bruari 1984 de afdeling Rijksdriehoeksmeting deel uit
maakt van de nieuw gevormde directie Rijksdriehoeks
meting, Fotogrammetrie en Automatisering (RFA).
3. De afdeling Rijksdriehoeksmeting
De afdeling Rijksdriehoeksmeting beschikt op dit mo
ment, naast het hoofd, over 20 medewerkers die werk
zaam zijn in de secties Binnen- en Buitendienst (die
zullen worden samengevoegd tot één bureau Uitvoering
Rijksdriehoeksmeting) en in het stafbureau. De werk
zaamheden zijn seizoengebonden. Gedurende de maan
den april t.m. september (het zgn. meetseizoen) worden
door de vijf meetploegen (bestaande uit een metend
ambtenaar en een technisch assistent) van de sectie
Buitendienst meetwerkzaamheden uitgevoerd, verspreid
over geheel Nederland. Omdat de afstand tot Apeldoorn
in de regel te groot is om 's avonds naar huis terug te
keren, wordt in het algemeen in het betreffende gebied
overnacht. Gedurende de wintermaanden worden door
de metend ambtenaren samen met de sectie Binnen
dienst de uitgevoerde metingen verwerkt en de werk
zaamheden voor het komende seizoen voorbereid. De
technisch assistenten worden gedurende deze periode
tijdelijk geplaats bij een directie van het Kadaster in de
provincie, met uitzondering van twee in de omgeving
van Apeldoorn wonende technisch assistenten, die be
last worden met het onderhoud en het herstel van het
meetmateriaal.
3.1. Huidige taak
De huidige taak heeft in eerste instantie betrekking op de
instandhouding van het RD-puntenveld (eerste t.m. der
de orde). Steeds wordt getracht het verloren gaan van
punten te voorkomen door zodanig vastleggingen aan te
brengen, dat bij een verstoring het punt door middel van
een lokale meting [6] kan worden hersteld. Is de versto
ring echter zodanig, dat alle vastleggingen zijn verdwe
nen, dan zal het punt geheel opnieuw moeten worden
bepaald, waarbij wordt uitgegaan van andere niet ver
stoorde RD-punten.
Het punt hoeft echter nog niet te zijn verdwenen om
nieuwe c.q. aanvullende metingen noodzakelijk te ma
ken. In veel gevallen voldoen de punten niet meer aan de
huidige eisen. De uit te voeren metingen hebben in een
dergelijk geval een kwaliteitsverbetering tot doel. Zo
werd in 1981 het tweede orde net rondom de monding
van de Eems verbeterd en uitgebreid tot over de
Waddeneilanden [7], met als doel de realisatie van een
kwalitatief hoogwaardig puntenveld ten behoeve van de
installatie van een nieuw navigatiesysteem voor de
scheepvaart naar de nieuwe Eemshaven en de zich ver
der ontwikkelende haven van Emden. Recent werden in
en om Amsterdam een aantal nieuwe derde orde punten
bepaald en een aantal oudere derde orde punten op
nieuw ingemeten om als basis te dienen voor een ver
dere verdichting door de gemeente Amsterdam ten be
hoeve van op te zetten digitale vastgoedbestanden.
Behalve de zorg voor de RD-punten heeft de afdeling
sinds kort bemoeienis met de totstandkoming van ka
dastrale hoofdpunten (vierde orde punten). Zodra een
directie in de provincie een grondslagmeting heeft ge
pland, waaruit ook hoofdpunten zullen ontstaan, wordt
contact opgenomen met de afdeling RD, waarna geza
menlijk de aansluiting van het net wordt bekeken. In
voorkomende gevallen wordt de kwaliteit van een aan-
sluitingspunt verbeterd, of worden extra aansluitings-
punten bepaald, eventueel ter vervanging van nog wel
aanwezige, maar slecht bruikbare punten. Daardoor kan
doelmatig worden gewerkt en wordt bijgedragen aan de
totstandkoming van homogene in het RD-systeem pas
sende puntenvelden en kan worden voorkomen dat na
enige tijd coördinaten opnieuw moeten worden gewij
zigd met alle problemen van dien [8].
Naast de hiervoor genoemde „normale" metingen is de
afdeling RD belast met of betrokken bij de uitvoering van
„bijzondere" projecten. Zo werden in het verleden astro
nomische metingen verricht, werd gewerkt aan de basis
Afsluitdijk en aan de standaardbasis Loenermark en wer
den metingen verricht ten behoeve van het Europese
driehoeksnet [9],
Vrij recent werd de laatste hand gelegd aan de verbin
ding van het Observatorium voor Satellietgeodesie te
Kootwijk aan het primaire net en werd meegewerkt aan
projecten zoals NEDOC (Netherlands English Doppler
Campaign) 110], ERIDOC (European Radio Interfero-
metry and Doppler Campaign) [11], en RETDOC (RETrig
Doppler Campaign). Momenteel is de afdeling RD be
trokken bij het project GINFEST (Geodetic Intercom-
parison Network for Evaluating Space Techniques). Dit
project beoogt de totstandkoming van een sterk ter-
restrisch netwerk over het tectonisch meest stabiele deel
van het Europese continent, ter verbinding van op het
gebied van de ruimtegeodesie werkzame waarnemings
stations. In ons land zijn dit het Observatorium voor
Satellietgeodesie te Kootwijk (Satellite Laser Ranging)
en de radio synthese telescoop te Westerbork (Very
Long Baseline Interferometry). In 1984 werd daartoe de
zgn. „traverse Kester - Delft" [12] naar Kootwijk door
getrokken en werd via Rhenen - Oss - Oirschot - Luiks
gestel - Peer - Tongeren weer aansluiting verkregen met
de hoofdpolygoon Malvern (Engeland) - Graz (Oosten
rijk). Dit jaar wordt onderzocht hoe deze lus naar het
noorden kan worden uitgebreid om een verbinding te
verkrijgen met Westerbork. De betreffende metingen
zullen vervolgens in 1986 worden uitgevoerd.
3.2. Metingen
Bij de afdeling RD wordt een onderscheid gemaakt tus
sen lokale en interlokale metingen. Door de lokale metin
gen [6] wordt de onderlinge ligging vastgelegd van de
tot het RD-punt behorende stationspunten, zoals stang,
vastlegging, meetopstelling e.d., terwijl door de inter
lokale metingen de RD-punten onderling worden be
paald door het meten van de richtingen en/of de lengten
van de onderlinge verbindingslijnen. In verband met de
grote te overbruggen afstanden worden de metingen uit
gevoerd op hoge gebouwen (in veel gevallen kerktorens)
of, als deze ontbreken, op een verplaatsbare 12 m hoge
aluminium meettoren.
3.2.7. Richtingsmeting
De interlokale richtingen worden gemeten met Wild
T3-theodolieten. Omdat veel RD-punten kerktorens zijn,
kan in veel gevallen worden gericht op de stang van de
toren. Als geen blijvend richtsignaal aanwezig is, wordt
een tijdelijk richtsignaal aangebracht. Dit is vaak een
houten of ijzeren paal, die met fluorescerend materiaal
wordt beplakt of een schijnwerper, die wordt gericht op
het punt waar de richting moet worden gemeten. Deze
schijnwerper wordt ook gebruikt als de afstand tot het in
te stellen punt te groot is voor een duidelijke zichtbaar
heid, zoals bijvoorbeeld bij eerste orde metingen, waarbij
afstanden worden overbrugd van 30 km.
328
NGT GEODESIA 85