afhankelijk. Het werkgebied bevindt zich aan de rand van het Hifix-6 bedekkingsgebied; - invloed van de systematische fouten, die zijn veroor zaakt door de coördinaten van de zenders en door kalibratiefouten in beide systemen; - restfouten bij het in rekening brengen van richting en afstand tussen de antennes. mata-rs 20 ij 2 3 5l -20 - 1 ^0 Fig. 4. De verschillen in posities tussen Hifix-6 en Syledis. (De gro tere afwijkingen in AY worden veroorzaakt door de geometrie.) 3. Plaatsbepaling met GPS Het Global Positioning System werd al eerder besproken in NGT Geodesia [Twembeke, 1983 en Seeber, 1985], Zoals bekend zal dit nieuwe satelliet plaatsbepalings systeem pas in 1987/1988 volledig operationeel zijn met 18 satellieten; op dit moment zijn er nog maar zes satel lieten beschikbaar voor experimentele metingen. Er die nen zich twee, drie of vier satellieten boven de horizon te bevinden; dit betekent, dat GPS momenteel slechts in beperkte mate bruikbaar is. Tijdens de navigatietest was er per etmaal een redelijk gunstige periode ongeveer tussen 0 uur en 6 uur, en een tamelijk ongunstige periode ongeveer tussen 14 uur en 18 uur. Met vier satellieten kan men een driedimensio nale positiebepaling uitvoeren (XYZ tijdsynchronisa- tie), met drie satellieten een driedimensionale positie zonder tijdsynchronisatie of een tweedimensionale posi tie met tijdsynchronisatie (<P, A en vaste hoogte), terwijl met twee satellieten alleen een tweedimensionale positie zonder tijdsynchronisatie kan worden berekend. Tijd synchronisatie betekent, dat het standverschil van de klokken van de satellieten en de ontvanger rekentech- nisch wordt bepaald uit de meting van een extra satel liet. In het geval zonder tijdsynchronisatie is de aan wezigheid van een atoomklok noodzakelijk, waarmee de tijd gedurende enkele uren met voldoende stabiliteit kan worden vastgehouden. Ten behoeve van dit navigatie-experiment werd de TI-4100 GPS-ontvanger van de Technische Universiteit van Hannover met randapparatuur, inclusief een atoom klok, door Prof. Seeber beschikbaar gesteld. Voor de be diening van deze apparatuur zijn twee Duitse studenten meegevaren. In fig. 5 wordt een schema gegeven van de apparatuur voor GPS plaatsbepaling. De GPS waarnemingen („raw data") werden door de HP9816 computer ingelezen en successievelijk in de vorm van 8-bits integer getallen op diskette geschreven. Deze data werd later in Hannover op een 9 track tape ge kopieerd en vervolgens op de VAX-computer in Delft ge decodeerd. Decodering houdt in de 8-bits integer getal len volgens een gegeven schema samen te stellen, en 398 daaruit zinvolle getallen te verkrijgen door vermenigvul diging met bepaalde factoren. Het proces van decode ring wordt beschreven in [Van Dierendonck et al., 1978] en in de handleiding van de TI-4100 ontvanger. CASSETTE RECORDER (PROGRAM LOADING) TI-4100 NAVSTAR NAVIGATOR HP-9816 COMPUTER HP-9121 DISKDRIVE ATOOMKLOK RUBIDIUM FREQUENCY STANDARD V I RAW DATA I V I VAX-750/11 COMPUTER Fig. 5. Registratie en verwerking van GPS waarnemingen. De GPS raw data uit de TI-4100 ontvanger bestaan uit verschillende, zeer omvangrijke datablocks, waarvan de voornaamste zijn: 1. Door de satelliet uitgezonden gegevens (satellite message). Hierin wordt in vijf gelijke datablokken in formatie gegeven over de tijdcorrecties aan de satel- lietklokken, baanparameters van de waargenomen satellieten, berichten over het niet functioneren van bepaalde satellieten enz. Ook worden in de zgn. al manac de benaderde baanparameters gegeven van alle satellieten ten behoeve van voorspellingsbereke ningen. 2. Waarnemingen die zijn verricht door de ontvanger (receiver measurements). Dit zijn o.a. simultaan ge meten pseudo-afstanden tot maximaal vier satellie ten (binnen 20 milliseconden), frequentieverschuivin gen (Doppler-effect) en fasemetingen. De pseudo- afstanden werden met P-code gemeten. 3. Dynamische positiebepaling (user solution). Deze wordt berekend door de ontvanger met ingebouwde (black-box) software in perioden van drie seconden. Dit zijn: tijdstip, positie (XYZ), snelheid (XYZ), stan daardafwijkingen, satellietnummers, diverse codes enz. De datablocks kunnen op diskette worden uitgevoerd. Om de dynamische positie te kunnen berekenen, moet de ontvanger natuurlijk de raw data eerst zelf decode ren. De gedecodeerde data is echter niet beschikbaar als output. De GPS data werd in Delft als volgt verwerkt: a. Decodering van de dynamische posities. b. Ruimtelijke transformatie naar ruimtelijke ED50 coör dinaten met zeven transformatieparameters (drie translaties, drie rotaties en schaal) uit het NEDOC project [Husti, 1983]. XYZGPS X' Y' Z' ED50 Hierbij werd het geringe verschil tussen de referentie systemen van Transit en GPS verwaarloosd. c. Berekening van ellipsoïdische coördinaten: X'Y'Z'ED50 <p,A,H (ED50) NGT GEODESIA 85

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 18