te open gebieden overbleven. Het invullen daarvan werd niet centraal geregeld, maar overgelaten aan de ver schillende landen. Dat gold ook voor het opstellen van transformatieformules voor het omrekenen van de recht hoekige coördinaten van de veel talrijkere punten van lagere orde. Als gevolg hiervan ontstonden aan de lands grenzen toch weer kleine tegenspraken in de coördina ten van identieke punten. Dergelijke verschillen (voor Nederland tot 50 cm) zijn uiteraard ook terug te vinden in de verschillende militaire coördinatenlijsten. Het komt voor, dat landmeetkundige instellingen bij grensoverschrijdend landmeetkundig werk gebruik wil len maken van getrianguleerde punten van het buurland en daarvoor hun toevlucht nemen tot UTM-coördinaten uit buitenlandse bron. Het zal duidelijk zijn, dat dit in het algemeen een af te raden methode is. Een betere aansluiting langs de grenzen dan met ED50 het geval is, zou kunnen worden verkregen uit de resul taten van RETrig, de hervereffening van de Europese driehoeksnetten 12]. Omdat bij deze hervereffening wordt uitgegaan van volledige en onderling aansluitende nationale driehoeksnetten, zouden de zojuist besproken tegenspraken tot het verleden kunnen gaan behoren. In de NAVO is echter (nog?) niet veel belangstelling voor de resultaten van RETrig, zodat bijvoorbeeld een ED79 als opvolger van ED50 voor militaire toepassingen voors hands niet waarschijnlijk lijkt. De in 6.2 vermelde transformatieformules zijn slechts geldig binnen de aansluitvijfhoek. Dat geldt uiteraard ook voor de aanvullende correcties. Extrapolatie van de correctielijnen moet beslist worden ontraden. 7. Mondiaal systeem WGS Sedert 1981 kan men op de militaire editie van de topo grafische kaarten een klein tekstblokje aantreffen (fig. 3), waarin wordt uitgelegd hoe men de ED50-coördina- ten voor het betreffende kaartblad kan omzetten in het stelsel WGS72 (World Geodetic System 1972). sie-afstandmetingen en satellietgegevens. Voor alle be langrijke regionale vereffeningssystemen, waaronder ED50, zijn de conversieparameters (oorsprongverschui vingen of „datum shifts") berekend. Met behulp van de transformatieformules van Molodensky en de berekende oorsprongverschuivingen AX, AY, zlZ kunnen de geo grafische coördinaten van een regionaal systeem wor den omgezet naar WGS72. Op deze wijze worden ook door de TDN de coördinatenverschuivingen als in fig. 3 berekend. Uit het feit dat voor ED50 maar één stel „datum shifts" naar WGS72 bestaat, volgt natuurlijk, dat men door de omrekening naar WGS72 in de relatieve ligging van de punten niets verandert. Alle onvolkomenheden in ED50 gaan onveranderd mee over. Daar komt bij, dat de ver binding van ED50 met WGS72 nogal zwak is; in Europa zijn slechts acht, niet gelijkmatig verspreid gelegen, sta tions gebruikt om de oorsprongverschuivingen te bepa len. Anders dan bij WGS72 zijn de „datum shifts" voor de overgang van ED50 naar WGS84 niet langer constant voor geheel Europa, maar variëren ze van plaats tot plaats. Ze kunnen worden geïnterpoleerd uit een over zichtskaart of worden berekend met behulp van regres sieformules. De ontwikkeling van WGS hangt ten nauwste samen met de Amerikaanse militaire activiteiten op het gebied van de satelliet-plaatsbepalingssystemen, met name van het Global Positioning System (GPS). Voor een wereld omvattend plaatsbepalingssysteem is een wereldcoördi natensysteem immers een noodzaak. Over het GPS werd in NGT Geodesia 1985, no. 3 al uitvoerig bericht. Hoewel het systeem in de eerste plaats moet dienen voor militaire navigatie en plaatsbepaling, kan het GPS ook voor andere doeleinden worden benut, hetgeen momenteel ook al gebeurt. De te bereiken nauwkeurig heid evenaart of overtreft die van de gebruikelijke ter- restrische technieken. Interessant is dan ook de vraag in hoeverre de meetkundige grondslag die bij het GPS als het ware permanent „in de lucht hangt", in de toekomst zal gaan concurreren met het klassieke driehoeksnet „op de grond". Wortd G»od»tic Syfro (WGS 72) World Good* tic Systam fWGS 72 Long WGS 72 1 WGS 72 5 WGS 72 N, Ü5n9.m i - 2,1 h 32) Oe omrekening wen UTM-coördinaten E,nl. Nln| en geografische coördinaten long|n|. Latln, zoals aan gegeven op dit kaartblad. naar het systeem WGS 72 geschiedt op bovenvermelde wi|ze Indien door om rekening de 100000 m ci|fers voor E of N eveneens veranderen, moet ook de letteraanduiding van het 100000 m vierkant worden gewi|zigd -Ml" Lal wGS 72 Ut,„, 2"84 E._.. N,_. en Conversion ol UTM-coordinates C,nr N^, geographic coordinates Longlnr Lat/nl es shown on thn map sheet to WGS 72 Datum can be done as showr above. If the conversion affects also the 10OOOO n values for E or N. the letters identifying the IOOOOO n grid square have to be changed accordingly. Fig. 3. De omrekening van ED50 coördinaten naar WGS72. De Amerikanen hebben al aan het eind van de vijftiger jaren een wereldomvattend referentiesysteem berekend, het World Geodetic System 1960 (WGS60). Dit systeem is gebaseerd op een ruimtelijk rechthoekig assenstelsel, waarvan de oorsprong samenvalt met het zwaartepunt van de aarde en de Z-as met de omwentelingsas. Een combinatie van een groot aantal zwaartekrachtge- gevens, astronomisch-geodetische waarnemingen en resultaten van HIRAN- en SHORAN-metingen werd ge bruikt om een ellipsoïde te bepalen, die zo goed mogelijk bij de reeds bestaande regionale vereffeningssystemen paste. WGS60 is achtereenvolgens opgevolgd door WGS66 en WGS72, en de gegevens van de voorlopig laatste fase, WGS84, zijn inmiddels enkele maanden ge leden bekendgemaakt. In toenemende mate is bij de bepaling van deze stelsels gebruik gemaakt van recent beschikbaar gekomen Doppler metingen, zwaartekrachtwaarnemingen, preci- NGT GEODESIA 85 Literatuur 1. Thomas, P. D., Conformal Projections in Geodesy and Carto graphy. U.S. Coast and Geodetic Survey. Special Publication 251, Washington DC. 1952. 2. Brouwer, F. J. J., en J. van Buren, Het RD-net in Europees ver band, NGT Geodesia, dit nummer. 3. Department of the Army, Universal Transverse Mercator Grid. Technical Manual TM5-241-8, Washington DC. 1973. 4. Department of the Army, Grids and Grid References. Technical Manual TM5-241-1, Washington DC. 1983. 5. Seppelin, Th. 0., The Department of Defense World Geodetic System 1972. Defense Mapping Agency, Washington DC. 1974. 6. Haasbroek, N. D., Investigation of the accuracy of Krayenhoff's triangulation (1802-1811) in Belgium, The Netherlands and a part of North Western Germany. Publication of The Nether lands Geodetic Commission, Delft. 1972. 7. Lobé, G. J. I. M., De geschiedenis van de Rijksdriehoeks meting. NGT Geodesia, dit nummer. 8. Topographisch Bureau, Meetkunstige beschrijving van het Koninkrijk der Nederlanden. 1861. 347

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 33