vereffening van de Europese metingen kwam het echter
niet. Uit de commissie is de huidige Internationale Unie
voor Geodesie en Geofysica (IUGG) voortgekomen.
2. Totstandkoming van de Europese vereffening
ED50
Tot en met de tweede wereldoorlog bestond er in Europa
op geodetisch gebied dus een versnipperde situatie,
leder land had z'n nationale driehoeksmeting die soms
netvormig, soms volgens een systeem van driehoeks
kettingen was opgezet. In ieder land waren apart basis
sen gemeten, waardoor een systematisch verschil in
schaal kon bestaan. Bovendien werden minstens vijf
verschillende ellipsoïden gebruikt. De keuze was afhan
kelijk van de periode waarin de driehoeksmeting werd
begonnen en van min of meer nationale gevoelens. Door
verschillende zgn. datumkeuzes (o.a. geografische leng
te en breedte van het centrale punt, schietloodafwij
kingen aldaar en azimut van beginzijde) zijn de ellipso-
iden ten opzichte van elkaar verschoven en geroteerd.
Juist aan de landsgrenzen, ver van het centrale punt,
vertonen de coördinaten van identieke punten in de ver
schillende nationale stelsels grote verschillen; deze
lopen, lineair uitgedrukt, op tot wel 700 meter [Bruins,
1952],
De problemen met de geallieerde stafkaarten vormden
de druppel die de (geodetische) emmer deed overlopen,
en toen de Amerikaanse troepen in april 1945 bij de ver
overing van het Duitse stadje Friedrichroda de gehele
triangulatie-afdeling van het „Reichsamt für Landesauf-
nahme" aantroffen, was de beslissing snel genomen om
hier gebruik van te maken. Nu lag Friedrichroda in een
gebied dat als bezettingszone was toegewezen aan de
Sovjetunie. Op militair bevel werden daarom alle mede
werkers en archieven overgebracht naar de 100 km zui
delijker in de Amerikaanse bezettingszone gelegen stad
Bamberg.
Onder leiding van Erwin Gigas moest onmiddellijk wor
den begonnen met de vereffening van een primair drie-
hoeksnet dat Duitsland, Polen, Tsjecho-Slovakije en
delen van Rusland, Oostenrijk en Nederland bedekte
(fig. 3), onder supervisie van de Amerikaanse Army Map
Service (AMS, het tegenwoordige Defense Mapping
Agency). De vereffening werd uitgevoerd op de Interna
tionale Ellipsoïde en moest binnen twee jaar zijn vol
tooid.
Mede in verband met deze uiterst korte beschikbare tijd
werd gekozen voor de reeds eerder in de VS toegepaste
Bowie-vereffeningsmethode [Adams, 1930], waarbij het
gebied werd bedekt met een aantal min of meer oost
west en noord-zuid lopende driehoekskettingen die
elkaar in knooppuntsnetten „sneden". Tussen de kettin
gen bleven grote „mazen" van enkele honderden kilo
meters over. Het netwerk besloeg een gebied van
1 000 000 vierkante kilometer en omvatte 714 driehoeks-
punten, 106 Laplace-stations en 77 astronomische stati
ons. Dit zgn. Centraal Europese Net (CEN) kwam in juni
1947 gereed, waarbij Potsdam als centraal punt werd
aangenomen.
Onmiddellijk daarna werden de rekenaars belast met de
vereffening van een aangrenzend Zuideuropees blok dat
zich over Hongarije, Roemenië, Joegoslavië, Bulgarije
en Griekenland uitstrekte. Bij deze vereffening, die in
Dünaburj
ja Braiftw
ZjL Duntbvrg
ShapisNis
Kbnigsberg
Gumbmnen
Grodno
Schubin
Brest-Li towsA
Meppen
Pmsh
tuniniee
Strot,
Warschau
Wêrschiu
Otrtc/Jt
Kobryn
\Berhn
Gött/ngen
Göttingen
Lommtf
Ltmbtrg
Opïtów,
flroflenhain
Strahlcn'
Mrubiesrów
Mie/ce
Dosefrtjtft
Olhenau
(Blfdów)
München
Muluéïvo S'btmar
Budapest
LtOêu
Svékjna
Gumbinntn
Dwstrup
LOiiand
Stré/sund
Bonn
How no
habaye
ttaiia
Munktcs
Wten
Wiener Neustadt
Munchen
Budapest
Aarberg
338
Fig. 3. Het Centraal Europese Net (CEN) in 1947.
NGT GEODESIA 85