In memoriam N. D. Haasbroek gegevens, zoals bijvoorbeeld adrescoördinaten, per ceelscoördinaten en straatgegevens. Vooral als CAD/CAM-systemen in de gemeente meer ingang vinden, zal het vastgoedsysteem geïntegreerd dienen te zijn. Dat wil zeggen, dat men interactief via een van beide systemen zowel grafische als administra tieve gegevens moet kunnen raadplegen. MAATSCHAPPELIJKE OBJECTEN Bij de SB wordt sinds jaar en dag een bedrijvenregister bijgehouden. In principe is dit een belastingplichtigen NAW-bestand. Ingewikkelde juridische relaties worden vereenvoudigd tot een enkele NAW van de gebruiker. Gestreefd wordt om van objecten (eventueel gekoppeld aan vestigingen) direct toegang te verkrijgen tot het geautomatiseerde bestand van alle Kamers van Koop handel en Fabrieken. Dit houdt wel in, dat de registratie procedures ook bij de KvK in onderdelen zal moeten worden aangepast. Momenteel is een proefproject gestart in samenwerking met de stuurgroep Maatschappelijke Objecten, waarbij de koppeling tussen een gemeentelijk vastgoedsysteem en het gegevensbestand van een KvK in de praktijk kan worden getest. Het Rotterdamse gebied is hiervoor ge kozen, omdat: - reeds omvangrijke bestanden aanwezig zijn; - de meeste voorkomende problemen die te maken hebben met registratie, in het bestand aanwezig zijn; - de reeds aanwezige systemen geruime tijd operatio neel zijn; - bij zowel SB als de KvK in Rotterdam materie- en in- formaticakennis in ruime mate aanwezig zijn; - de KvK in Rotterdam haar mutaties reeds invoert bij de NV Databank te Woerden. AKR De huidige werkwijze om kadastrale gegevens in de be standen in te voeren, zal worden vervangen door een mutatieuitwisseling via tape. In Zeeland is deze aanleve ring van mutaties door het Kadaster reeds gerealiseerd. Een van de problemen die zich hierbij voordoet voor de grote gemeenten, betreft met name de aanleveringsfre quentie van de mutaties. Op langere termijn zullen ons inziens de verantwoordelijkheden voor de bijhouding van de bestanden door o.a. een eventuele koppeling van AVS aan het AKR-systeem gaan verschuiven. De taak van het Kadaster zal hierbij de bijhouding van de kadas trale adressen en hun relaties tot hun rechthebbenden worden, terwijl de gemeenten verantwoordelijk zullen zijn voor de bijhouding van de relaties tussen percelen en objecten c.q. objectadressen (PAP) en voor de mutaties die op NAW-niveau plaatsvinden. Derhalve zal de sa menwerking tussen Kadaster en gemeenten steeds in tensiever dienen te worden. Deze samenwerking zou zijn grond kunnen vinden in de nadere uitwerking van de ontwerp-Kadasterwet. Op 1 juli 1985 overleed te Alkmaar de heer N. D. Haasbroek, oud lector in het landmeten, het waterpassen en de geodesie aan de Technische Hogeschool Delft. Nicolaas Dirk Haasbroek, geboren op 29 juli 1899 te Alkmaar, be hoorde tot de eerste groep aan de Landbouwhogeschool te Wageningen afgestudeerde landmeters. Na het behalen van het diploma op 26 januari 1923 werd hij benoemd tot adspirant-land- meter van het Kadaster te Sneek. In 1925 volgde zijn overplaat sing naar Amsterdam in de rang van landmeter van het Kadaster. Toen in 1931 de Hermeting Amsterdam" begon, werd Haas broek daarbij ingeschakeld en enige jaren later werd hij met de lei ding van dit grote project belast. Misschien heeft hij deze arbeid destijds wel als zijn levenswerk gezien, maar in feite was het slechts de degelijke grondslag voor zijn werk als lector aan de Technische Hogeschool. In deze kwaliteit heeft hij van 1 januari 1947 tot 1 september 1964 met inzet van zijn hele persoon een be langrijke rol gespeeld bij de opleiding en vorming van vele genera ties geodetisch ingenieurs. Daarbij beperkte hij zich allerminst tot het technisch gebied; ook waar het problemen van meer alge mene aard betrof, begeleidde hij „zijn" studenten op vaderlijke wijze. Op wetenschappelijk terrein publiceerde hij onder andere over puntsbepaling, kadastrale problemen en over de geodetische astronomie. Maar vooral de nomografie had zijn liefde; op dit ter rein was Haasbroek een erkend deskundige en hij schreef het standaardwerk „Nomografie". Ontelbare nomogrammen (bij voorbeeld in de HTW 1956) dragen zijn signatuur „NDH" en op zijn afscheidscollege (16 juni 1964) getuigde hij van de schoon heid die hij ervoer in het ontwerp van nomogrammen, stereono- mogrammen en zonnewijzers. Met zijn pensionering begon de derde arbeidsfase in Haasbroeks werkzame leven. Hij verdiepte zich in de geschiedenis van ons vak en hij analyseerde de driehoeksmetingen van Gemma Frisius, Tycho Brahé en Snellius, van Krayenhoff en van Stamkart. Een viertal publikaties hierover, uitgegeven door de Rijkscommissie voor Geodesie, getuigen van zijn onvermoeibare werklust. Uit deze, en ook uit zijn voorgaande publikaties komen nog enige eigenschappen van Haasbroek naar voren, namelijk de grondig heid van zijn aanpak, zijn grote nauwkeurigheid, zijn zin voor de tail en zeker niet in het minst zijn streven naar oprechtheid. We zouden Haasbroek echter zeer te kort doen, als we slechts oog hadden voor zijn verdiensten op het vakgebied. Zoals in zijn werk was hij in zijn gehele leefwijze: stijlvol, correct en trouw. Samen met zijn artistiek-begaafde echtgenote genoot hij van de schoonheid in de kunst. In het bijzonder de klassieke muziek en de schilderkunst hadden hun beider intense belangstelling. Na het overlijden van zijn vrouw vestigde Haasbroek zich te Bergen (NH) in de service-flat „De Rekere". Tot op hoge leeftijd bleef hij actief; nooit zou hij verzuimen de examenopgaven in NGT Geodesia op te lossen en nog in 1980 publiceerde hij een ar tikel over de berekening van de tijdstippen van opkomst en onder gang van de zon in Nederland. Ook ontwierp hij een zonnewijzer (zijn zoveelste), die door een van de medebewoners op fraaie wijze werd uitgevoerd en thans de tuin van „De Rekere" siert. Een blijvend monument ter herinnering aan hen beiden, de ont werper en de uitvoerder. Wij, zijn vakgenoten en leerlingen, zullen ook zonder zo'n monu ment de herinnering levend kunnen houden aan Haasbroeks gave persoonlijkheid, in grote dankbaarheid voor wat hij voor het vak en voor zijn leerlingen heeft betekend. A. Waalewijn NGT GEODESIA 85 289

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 15