exame nopgaven Middelbare Technische School te Arnhem en (gedeeltelijk) R.K. Middelbare Techni sche School te Breda. Afdeling Weg- en Waterbouwkunde, studierichting Landmeetkunde. Eindexamen (2e deelexamen maart 1985). dat ook dit jaar weer een 150 a 200 belangstellenden op 22 april de grote zaal van de „Prins van Oranje" in Goes bevolkten, duidt niet alleen op de inventiviteit die de rayoncommissie telken jare aan de dag weet te leggen, maar zeker ook op de gevarieerdheid van het vakgebied van de landmeetkunde, en natuurlijk op de ruime mate van welwillendheid van de gastsprekers, die steeds weer be reid blijken om voor een boekenbon en wat applaus de vaak verre reis naar het Zeeuwse te ondernemen. Na de traditiegetrouw door de heer Van der Steenhoven verrichte opening trad als eerste spreker op de heer ing. P. J. Ashouwer, voormalig hoofd van de Landmeetkundige Dienst van de gemeente Apeldoorn, met het onderwerp „Landmeetkundige aspecten bij de reconstructie van de geometrische tuin van het paleis Het Loo". De onlangs gereedgekomen restauratie van Het Loo beperkte zich niet tot het gebouw alléén; ook de tuin diende in oude luister te worden hersteld. Dat wil zeggen een 17e eeuws lusthof in de zoge naamde formele stijl naar voorbeeld van de tuin van het paleis te Versailles. Aan de hand van instructieve dia's liet de heer Ashouwer zien hoe landmeetkundigen zich verdienstelijk maakten bij het aanleggen van perken en hagen in de vorm van speelse barokfiguren en bij de reconstructie (met behulp van oude kaarten) van tuinornamenten, fonteinen, waterpartijen, loofgangen enz. Terecht merkte spreker aan het einde van zijn lezing op, dat land meetkundigen hier op voorbeeldige wijze „hun vak hadden ver kocht"! De tweede spreker, de heer A. C. Boogaard, hoofd van de afdeling Fotogrammetrie en Rivierkaarten van de Meetkundige Dienst van de Rijkswaterstaat te Delft, behandelde het onderwerp „Automati sering van kusthoogtemetingen". Al snel maakte spreker een einde aan het misverstand, dat de be kende vierkante strandpalen door Rijkswaterstaat zijn opgericht Vervolg van p. 353 van het oktobernummer. LANDMEETKUNDE Tijd: 100 min. (gezamenlijk met MTS Breda) 1. Geef bij onderstaand weergegeven waterpasinstrument de cor responderende nummers op de afbeelding voor de beschrijving. fijnregelschroef horizontale rand centreer- of glijplaat oculair vastzetschroef 1e as en horizontale rand doosniveau hellingschroef NGT GEODESIA 85 voor de strandwandelaar om zich te kunnen oriënteren of voor de badgast om er zijn natte handdoek op te drogen te leggen. De strandpalen, aldus de heer Boogaart, markeren de 2 000 raaien, die zijn aangebracht dwars op de kustlijn van Zeeuws-Vlaanderen tot Rottumeroog. Langs de raaien worden telkenjare na de voorjaars- stormen de profielen gemeten. Opname en uitwerking gebeurt fotogrammetrisch. Het eindprodukt bestaat uit de uitgetekende dwarsprofielen (nieuw over oud), die de dienst Kustbeheer een beeld geven wat het afgelopen stormseizoen heeft aangericht. Het gehele proces is verregaand geautomatiseerd, zodat men er met betrekkelijk weinig mankracht in slaagt het omvangrijke karwei vóór de aanvang van het nieuwe stormseizoen (1 oktober) te klaren. Na de middagpauze maakte ir. H. J. G. L. Aalders, hoofd van de afdeling Coördinatie Onderzoek van de Hoofddirectie van het Kadaster te Apeldoorn, met zijn voordracht „Interactieve Grafische Systemen" het publiek duidelijk waarom hij langzamerhand een be kende verschijning is geworden in het NGL-lezingencircuit. Met aanstekelijk enthousiasme en in hoog tempo schetste hij een beeld van de veelzijdige toepassingsmogelijkheden van interactieve grafi sche systemen voor kartografische, kadastrale en planologische doeleinden. Op overzichtelijke wijze werden behandeld bestaande apparatuur, programmatuur en toekomstige ontwikkelingen. Dit alles was doorspekt met het Engelstalige jargon van de computer freaks, waar uw verslaggever als volslagen leek soms wel eens moeite mee had. Wat is bijvoorbeeld een joystick? Vertaling geeft: „genotsknuppeltje". Wat moet ik me daar nu bij voorstellen? Al met al een leerzame congresdag, die na een levendige discussie door de heer Van der Steenhoven om 16.00 uur werd gesloten met dank aan sprekers en publiek. ir. N. G. H. Koopman buisniveau objectief stelschroef 2. Geef van onderstaande begrippen de juiste definitie: a. vizierlijn b. richtlijn van het buisniveau c. hoekwaarde van het buisniveau 3. a. Noem de regelingseisen voor een waterpastoestel. b. Noem en motiveer de maatregelen die kunnen worden geno men om de door refractie ontstane fouten tot een minimum te beperken. c. Wat is parallax? 4. Bij nauwkeurigheidswaterpassingen wordt gezegd: „Water passen uit het midden elimineert de invloed van verschillende fouten". a. Wat wordt bedoeld met waterpassen uit het midden? b. Welke fouten worden erdoor geëlimineerd? 5. a. Wat verstaat men bij een automatisch waterpasinstrument onder een compensator en onder demping? b. Hoe regel je een automaat? 6. De doorrijhoogte van een brug moet worden gecontroleerd ten opzichte van NAP. Tijdens deze controle had het waterpas instrument een vizierlijnhoogte van -0,646 m NAP. De baakaf lezing tegen de onderkant van de brug is 0326 (middendraad). De lengte van de baak is drie meter en de bovenkant van de baak is tegen de onderkant van het brugdek gehouden. Gevraagd: Wat is de hoogte van de onderkant van het brugdek? 7. a. Welke methoden van terreinwaterpassing zijn er? b. Welke factoren bepalen de keuze van deze methoden? 8. Langs drie verschillende wegen wordt het hoogteverschil be paald tussen de punten A en B. De uitkomsten zijn: B boven A: +5,733 m; +5,725 m; +5,748 m. De hoogte van A 3,750 m NAP. De afstanden zijn: 1 km; 3 km; 5 km. Tijdens de meting van het traject van 5 km is het punt C in de waterpassing opgenomen: C boven A; +6,833 m C boven B: +1,085 m De afstand AC, resp. BC is: 2 km en 3 km. Gevraagd: De vereffende hoogten van B en C. 9. Je krijgt opdracht ten behoeve van een uitbreidingsplan een zestigtal zakbaken te controleren. Deze zakbaken hebben een onderlinge afstand van 75 m en de rijen liggen 100 m uit elkaar. De begin- en eindhouten zijn 1 km van het werk verwijderd. Gevraagd: a. Geef duidelijk aan welk instrumentarium je gebruikt als de hoogte op millimeters moet worden bepaald. b. Geef kort en duidelijk de uitvoering van de meting aan. 403

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

(NGT) Geodesia | 1985 | | pagina 23