Landmeter waarheen nederlands geodetisch tijdschrift Onder deze wellicht wat dramatische titel wil ik in dit tijdschrift aandacht schenken aan de toekomst van ons vak. Al enige tijd leeft bij mij de gedachte, dat bezorgdheid over die toekomst beslist op zijn plaats is. De prijs die voor onze produkten (kaarten, maatvoering, kadastrale informatie en vastgoedgegevens) moet worden betaald, is erg hoog. Bovendien ligt de behoefte aan die informatie verweven in andere gegevens. Daarom zal bij de noodzaak tot bezuini ging het vak „landmeetkunde" gemakkelijk het kind van de rekening kunnen worden. Verder ondergraaft verregaande automatisering van diverse werkzaamheden het specialisme van ons vak. Daar waar in het verleden „een waas van onaanraakbaarheid" over die werkzaamheden lag, legt de computer veel grenzen tussen vakgebieden open. Velen vóór mij hebben betoogd, dat de landmeetkundig opgeleide door zijn instelling bij uitstek de man is die in de richting van de informatievoorziening een grote rol kan spelen. Het wordt daarom hoog tijd om dat waar te maken, en anderen ervan te overtuigen dat veelgevraagde kundigheden bij hèm aanwezig zijn, met name in de richting van bestuurders en directeuren. In deze bijdrage heb ik gekozen voor de landmeter in dienst van de gemeente. Verder heb ik me verzekerd van de mede werking van een aantal collega's, die uit hun dagelijkse ervaringen kunnen spreken. De keus is gevallen op een drietal gemeenten in Noord-Brabant, welke volgens de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten) tot de middelgrote behoren. Het zijn de gemeenten Deurne (28 500 inw.), Oss (65 000 inw.) en Tilburg (154 000 inw.). In de vorm van een gezamenlijk interview is aan de heren Janssen, Dubbeld en Boeije een aantal vragen voorgelegd. Uit de antwoorden is het artikel samengesteld. Bij de keuze van de onderwerpen is geen strakke richtlijn aangehouden. Wel is getracht een breed gebied te belichten. Verder moet worden vermeld, dat niet is gestreefd naar volledigheid; een aantal aspecten is niet aan de orde geweest, thema's zijn niet diepgaand uitgewerkt en bepaalde zaken zijn bekeken vanuit een plaatselijke situatie. Beginnend bij het klassieke takenpakket is gesproken over de invloeden van buitenaf, het verdwijnen van het expan sieve karakter van de groei van de Nederlandse steden, het fenomeen van de informatiemaatschappij. Ook de opleiding en training zijn belicht, evenals de rol van de regionale gespreksgroepen en de wenselijkheid om de politiek te be- invloeden. P. Mie te E. AJanssen werd in 1933 te Nijmegen geboren. Na militaire dienst behaalde hij in 1958 en 1959 bij PBNA zijn diploma's, in 1960 en 1961 behaalde hij de diplo ma's tekenaar en technicus van de NLF. In 1956 trad hij in dienst van de Kon. Ned. Heidemaatschappij en in 1958 bij de gemeente Nijmegen; in 1960 werd hij benoemd tot hoofd van de afdeling Landmeten van de gemeente Oss. Verder zit hij namens de gemeente in het regio-overleg gemeentelijke landmeet kundigen in Oostelijk-Noord-Brabant. J. Dubbeld werd in 1932 geboren. In 1949 behaalde hij de diploma's van de MULO en het CTO van het Kadaster. Na een carrière van 5 jaar 11949 - 1954) als tekenaar van het Kadaster, werkte hij tot 1960 bij de Landmeetkundige Dienst van de gemeente Tilburg. Van 1960 - 1968 was hij technisch ambtenaar bij de Tech nische Hogeschool Delft, waar hij tege lijkertijd zijn HBS-diploma en zijn diplo ma geodetisch ingenieur behaalde. Daarna was hij tot 1972 aan dezelfde Ho geschool verbonden als wetenschappe lijk medewerker. Tenslotte trad hij weer in dienst van de gemeente Tilburg, nu als Hoofd van de afdeling Grondzaken en Landmeten, van Publieke Werken Til burg. Hij is verder, vanaf de oprichting in 1981voorzitter van de Vereniging van Grondbedrijven. L. A. H. Boeije werd in 1944 te Schie dam geboren. Na het behalen van het HBS-diploma studeerde hij werktuig bouwkunde aan de Technische Hoge school Delft. Na vier jaar werd deze stu die onderbroken door militaire dienst, waarna nog eens vier jaar studie volgde, nu echter op de Afdeling der Geodesie. Na zijn afstuderen in 1972 werkte hij in de gemeente Helmond als medewerker exploitatieopzetten voor bestemmings plannen en assistent-coördinator stads vernieuwing binnenstad. Sinds 1975 is hij hoofd Technische Za ken van de gemeente Deurne. Met de gemeentesecretaris en twee collega's functioneert hij in het managements- team van de gemeente. Daarnaast is hij lid van de werkcommissie Topografische Basisbestanden van de RA VI. 278 NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 4