RhHHH
v
goed projectmanagement en de goede samenwerking
tussen materie- en informatiedeskundigen bij SB, geau
tomatiseerde systemen binnen de beschikbare financiële
middelen en tijd kunnen worden opgeleverd.
Samenvattend kunnen we dus drie subsystemen onder
scheiden, te weten:
a. VASTIN, dat de gegevens over de Vastgoedobjecten
(woningen, winkels, enz.) en een bedrijvenregister
bevat;
b. KADIN, dat de gegevens over de kadastrale percelen,
de zakelijk gerechtigden en de zakelijke rechten be
vat;
c. STRATIN, dat de gegevens over de straten en geo
grafische indelingen bevat.
Daarnaast is er als aspectsysteem de data-dictionary. In
dit meta-informatiesysteem is alles over het AVS be
schreven, zodat men de gegevens los van de overige
programmatuur op eenvoudige wijze kan beheren.
Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan een aan
passing van het stratentabellensysteem. Met dit ver
nieuwde STRATIN kunnen thematische kaarten worden
getekend, omdat een lijnsegmentensysteem is toege
voegd.
Voor de aanpassing van STRATIN is veel onderzoek ver
richt naar de conversieproblematiek en de mogelijk
heden van grafische presentatie. Parallel aan ontwikke
ling en onderzoek heeft een uitgebreid marktonderzoek
plaatsgehad op het bestuurlijk niveau van de gemeente.
Het nieuwe STRATIN werd op 1 september 1985 opera
tioneel met een voor 80% gevuld lijnsegmentendeel.
4. Structuur van de gegevens
De gestructureerde opslag van de gegevens in het AVS
draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan en stelt SB in
staat de gegevens in hun onderlinge samenhang te pre
senteren (fig. 3).
Stratin
GEMEENTE
GEOGRAFISCHE
INDELING
OBJEKTADRES
Vastin
GEMACHTIGDE
GEBRUIK
OBJEKT
V
RELATIE
OBJEKTNUMMER
OBJEKTADRES
RELATIE
PERCEELADRES
OBJEKTNUMMER
(KOP)
NAAM
BEHEER
SUBJEKT
PERCEEL
APPARTEMENT
RECHT
Kadin
KOMPLEKS
GESPLITST
PERCEEL
Fig. 3.
Tussen de deelsystemen STRATIN, KADIN en VASTIW
zijn via relatietabellen koppelingen aangebracht, waar
door het AVS voor de gebruiker een geïntegreerd
systeem is.
Om inzicht in de „logische" gegevensstructuur te ver
krijgen, dient men vertrouwd te zijn met de in de infor
matica gebruikte symboliek en begrippen. Elk recht
hoekje in de figuur vertegenwoordigt een „set". Een set
is een logisch bij elkaar horende groep gegevens. Dit be
tekent, dat alle gegevens over bijvoorbeeld een zakelijk
recht, zoals de soort, het aandeel, het leggerartikel en de
koopsom, bij elkaar zijn gebracht binnen een groep ge
gevens, namelijk de set „recht".
In de figuur zijn de sets verbonden door pijltjes; deze
geven de onderlinge relaties van de sets weer. Een pijltje
duidt op een 1 n relatie; wanneer bijvoorbeeld een be
paald bedrijfsgebouw („een object") op meerdere ma
nieren in gebruik is, dan is dat zo'n 1 n relatie. Dat ene
bedrijfsgebouw heeft zo meerdere relaties (n) naar de set
„gebruik", waarin al die verschillende vormen van ge
bruik zijn vastgelegd. In de subjectenset, de „NAW-
set", komen natuurlijke en niet-natuurlijke personen
voor, waarvan in het systeem o.a. zijn opgenomen
naam, adres en woonplaats, een code over de soort per
soon en de geboortedatum. Vanuit deze set kunnen zo
wel de rechten die een subject heeft, worden gevonden,
als het gebruik dat iemand van bepaalde objecten
maakt. In de set „object" zijn alle oppervlakte-eenheden
opgenomen die in de gemeente Rotterdam liggen en die
in aanmerking komen voor de onroerend-goedbelastin-
gen. Als object zijn dus alle woningen, bedrijfsgebou
wen en percelen onbebouwd opgenomen. Van een ob
ject zijn gegevens opgenomen als aantal bouwlagen,
grondoppervlak gebouwd en ongebouwd, bestemming,
kwaliteit, bouwjaar, aantal vertrekken en de oppervlak
ten ervan.
Via de relatietabellen tussen STRATIN-VASTIN en tus
sen VASTIN-KADIN wordt een snelle raadpleging mo-
NGT GEODESIA 85
285