De ontwerp-Kadasterwet*)
a
nederlands geodetisch tijdschrift
door mr. ir. J. L. G. Henssen, directeur Juridische Zaken en Vastgoedinformatie bij de
hoofddirectie van de Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers te Apeldoorn.
1. Inleiding
Daar vele lezers van dit tijdschrift de een meer dan de
ander in de toekomst met de Kadasterwet te maken
zullen krijgen, voldoe ik gaarne aan het verzoek van de
redactie om een overzicht te geven van de inhoud van de
ontwerp-Kadasterwet, die in het zittingsjaar 1981 - 1982,
onder no. 17 496 (4 en 5) bij de Tweede Kamer is inge
diend. Omdat de in de ontwerp-Kadasterwet opgeno
men regelen met betrekking tot de openbare registers
voor registergoederen en het Kadaster nauw verbonden
zijn met die in het Nieuw Burgerlijk Wetboek, is dit ont
werp samen met het vierde gedeelte van de Invoerings
wet Boeken 3-6 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek inge
diend.
Gelet op mijn betrokkenheid bij dit wetsontwerp wil ik,
mede met instemming van de redactie van dit tijdschrift,
niet ingaan op reeds kenbaar gemaakte kritische opmer
kingen op het ontwerp noch commentaar leveren.
2. Ontwikkelingen bij het Kadaster
Tot nu toe wordt de wettelijke basis van het Kadaster ge
vormd door de Wet op de Grondbelasting. Immers, het
Kadaster is als informatiebron voor gegevens van de
grond in het begin van de 19e eeuw ingesteld ten be
hoeve van een rechtvaardige heffing van grondbelas
ting.
Al spoedig na de invoering van het Kadaster (1832)
bleken de kadastrale kenmerken een uitstekend middel
om in akten en andere stukken, grond op een speciale,
korte en eenduidige manier aan te duiden. Tevens gin
gen deze kenmerken het middel bij uitstek vormen om
de openbare registers, waarin rechtsfeiten met betrek
king tot onroerende zaken werden gepubliceerd, snel en
efficiënt te kunnen raadplegen.
Sedert haar ontstaan zijn de fiscale doelstellingen van
het Kadaster overvleugeld door die van de bevordering
van de rechtszekerheid. Thans is het zwaartepunt van de
betekenis van het Kadaster komen te liggen bij de func
tie die het heeft als informatiebron van gegevens van on
roerende zaken voor verschillende doeleinden (meerdoe-
Behoudens een geringe wijziging heeft publikatie over dit onder
werp ook plaatsgevonden in het tijdschrift Bouwrecht, 22e jaar
gang no. 7, juli 1985.
lenkadaster). Steeds meer is in wettelijke voorschriften
opgenomen, dat bij de uitvoering daarvan gebruik dient
te worden gemaakt van in de kadastrale registers voor
komende gegevens en/of van kadastrale kaarten. De
kadastrale registratie is ook op een overzichtelijke wijze
gegevens gaan opnemen omtrent de publiekrechtelijke
rechtstoestand.
In de ontwikkeling van de activiteiten van de Dienst van
het Kadaster en de Openbare Registers past sinds 1924
de betrokkenheid bij uitvoering van ruilverkavelingen en
landinrichtingsprojecten. De bijdrage van de ingenieur
van het Kadaster heeft vooral betrekking op de kadas
trale registratieve en landmeetkundige werkzaamheden,
alsmede die met betrekking tot de herverkaveling van
gronden, waarbij het accent valt op het plan van toe
deling.
Sedert 1975 is het Kadaster ook belast met de vervaardi
ging van de Grootschalige Basiskaart van Nederland
(GBKN). Met deze kaart wordt een goede communicatie
bevorderd tussen kaartvervaardigers, ontwerpers en uit
voerders van bestemmingsplannen en civiel- en cultuur
technische werkers, leidingbeheerders en al degenen die
zich bezighouden met hetgeen aan de grond is verbon
den.
Daar ook de uitvoeringsaspecten van de openbare regis
ters, die bestemd zijn om rechtsfeiten betreffende regis
tergoederen te publiceren, in de Kadasterwet worden
behandeld, wordt er hier op gewezen dat de verbetering
van de derden bescherming in het hier te lande vige
rende negatieve stelsel van de openbare registers conse
quenties heeft op de aard en inrichting van de door de
Dienst van het Kadaster en de Openbare Registers te
houden openbare registers.
In het kader van de ontwikkelingen bij het Kadaster merk
ik tenslotte nog op, dat deze Dienst en zijn gegevens een
belangrijke rol spelen in de coördinatie van de vast
goedinformatie, voor welke coördinatie in 1984 is aan
gewezen de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer, die ook politiek verantwoor
delijk is voor de Dienst van het Kadaster en de Openbare
Registers. Hij zal zich laten adviseren door de bij Konink
lijk Besluit van 1984 (Stb. 193) ingestelde voorlopige
Raad voor Vastgoedinformatie.
386
NGT GEODESIA 85