten ook met dit apparaat kunnen worden gecontroleerd. Deze laatste aspecten geven een goede indicatie van de toestand van het instrument, waardoor eventuele repa raties efficiënter kunnen worden uitgevoerd. Optische probe Afstandmeter Oscilloscoop Signaalverwerking voeding Frequentie meter Fig. 1. IJkopstelling afstandmeters. Meetopstelling. NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 4