roep gaan bij de rechtbank. Bovendien bestaat de moge
lijkheid cassatie in te stellen bij de Hoge Raad. Het hier
vermelde beroep is administratief van aard. De recht
bank treedt hier op als administratieve rechter en gaat
derhalve slechts na of het resultaat van de bijhouding
overeenkomstig de wettelijke regelen is vastgesteld, als
ook of de feiten op redelijke wijze konden leiden tot deze
bijhouding. De beschikking van de rechtbank houdt dus
geen rechtstreeks oordeel in over de mogelijke rechts
toestand van de onroerende zaak.
In deze beroepsprocedure worden de regelen van de ver
zoekschriftenprocedure van het Wetboek van Burgerlij
ke Rechtsvordering (artikelen 429d-429r) van toepas
sing verklaard, voor zover daarvan in de artikelen 62 en
63 ontwerp-Kadasterwet niet wordt afgeweken. Het ver
zoekschrift aan de rechtbank kan in aanvulling op artikel
429d van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
behalve door een procureur ook door een notaris ge
schieden. Het gaat hier immers om vragen die op het
werkterrein van de notaris liggen. Veelal zal de notaris
ook reeds bij de zaak zijn betrokken.
Daar de gegevens van de kadastrale registratie en op de
kaarten niet meer in de eerste plaats voor fiscale doel
einden worden gebruikt, heeft de vorenvermelde ver
zoekschriftenprocedure de plaats ingenomen van de hui
dige op de Wet op de Grondbelasting gebaseerde be
roepsprocedure.
VERNIEUWING
Hiervoor is aandacht geschonken aan de bijhouding als
een vorm van bijwerking. Deze is zodanig geregeld, dat
mutaties in de kadastrale gegevens zo snel, juist en vol
ledig mogelijk geschieden.
Er zijn evenwel gebieden in ons land ten aanzien waar
van de aanwezige kadastrale gegevens niet meer vol
doen aan redelijke eisen van nauwkeurigheid, juistheid
en betrouwbaarheid. Dit maakt het noodzakelijk, dat
over de mogelijkheid wordt beschikt om deze gegevens
opnieuw vast te stellen, te vernieuwen, indien dit wense
lijk wordt geacht en de daarvoor benodigde middelen
aanwezig zijn. Dat deze kadastrale gegevens in bepaalde
gebieden niet meer aan de gestelde eisen voldoen, komt
doordat een groot gedeelte hiervan nog stamt uit de
vorige eeuw, soms zelfs nog uit de tijd van de oor
spronkelijke opmeting. Hierdoor zijn ze verouderd en
vertonen gebreken, bijvoorbeeld door verjaring en/of
door aan andere buiten inschrijving in de openbare regis
ters zich voltrokken hebbende rechtsfeiten, waardoor de
gegevens omtrent de gerechtigden en rechten niet meer
juist en betrouwbaar zijn.
De vernieuwing wordt in het ontwerp behandeld in de
artikelen 75-79. Indien de kadastrale gegevens niet
meer juist, volledig of betrouwbaar zijn weergegeven,
kan vernieuwing hiervan plaatsvinden. Zij betreffen de
gerechtigden, de omvang van het onroerend goed en de
grootte van het goed. De vernieuwing kan één of enkele
onroerende zaken betreffen dan wel een bepaald gebied.
De Rijksdienst stelt ambtshalve een onderzoek in naar de
rechtstoestand, de grootte en de feitelijke gesteldheid
van de onroerende zaak. Van het voornemen tot dit
onderzoek worden de belanghebbenden die bij de Rijks
dienst bekend zijn, op de hoogte gesteld (artikel 76).
Op grond van inlichtingen van belanghebbenden, van
gegevens uit het kadastrale informatiesysteem, alsmede
van eigen waarnemingen vormt de ambtenaar van de
Rijksdienst zich een oordeel van de gehele situatie. Dit
mondt uit in een voorstel van vernieuwing. Hierbij wordt
geen acht geslagen op niet-ingeschreven feiten, waar
van het rechtsgevolg slechts kan intreden door inschrij
ving daarvan in de openbare registers. De rechten van
hypotheek en inbeslagnemingen blijven buiten de ver
nieuwing. De verificatie van de nog ingeschreven rech
ten van hypotheek kan beter plaatsvinden door middel
van een afzonderlijke wet inzake de vernieuwing van
hypothecaire inschrijvingen. Een dergelijke vernieuwing
heeft laatstelijk plaatsgevonden bij de Wet van 2 juni
1965, Stb. 294. De voorziening die de artikelen 3.1.2.10
en 3.1.2.10a van het Nieuw Burgerlijk Wetboek biedt,
kan ook een bijdrage leveren tot de opschoning van
hypothecaire inschrijvingen.
De belanghebbenden bij het onderzoek van vernieuwing
worden natuurlijk betrokken bij de gang van zaken. In de
vorm van een voorstel van vernieuwing wordt hun de
resultaten van het voorstel medegedeeld. Zij kunnen
hiertegen opkomen door bezwaar te maken bij de des
betreffende ambtenaar en, indien hieraan niet wordt
tegemoetgekomen, mutatis mutandis de beroepsproce
dure hanteren, zoals die wordt geboden aan belang
hebbenden bij de bijhouding (artikel 77).
Zijn de voorstellen van vernieuwing komen vast te staan,
dan wordt een proces-verbaal van vernieuwing opge
maakt. Na de inschrijving van dit proces-verbaal van ver
nieuwing worden de kadastrale registratie en de kadas
trale kaarten vernieuwd op de voet van dit proces
verbaal. Uit de vernieuwingsprocedure blijkt, dat deze
met veel waarborgen is omringd, waarbij niet uit het oog
mag worden verloren de grote plaats die hierin aan de
medewerking van belanghebbenden is toebedacht. De
ze hebben in het bijzonder de gelegenheid om op te
komen tegen het voorstel van vernieuwing. In verband
hiermede moet ook de kans klein worden geacht, dat de
vernieuwde kadastrale gegevens achteraf onjuist of on
volledig blijken. Het is dan ook voor de hand liggend, dat
aan de „vernieuwde" gegevens, ook burgerrechtelijk
meer betekenis wordt toegekend dan vóór de vernieu
wingsprocedure.
Afweging van belangen heeft ertoe geleid, dat het
rechtsgevolg van vernieuwing is dat zij, die volgens het
proces-verbaal van vernieuwing rechthebbende zijn op
een daarin opgenomen onroerende zaak of recht dat
geen recht van hypotheek is, voor de toepassing van de
verjaring, bedoeld in artikel 3.4.3.1 van het Nieuw Bur
gerlijk Wetboek, met ingang van de dag van de inschrij
ving gelden als bezitter te goeder trouw van die zaak of
dat recht, zoals zij in het proces-verbaal worden om
schreven. Dit betekent, dat de rechten, opgenomen in
het proces-verbaal, uiterlijk tien jaar na de inschrijving
onomstotelijk vast komen te staan (artikel 79). Onmid
dellijk titelzuiverende werking zoals bij ruilverkavelingen
is hier niet ingevoerd, onder meer omdat vernieuwing
niet met zo'n grote publiciteit gepaard gaat en ook daar
voor overigens niet voldoende termen aanwezig zijn.
Hoofdstuk 5. Registratie voor schepen
Hoofdstuk 6. Registratie voor luchtvaartuigen
De registratie voor schepen en die voor luchtvaartuigen
is zodanig ingericht, dat zij door middel van de naam van
de eigenaar of beperkt gerechtigde en door middel van
het brandmerk van het schip of het boekingsnummer
van het luchtvaartuig de raadpleging van de openbare
registers mogelijk maken. Deze registraties geven op een
overzichtelijke en systematische wijze de rechtstoestand
van het schip of luchtvaartuig weer. Tevens vermelden
NGT GEODESIA 85
391