Plaats en taak van de landmeter in de gemeente; nu en straks Het klassieke takenpakket In brede gemeentelijke kring wordt het vak landmeet kunde nog volgens het klassieke model beoefend, dus kaartenmaken, uitzetten, kadastrale informatie. De ver wachting is gerechtvaardigd, dat de komst van de com puter het landmeetkundig specialisme (verder) zal uit hollen. Moet hier niet actief op worden ingespeeld, nu de kans er nog is? Janssen: Door de ontwikkelingen op ons vakgebied en die op het gebied van de informatievoorziening is het in derdaad hoog tijd, dat wij ons heroriënteren op de taak inhoud van ons vakgebied, en de consequenties daarvan overzien. Boeije: Deze heroriëntering is echter sterk afhankelijk van de individuele visies, en die wijken nogal eens van el kaar af. Een belangrijk aspect is verder het wel of niet overschrijden van de grenzen van andere vakgebieden. Overigens vraag ik mij af, of het bij de huidige automa- tiseringsgolf niet normaal is, dat de toepassing van spe cialismen zoals landmeten binnen kleine organisaties verdwijnt. Dubbeld: Dat is nog maar de vraag. Binnen het gemeen telijk bestel heeft landmeten, samen met andere discipli nes een zeer gevarieerd en breed takenpakket in het ge hele ruimtelijke ordeningsproces, van inventariseren en ontwerpen tot uitvoeren en beheren. Ik ben van mening, dat de komst van de computer het landmeetkundig spe cialisme hierbij niet overbodig maakt. Integendeel, de automatisering biedt juist nieuwe mogelijkheden. Denk eens aan wat door de gemeentelijke grondbedrijven kan worden toegeleverd bij het zo noodzakelijke continu kwantificeren, verwerken en hanteerbaar maken van ruimtelijke gegevens. Dit gaat natuurlijk niet op in ex treme situaties, waarbij door een afdeling landmeet kunde uitsluitend kaarten en matenplannen ten behoeve van stadsuitbreidingen worden gemaakt. Zijn die straks als gevolg van het afnemen van de woningbouw in min dere mate nodig, dan vervalt voor landmeten werkgele genheid, waarbij automatisering extra negatieve effec ten geeft. Janssen: Automatisering legt kennis vast in systemen, waardoor die ook voor anderen bereikbaar wordt. Auto matisering doet dus inderdaad specialismen verdwijnen. Landmeten echter is een extra (geïsoleerd) specialisme, meer dan andere. Van bijvoorbeeld verkeerskunde had immers iedereen verstand? Daarom zal het voor ons har der aankomen en juist daarom is het een grotere uit daging. De landmeter kan over een veel breder terrein functione ren. Hij wordt veel meer een bedrijfsman; de naam „landmeter" dekt dan ook de functie niet meer. Er zal door hem dan wèl actief moeten worden gewerkt om in de hem omringende (gemeentelijke) organisatie een dui delijker plaats te krijgen. Dubbeld: Ik wil hierbij benadrukken, dat zonder ons vak specialisme een goede en efficiënte uitvoering van de gemeentelijke taken naar mijn mening niet mogelijk is. Alleen al door de specifieke kenmerken van ons werk, precisie en vooral betrouwbaarheid, zullen wij onze posi tie kunnen handhaven. Laten we vooral niet bij anderen de indruk wekken, dat, nu veel hand- en routinematig werk bij het landmeten is vervangen door een druk op de NGT GEODESIA 85 knop, het landmeetkundig specialisme overbodig zou worden. Boeije: De vraag is verder of er voldoende werk binnen de gemeente is voor een gehele landmeetkundige afde ling. Is dit niet het geval, dan kun je verwachten dat taakverbreding een oplossing is, of dat het gehele werk pakket wordt uitbesteed aan particuliere bureaus. Van bouwen naar beheren In tegenstelling tot de expansieve jaren zeventig, wordt vanaf ongeveer 1980 een stabilisatie zichtbaar: beheer en onderhoud van het bestaande, vernieuwing waar dat nodig is, herverdeling van de openbare ruimte. Ook deze tendens gaat ons vakgebied niet ongemerkt voorbij. Een reden te meer dus om de bakens te verzetten? Boeije: Het is duidelijk, dat het grote werkgebied van de landmeter gedurende de laatste jaren (de stadsuitbrei dingen, de renovatie) nu voor een groot deel voorbij is. Dit houdt, ook op bredere basis, in dat allerlei (gemeen telijke) organisaties moeten worden omgebouwd. Bij die reorganisaties komt natuurlijk ook naar voren welke taak landmeten vervult. Dubbeld: De verschuiving van stadsuitbreiding naar stadsbeheer betekent steeds meer behoefte aan infor matie over vastgoed, informatie waaraan steeds hogere eisen worden gesteld met betrekking tot volledigheid en betrouwbaarheid. Hier zal de landmeetkunde de kans moeten benutten een nieuw profiel te krijgen. Binnen het gemeentelijk bestel zie ik de landmeetkunde als de meest aangewezen discipline, die de vereiste kwaliteit aan de benodigde informatie kan geven. Verder wil ik opmerken, dat bij de stadsvernieuwing en bij de herinrichting van de bestaande stad ook aan de klassieke landmeetkundige gegevens zeer hoge eisen worden gesteld. Kan in een stadsuitbreiding in hoofd zaak worden volstaan met inmeting van de bestaande topografie en maatvoering voor nieuwe werken, bij de herinrichting is er een nauwe relatie tussen het nieuwe en het blijvende. De feitelijke situatie moet worden ver geleken met de zakelijke rechtstoestand. De landmeter moet in staat zijn meer en gevarieerder informatie te ver strekken. Zijn specialisme is en blijft hier zeer noodzake lijk. Dat betekent ook, dat aan het opleidingsniveau hoge eisen mogen worden gesteld. De landmeter doet veel meer dan het pure meten. Informatiemaatschappij Nog niet overal is de informatiemaatschappijdoorge drongen. Alle landmeetkundigen in Nederland zullen de komende ontwikkelingen moeten signaleren, en door een actief meedenken, als een vorm van zelfbescher ming, bestuurlijke maatregelen beïnvloeden. Daarmee kan worden voorkomen, dat door uitbesteding van werkzaamheden aan particuliere bureaus op grote schaal een soort uitverkoop van vakkennis plaatsvindt. Boeije: De gevolgen moeten inderdaad worden gesigna leerd en doorgegeven aan de leidinggevenden in de organisatie. Vooral bij kleinere gemeenten zal het verlies van specialisten het eerst merkbaar zijn. Bij gemeenten waar men nadrukkelijk de organisatie ombouwt van kapitaal- naar beheerdienst, zullen vooraf de verschillen de (werk)disciplines ter discussie komen. Het blijkt dan 279

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 5