gelijk gemaakt. Zowel van de percelen als de objecten zijn coördinaten bekend, zodat het AVS kan worden ver geleken met een zeer uitgebreide versie van het PAP- systeem (Perceel-Adres-Plaatscoördinaten) dat het Rijkskadaster heeft ontwikkeld. Ten behoeve van andere bestanden wordt het in Rotterdam ook als zodanig ge bruikt. 5. Bijhouding van gegevens In de eerste versie van het AVS heeft men naast de be nodigde oppervlaktegegevens, de woningcartotheekge- gevens aan het bestand toegevoegd. De oppervlakte gegevens werden in eerste instantie verkregen uit het tarievenbestand van het Gemeentelijk Energie Bedrijf. Het tariefstelsel was gebaseerd op de oppervlakte van objecten welke waren voorzien van een elektrisch aan- sluitpunt. Door deze oppervlaktenormen waren zolders, kelders en schuren veelal niet in het bestand aanwezig. Gezien het enorme aantal objecten (400 000) en het aan tal gegevens per object 150), was completering van dit bestand een haast onmogelijke taak. Een andere be lemmering in de bijhouding van het bestand was de slechte werking van het toen operationele VASTIN. Om de bijhouding te vergemakkelijken, werden naast de reeds beschreven technische maatregelen in de loop der jaren een aantal organisatorische en procedurele maat regelen genomen. De meest ingrijpende waren sanering van het aantal gegevens, toevoeging van de administra tieve kadastrale gegevens en organisatorische verande ringen. Sanering van het aantal gegevens Om tot sanering van het aantal gegevens te komen, heeft de Stafafdeling Basisinformatie een onderzoek ge daan naar het feitelijk gebruik van de gegevens, de be trouwbaarheid hiervan en de doublures in het bestand. Na overleg met de diverse gebruikers bleken 70 van de 150 elementen te kunnen verdwijnen uit het objecten- deel van het bestand. Hierdoor werd het gegevensbe heer een aanzienlijk stuk eenvoudiger. Opneming van gegevens in de bestanden vindt in principe alleen nog maar plaats, indien bijhouding door SB of de vragende instantie kan worden gewaarborgd. Toevoeging van de administratieve kadastrale gegevens De bijhouding van het Grond-Watersysteem was een taak van de secretarie-afdeling Belastingen. Door de ge scheiden bijhouding van het VASTIN-systeem enerzijds en het conventionele Grond-Watersysteem anderzijds ontbraken de mogelijkheden om de gegevens op hun onderlinge relatie te controleren. Middels een besluit van B en W werd de verantwoordelijkheid voor de bijhouding van het kadastrale systeem bij SB gelegd. Nadat de con versie van Grond en Water naar KADIN had plaatsge vonden, kwamen er in de sfeer van het gegevensbeheer enkele problemen aan het licht. Deze problemen betrof fen met name de schrijfwijze van namen en adressen van de zakelijk gerechtigden en de koppelingen tussen ob jecten en kadastrale aanduidingen. Als men deze gege vens voor andere doeleinden dan alleen voor belasting heffing wil gaan gebruiken, is een juiste adressering van wezenlijk belang. Het heeft meer dan een mens-jaar her stelwerk gekost om alles enigszins goed te krijgen. Organisatorische aanpassingen Gelijktijdig met de vernieuwing van het systeem heeft een voortdurende aanpassing van de organisatie plaats gevonden. DBV houdt zich voornamelijk bezig met het verzamelen, verwerken en verstrekken van de gegevens, welke wor den opgeslagen in de data-base. Binnen DBV zijn weer diverse onderafdelingen actief, die elk hun eigen verant woording dragen voor een bepaalde groep van gege vens. De afdeling DBV bestaat uit vijf delen: - Bureau Kadastrale Registratie: bijhouding kadastraal systeem; - Bureau Subjecten: bijhouding bedrijveninformatiesysteem; - Bureau Objecten: bijhouding objectinformatiesysteem, controle relatie objecten-kadastrale aanduidingen, controle relatie objecten-objectadressen (huisadres); - Bureau Stratentabel: bijhouding straatnaam-huisnummer register; - Bureau Informatieverstrekking/Data-Entry: verstrekking van informatie, verzorgen van data-entry ten behoeve van mutatie processen. Omdat in bijna alle gemeentelijke processen veranderin gen in de vastgoedsfeer worden gesignaleerd, is het niet mogelijk in dit artikel alle bronnen van veranderingen te beschrijven. Hieronder woren daarom slechts enkele be langrijke bronnen aangegeven. Als informatiebron worden door zowel het Bureau Ob jecten als het Bureau Stratentabel de meldingen van Bouw- en Woningtoezicht gebruikt. Deze meldingen worden na ontvangst bij SB op relevantie (bijv. wijzigin gen oppervlakten) beoordeeld alvorens deze verder wor den verwerkt. Hierna worden de oppervlaktegegevens zoveel mogelijk grafisch bepaald, waarna een eventuele controle in het terrein kan plaatsvinden. Naast deze in formatiestroom worden gegevens verkregen uit be zwaarschriften OGB, en wijkgerichte kwaliteitsacties tot completering van de oppervlaktegegevens. Het Bureau Kadastrale Registratie kent als hoofdbron de staten 73, 75 en de registers 9 en 51 van het Rijks kadaster. Deze gegevens worden wekelijks gekopieerd, waarna via controle van de eigenaren langs het Bevol kingsregister (natuurlijke personen) en de Kamer van Koophandel en Fabrieken (niet-natuurlijke personen) de gegevens worden gereedgemaakt voor data-entry. Voor het Bureau Subjecten gelden de meldingen van de Kamer van Koophandel als voornaamste mutatiebron. Daar er voor de niet-natuurlijke personen geen mel dingsplicht bestaat wanneer zij een ruimte verlaten, kun nen gebruikers pas worden afgevoerd, indien er op het zelfde adres een nieuwe inschrijving wordt verricht of als door middel van buitendienstrecherches veranderingen worden geconstateerd. Er kan echter ook sprake zijn van het feit, dat beide bedrijven in hetzelfde object werk zaam zijn, wat weer gevolgen kan hebben voor de ob jectafbakening. Hiervan wordt melding gemaakt bij het Bureau Objecten. Om van deze objecten de optredende leegstand goed te kunnen beoordelen, zijn er een aantal personen permanent actief in de buitendienst. De consistentie tussen de diverse deelsystemen wordt programmatechnisch gewaarborgd door het sturen van meldingen naar de diverse bureaus bij eventueel op tredende afwijkingen. 6. Gebruik In de jaren dat het AVS operationeel is, heeft bij de ver dere ontwikkeling van het systeem de gebruikersvrien delijkheid steeds voorop gestaan. Een grote vooruitgang op dit gebied was de introductie van een data-dictionary. 286 NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 12