298 hangen. Het daarvoor gebruikte metaal wordt „antimagnetisch" genoemd, maar is het kennelijk niet. Ook andere fabrikanten ge bruiken het in compensatorinstrumenten. De bijzondere constructie van de compensator in de Ni 1 verklaart de veel grotere magnetische gevoeligheid daarvan vergeleken met andere instrumenten. Zeiss heeft inmiddels een nieuwe, werkelijk antimagnetische, me taallegering voor de ophangdraden gevonden, die sinds het najaar van 1982 standaard in alle Ni 1 waterpasinstrumenten wordt toege past. Oude instrumenten kunnen van een nieuwe compensator worden voorzien. Baakverdeling Om bij de Duitse waterpassingen de hoogst bereikbare nauwkeu righeid te behalen, worden alle gebruikte invarwaterpasbaken regelmatig gecalibreerd. Drie papers beschrijven de daarvoor ge bruikte, grotendeels automatische, methoden en de daarbij tegen gekomen problemen. Interessant is de gedachte van Schlemmer om de laser interferentie comparator, waarmee baken worden gecalibreerd, te gaan gebrui ken om de baakverdeling aan te brengen. De bij een proef bereikte resultaten zijn heel goed, want de afwijkingen van de aangebrachte verdeling lagen binnen 5 micron. Aldus vervaardigde baken zouden later niet meer streep voor streep behoeven te worden gecali breerd. Voor de gebruiker is ook aantrekkelijk, dat in principe elke gewenste vorm van baakverdeling zou kunnen worden aange bracht. Temperatuur Zippelt heeft bij veldmetingen de temperatuur van waterpasbaken gemeten en is het effect daarvan op de nauwkeurigheid nagegaan. Hij vond, dat de invarband van een in de zon staande baak een tot 10° C hogere temperatuur kan hebben dan de lucht. Verder is van belang of de baak met de voorkant of met de achterkant naar de zon staat gericht. Bij normaal waterpassen fluctueert de tempera tuur van de invarband sterk. Geconcludeerd wordt, dat het alleen dan mogelijk is zinnige tempe- ratuurcorrecties te bepalen, wanneer de uitzettingscoëfficiënten van de gebruikte invarbaken goed bekend zijn. Uitsluitend wanneer baken dezelfde kleine uitzettingscoëfficiënt hebben, is verwaarlo zing van het temperatuureffect bij nauwkeurigheidswaterpassing toegestaan. Refractie en andere systematische fouten Remmer leidt in een inleidende beschouwing af, dat de tempera tuur in het veld met een nauwkeurigheid van 0,02° C moet worden gemeten om voor refractie te kunnen corrigeren. Frevel beschrijft de in 1972 in Koblenz uitgezette waterpas-test- kring, waar waterpasploegen de nauwkeurigheid van hun werk kunnen testen. De kring is 7,15 km lang, bestaat uit 29 secties en heeft een maximaal hoogteverschil van 146 m. Als gevolg van de hellingen zijn er 250 slagen nodig om de kring te meten. De resulta ten van 35 metingen zijn vergeleken. De sluitfouten vielen alle ruim schoots binnen de tolerans van 2 |/L 5,4 mm. De berekende hoogten van de bouten in de kring vertonen echter grote ver schillen; de variatie in de hoogte van het hoogste punt is ongeveer 8 mm. Verrassend is, dat de afwijkingen symmetrisch zijn met de terrein- vorm. Kennelijk spelen systematische fouten een rol, zoals de schaal van de gebruikte baken, de lengteverandering van de invar baken onder invloed van temperatuurveranderingen, aardmagne- tische invloed, refractie, enz. Heer geeft een overzicht van acht in de literatuur beschreven re fractiemodellen en de daarop gebaseerde correctieformules. Om de effectiviteit van deze refractiecorrectieformules te bestuderen, is tij dens speciale waterpassingen op de testkring in Koblenz gelijktijdig de temperatuur op 0,5, 1,5 en 2,5 m boven de grond gemeten en is aanvullende informatie vastgelegd betreffende onder meer lucht druk, bewolking, waterdampdruk, windsnelheid en andere atmos ferische grootheden. Volgens de acht genoemde modellen zijn de correcties op alle voor- en achteraflezingen berekend, evenals de daaruit resulterende correcties op de hoogten van de peilmerken. Geconcludeerd wordt, dat de correcties bij alle modellen hetzelfde teken hebben en dat de kringsluitfouten gelijk gebleven (bij één model) of tot maximaal 30% kleiner zijn geworden. „De resultaten laten zien dat er nog veel werk te verrichten is". Foutentheorie. Beweging van de aardkorst In een aantal bijdragen wordt ingegaan op correlatie in waterpas netwerken, en op het opsporen van fouten. Kok beschrijft de bij de Afdeling der Geodesie in Delft ontwikkelde toetsingsmethoden en past die toe op waterpassingen. Tenslotte staan meerderen stil bij de bepaling van recente bewe gingen van de aardkorst, te bepalen uit herhaalde waterpassingen en zwaartekrachtmetingen. Slot Het totaal overziend, kan worden geconcludeerd dat het 490 pagi na's dikke boek zeer veel interessants biedt voor ieder die waterpas- werk met uiterste nauwkeurigheid verricht. ir. H. Rietveld SSVI Bij de Stichting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie zijn de volgende onderzoeksrapporten te verkrijgen: Een voorstudie over de informatievoorziening voor het volks huisvestingsplan, Onderzoeksrapport (1981/2a). Een voorstudie over de informatievoorziening voor het volks huisvestingsplan, Samenvatting 1981 /2b) Onderzoek Instruktie Kadaster Suriname (1981/3). Een voorstudie over de toepassing van digitale topografische gegevensbestanden voor gemeenten (1981/4). FRANK. Een systeem voor Fotografische Registratie voor Ana loge Beeldpresentatie en Kaartvervaardiging (1982/1). IDECAP. Interactief Pictorieel Informatiesysteem voor Demo grafische en Planologische Toepassingen. Een verkennend en vergelijkend onderzoek (1982/2). Thematische kaarten voor beleid (1982/3). Vastgoedinformatie in de jaren tachtig. Samenvatting; Onder zoeksprogramma voor de Stichting Studiecentrum voor Vast goedinformatie (1982/4a). Vastgoedinformatie in de jaren tachtig. Onderzoeksprogramma voor de Stichting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie (1982/4b). Vastgoedregistratie 's-Gravenhage. Samenvatting 19825a Vastgoedregistratie 's-Gravenhage 1982/5b) Classificatie van topografische elementen. Verantwoording Ge bruikersrapport 1e uitgave (1982/6). Classificatie van topografische elementen. Gebruikersrapport Ie uitgave (1982/6). Vooronderzoek naar methodiek en toepassing van een energie- kaart (1983/1). Vastgoedregistratie Deurne (1983/2). Een onderzoek naar de kwaliteit en kosten van de conversie van topografische elementen naar digitale vorm in het proefgebied Bathmen (1983/3a). Conversie van grootschalige leidingenbeheerkaarten en het ge nereren van een verzamelkaart met behulp van een interactief grafische voorziening in het proefgebied Vleuten de Meern (1983/3b). Naar een nieuwe HTW. Vooronderzoek naar een nadere taak stelling van het project Normstelling en Normbeschrijving in de Landmeetkunde (1983/4). Een allocatie- en vereffeningsmodel voor de toedeling in de landinrichting. Het optimaliseren van gestructureerde bedrijfs inrichtingsalternatieven (1983/5). Seminar Vastgoedinformatie bij Gemeenten, Bundel bevatten de de Seminarvoordrachten, juni 1983 (1983/5). Digitale Topografie voor gemeenten 2e fase; Techniek en Toe passing van Ruimtelijke Gegevensstructuren 1984/la). Digitale Topografie 2e fase; Digitaal Topografisch Bestand (1984/1b). Digitale Topografie voor gemeenten 2e fase; Bijprodukten bij Opbouw Digitaal Topografisch Bestand 1984/1c). Vastgoedregistratie 's-Gravenhage. Basissysteem Gebouwen (1984/2). Stedelijke Herverkaveling. Informatievoorziening, Planvorming en Contracten getoetst aan het proefproject Folkingestraat te Groningen (1984/3). Digitale Topografie 2e fase; Verslag van de enquête betreffende kaarten 1 5 000 (1985/2). Vastgoedinformatie. Deel 1 Inleiding (Boek). De prijs bedraagt f 15,— per publikatie (incl. BTW/excl. verzend kosten). Bestelling kan schriftelijk geschieden bij het Bureau van de Stich ting Studiecentrum voor Vastgoedinformatie, Thijsseweg 11, 2629 JA Delft; titel en aantal exemplaren vermelden. Telefonische be stelling is ook mogelijk: 015 - 782744/784548. BOEKJE OVER RUILVERKAVELING „STAPHORST" Het gemeentebestuur van Staphorst heeft een boekje gepubliceerd over de eerste ruilverkaveling in de gemeente Staphorst. Met deze uitgave wordt in feite het werk van landmeter J. J. Gorter van het Kadaster geëerd, die veel voor deze ruilverkaveling heeft gedaan en NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 24